woordenschat oefenen P3 woordenlijst 6

woordenschat oefenen P3 woordenlijst 6
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

woordenschat oefenen P3 woordenlijst 6

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat P3- oefenen woordenlijst 6
Om extra te oefenen voor de woordenschattoets van Periode 3 Nederlands
In deze les krijg je eerst uitleg over de woorden van lijst 6.
Daarna volgen vragen waarin je kunt testen of je het goed hebt begrepen en goed weet. 

Oefen vooral ook nog in NuNederlands!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

sleepvraag
Sleep de woorden die een 'tegenstelling' aangeven naar de goede plek.

Slide 13 - Tekstslide

Sleep de woorden die een tegenstelling aanduiden naar de goede plek.
tegenstelling
anders
ondanks
vanwege
indien
desondanks
daarentegen

Slide 14 - Sleepvraag

Tijdens de opleiding Dienstverlener zorg en welzijn kun je een stage zoeken .... in de kinderopvang ... in de ouderenzorg.
A
noch ... noch ...
B
tenzij ... tenzij ...
C
zowel ... als ...
D
hoewel ... hoewel ...

Slide 15 - Quizvraag

Tijdens de opleiding Dienstverlener zorg en welzijn kun je een stage zoeken .... in de kinderopvang ... in de ouderenzorg.
A
noch ... noch ...
B
tenzij ... tenzij ...
C
zowel ... als ...
D
hoewel ... hoewel ...

Slide 16 - Quizvraag

Wij gaan morgen met de peuters naar de speeltuin, ... het hard regent.
A
tenzij
B
indien
C
hoewel
D
dankzij

Slide 17 - Quizvraag

De baby was ziek en wilde ... eten ... slapen.
A
noch ... noch ...
B
tenzij ... tenzij ...
C
zowel ... als ...
D
hoewel ... hoewel ...

Slide 18 - Quizvraag

... mijn stagebegeleider heel streng was, heb ik toch een leuke stage gehad.
A
Indien
B
Vanwege
C
Dankzij
D
Hoewel

Slide 19 - Quizvraag

Ik heb een prettige tijd op school ... mijn behulpzame klasgenoten.
A
indien
B
dankzij
C
hoewel
D
tenzij

Slide 20 - Quizvraag

Was deze les nuttig voor jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll