25-11: PV, samengestelde zinnen, voegwoorden

Goedemorgen!

Pak alvast:

Chromebook
Schrift & pen

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!

Pak alvast:

Chromebook
Schrift & pen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Wat ga je leren deze les?
  • Even opfrissen: persoonsvorm
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Evalueren

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen, aan het einde van de les
Weet je:
  • Wat de persoonsvorm is en hoe je deze vindt.
  • Wat enkelvoudige zinnen zijn.
  • Wat samengestelde zinnen zijn en hoe je die herkent.

Slide 3 - Tekstslide

Taalverzorging - even opfrissen -
  • Persoonsvorm
  • Enkelvoudige zinnen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 5 - Open vraag

Even oefenen

Slide 6 - Tekstslide

pv = ?
Morgen ga ik mijn toets Duits voorbereiden

Slide 7 - Open vraag

pv = ?
Ik maak mijn huiswerk

Slide 8 - Open vraag

pv = ?
Niemand mag de bus in met een ijsje

Slide 9 - Open vraag

Samengestelde zinnen

Slide 10 - Tekstslide

Samengestelde zinnen

- meer dan 1 zin

- meer dan 1 persoonsvorm

- herken je aan een voegwoord


[Cynthia neemt drinken mee] en [Levi zorgt voor broodjes]


Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 12 - Tekstslide

Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister
A
1 zin
B
2 zinnen

Slide 13 - Quizvraag

John kan niet meer pinnen
A
1 zin
B
2 zinnen

Slide 14 - Quizvraag

pv = ?
John kan niet meer pinnen

Slide 15 - Open vraag

De instructeur vertelde ons over de techniek van het roeien
A
1 zin
B
2 zinnen

Slide 16 - Quizvraag

pv = ?
De instructeur vertelde ons over de techniek van het roeien

Slide 17 - Open vraag

voegwoorden

Slide 18 - Tekstslide

VOEGWOORDEN

voegwoorden verbinden 
woorden en zinnen met elkaar

Slide 19 - Tekstslide

VOEGWOORDEN
die woorden en woordgroepen verbinden

en & of

VOORBEELD:
- Rik heeft twee honden en een kat.
- Hebben we straks Engels of Nask?

Slide 20 - Tekstslide

VOEGWOORDEN
die twee zinnen verbinden (wat is een zin?)
dus, en, maar, of, want, aangezien, als, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, ofschoon, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat en zodra

VOORBEELD:
- Milou zit op tennis, maar haar zusje hockeyt liever.
- Voordat Els iets kon zeggen, was Joris al vertrokken,

Slide 21 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het voegwoord?
Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister

Slide 23 - Open vraag

Noteer het voegwoord:
Aznar had Tim uitgenodigd voor zijn verjaardag, maar hij kon niet komen.

Slide 24 - Open vraag

Noteer het voegwoord:
Romy leest haar e-mail, terwijl ze een broodje eet.

Slide 25 - Open vraag

Noteer het voegwoord:
Zodra hij water ziet, springt onze hond erin.

Slide 26 - Open vraag

Noteer het voegwoord:
De minister liep snel langs de journalisten, want hij wilde geen vragen beantwoorden.

Slide 27 - Open vraag

Noteer het voegwoord:
Doordat het mentorgesprek van Susan uitliep, kwam Rick weer niet aan bod.

Slide 28 - Open vraag

Evaluatie

Slide 29 - Tekstslide

Hoe kun je een persoonsvorm in de zin vinden?

Slide 30 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wat een samengestelde zin is

Slide 31 - Open vraag

Noem 3 voegwoorden

Slide 32 - Open vraag

'De meest ideale middelbare school' 

Slide 33 - Tekstslide

De inleiding
Classroom, 18 november:

Deze is dus al af (in je schrift).
Niet in je schrift? 

Dan schrijf je het vandaag in je schrift.

Slide 34 - Tekstslide

De kern

Wissel van schrift.

Lees het artikel van de ander.
Controleer het artikel op:
  • Tekstopbouw: 
  • Inleiding, kern
    (slot nog niet)
  • Tussenkopjes
  • Hoofdletters
  • Interpunctie
  • Werkwoordspelling
  • Geef Tips & Tops.

timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

Klaar?
Schrijf het slot van het artikel.

Slide 36 - Tekstslide

Klaar?
Schrijf het slot van het artikel.

Slide 37 - Tekstslide

Lesdoelen, aan het einde van de les
Weet je:
  • wat de persoonsvorm is en hoe je deze vindt.
  • wat samengestelde zinnen zijn en hoe je die herkent.
  • wat signaalwoorden zijn en hoe je ze herkent.

  • Heb je de kern van het artikel af en heb je tips en tops.
  • Ben je het slot van het artikel aan het schrijven.

Slide 38 - Tekstslide

Huiswerk maandag 29 november
Schrijf in je agenda:

  • Schrijf het slot van het artikel
    'De meest ideale middelbare school'.
  • Maak: Kern, les 57, drillster 1 en 2.

Slide 39 - Tekstslide

Bedankt allemaal
Bedankt allemaal!

Slide 40 - Tekstslide