H4 Thema 3 Bs 1: fenotype en genotype

Biologie

WELKOM!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Biologie

WELKOM!

Slide 1 - Tekstslide

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Deze les:
- voorstellen

Wat gaan we deze week doen

  1. Thema 3 Basisstof 1: Fenotype en genotype
  2. Thema 3 Basisstof 2: Genenparen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 3: genetica
Basisstof 1: Fenotype en genotype

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over erfelijkheid?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genotype 

  • erfelijke eigenschappen         
  • alle genen bij elkaar, staat in je DNA
  • wordt je mee geboren
Fenotype

  • waarneembare eigenschappen
  • combinatie van genotype + milieu eigenschappen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chromosomen en genen
Celkern --> Chromosoom --> DNA --> Gen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chromosomen, DNA 
en genen

Een gen codeert voor een specifieke erfelijke eigenschap.

De informatie voor erfelijke eigenschappen noemen we het genotype van een organisme.



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een twee-eiige tweeling is:
A
Het genotype en fenotype hetzelfde
B
Alleen fenotype hetzelfde
C
Genotype en fenotype verschillend
D
Alleen fenotype verschillend

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een één-eiige tweeling is:
A
Het genotype en fenotype hetzelfde
B
Alleen fenotype hetzelfde
C
Genotype en fenotype verschillend
D
Alleen fenotype verschillend

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heeft een vlinder hetzelfde fenotype als de rups waaruit hij is ontstaan? En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
zowel hetzelfde fenotype als hetzelfde genotype

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mathilde laat haar haren blonderen bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype?
En haar fenotype?
A
genotype wel fenotype niet
B
genotype niet fenotype wel
C
genotype niet fenotype niet
D
genotype wel fenotype wel

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het stukje van een DNA molecuul heeft de volgende sequentie: TGCAAA
Wat is sequentie van de tegenoverliggende nucleotiden? 
A
ACGTTT
B
TTTGCA
C
TGCAAA
D
AAACGT

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • omschrijven wat het genotype en wat het fenotype van een organisme is.
  • omschrijven wat DNA sequentie en genexpressie betekenen.
  • uitleggen dat een fenotype tot stand komt door het genotype en de invloed van milieufactoren.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak Th 3 BS1 Opdr 1,4,5,6

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies