Een lapbook

Thema: Water
Een lapbook
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 270 min

Onderdelen in deze les

Thema: Water
Een lapbook

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Woordweb
Jullie hebben het filmpje over Nederland waterland bekeken. Bekijk nu ook de foto's op de volgende slides goed. Je gaat hierna een woordweb maken bij het thema Water.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Water

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

§ 2 woordweb (blz. 106)


Lees samen tekst 1: 
Nederland waterland

Slide 10 - Tekstslide

ingepolderd (al. 3)
waterschap (al. 5)
droogmakerijen (al. 3)
terpen (al. 1
deltagebied (al. 2)
inklinken (al. 2)
gebied met veel rivieren
gebied ontstaat doordat er dijken omheen gebouwd worden
gebied ontstaan doordat het drooggemaakt is
het naar beneden zakken van grond doordat het heel droog is
organisatie die ervoor zorgt dat Nederland veilig is voor water
woonheuvel om wateroverlast te voorkomen

Slide 11 - Sleepvraag

Vul het woordweb nu aan met onderwerpen die we nog net aan bod hebben laten komen in het vorige woordweb
Water

Slide 12 - Woordweb

Waarom wordt Nederland 'waterland' genoemd denk je? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open vraag

Rotterdam en Dordrecht zijn ontstaan in de middeleeuwen en liggen vlak bij een grote rivier. Noteer een reden uit de tekst waarom Rotterdam en Dordrecht waarschijnlijk daar ontstaan zijn.

Slide 14 - Open vraag

Noteer minimaal drie manieren waarop Nederland zich door de geschiedenis heen beschermd heeft tegen water.

Slide 15 - Open vraag

Wat is er zo bijzonder aan de provincie Flevoland?

Slide 16 - Open vraag

Kies het juiste synoniem voor 'tragedie' (al. 4).
A
gevaar
B
watersnoodramp
C
ramp
D
verhaal uit de geschiedenis

Slide 17 - Quizvraag

Hoe zou je Nederland veiliger kunnen maken tegen water?

Slide 18 - Open vraag


Tekst 2 en 3 van § 2 

Je kunt in je eigen tijd tekst 2 en 3 lezen 
(blz. 108 en 109). 
Bij deze teksten kun je 
ook vragen maken. 
Dit is eventueel een goede oefening
voor de toets in de toetsweek.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf de volgende zin in je eigen woorden op:
Niemand zal in twijfel trekken, dat Nederland een waterland is.

Slide 21 - Open vraag



Klassikaal:
Welke delen zou je zelf niet gebruiken in een verslag? 

Slide 22 - Tekstslide

Tekst 2, blz. 115
We lezen tekst 2. Iedereen herschrijft één alinea. Je schrijft dit in je schrift. De docent verdeelt de alinea's onder de leerlingen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Waarom wordt de aarde ook wel blauwe planeet genoemd?

Slide 34 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wat 'condensatie' (al. 1) is.

Slide 35 - Open vraag

zee
verdampen
condensatie
neerslag
Sneeuw
rivier
Grondwater

Slide 36 - Sleepvraag

Bespreek hoe dit schema voor de lange waterkringloop moet worden ingevuld. 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Wat vind jij duidelijker: de afbeelding bij de tekst of het schema uit vraag 4? Leg je antwoord uit.

Slide 39 - Open vraag