Plural

Plurals
More than one!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Plurals
More than one!

Slide 1 - Tekstslide

Goal
You know what plurals are and how you use them!

Slide 2 - Tekstslide

What do you think plurals are?

Slide 3 - Open vraag

Plurals zijn zelfstandige naamwoorden in het meervoud.
Dus altijd meer dan een.

Slide 4 - Tekstslide

Deze woorden krijgen meestal een -s aan het einde.

shoe - shoes
video - videos
kid - kids

Slide 5 - Tekstslide

Woorden die eindigen op een sisklank (-s, -x, -ch, etc.) krijgen -es

box - boxes
church - churches
boss - bosses

Slide 6 - Tekstslide

Woorden die eindigen op een medeklinker -y krijgen in het meervoud -ies

hobby - hobbies
baby - babies

Slide 7 - Tekstslide

Woorden die eindigen op -f(e) krijgen in het meervoud -ves.

half - halves
calf - calves
shelf - shelves

Slide 8 - Tekstslide

Let wel op...

Sommige woorden die eindigen op -f krijgen WEL een -s.

roof - roofs
scarf - scarfs

Slide 9 - Tekstslide

EN!

Woorden die op -ff eindigen krijgen meestal ook een -s

cliff - cliffs

Slide 10 - Tekstslide

Woorden die op -o eindigen krijgen meestal -s erachter, maar soms ook -es.

zero - zeros
tomato - tomatoes

Slide 11 - Tekstslide

Onregelmatige vormen...
child - children
person - people
man - men
woman - women
mouse - mice
tooth - teeth

Slide 12 - Tekstslide

Forever plurals..

What do you think of my glasses?
I've got brand new pyjamas
I need some new jeans, these are too old...

Slide 13 - Tekstslide