H - H5 - Paragraaf 3+4

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst!

Wat weet je nog?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet een foto waarmee je een beweging kan vastleggen?
A
Panoramische foto
B
Slowmotion foto
C
Osciloscopische foto
D
Stroboscopische foto

Slide 3 - Quizvraag

Welke informatie haal je uit een stroboscopische foto of een video?
A
Tijd en afstand
B
Temperatuur en afstand
C
Temperatuur en beweging
D
Tijd en beweging

Slide 4 - Quizvraag

Hoe vul ik de tabel verder in?
Hoeveel afstand leg ik af tussen t= 0,2 en t=0,8

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vul ik de tabel verder in?
Hoeveel afstand leg ik af tussen t=0,2 s en t=0,8 s

Slide 6 - Tekstslide

Welke formule gebruik ik om de snelheid te berekenen?

A
v=s x t
B
v = t / s
C
v = s / T
D
v = s / t

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welk getal moet je gebruiken om km/h naar m/s
(en andersom) om te rekenen?
A
2,5
B
3,6
C
6,3
D
9,6

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

54 km/h
=
________ m/s?

Slide 12 - Open vraag

5 m/s
=
________ km/h?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Paragraaf 3: Versneld - Eenparig - Vertraagd

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

l
Omdat de snelheid constant is kan je overal in de grafiek de snelheid berekenen.

a. Tussen 0 s en 10 s?
b. Tussen 4 s en 8 s?

Slide 18 - Tekstslide

l
Als we een grafiek maken van de snelheid tegenover de tijd dan krijg je deze grafiek.

Dit heet een 
(v,t)-diagram

Slide 19 - Tekstslide

Er is een stroboscopische foto gemaakt van een speelgoedauto.

De tijd tussen twee lichtflitsen is 
0,4 s.
De auto begon op 2 cm en eindigde op 82 cm 

Bereken de snelheid van de auto.

Slide 20 - Tekstslide

Met het spiegelbeeld

Slide 21 - Tekstslide

Versnelde beweging
Het balletje gaat steeds sneller rollen

Per seconde legt hij daardoor meer afstand af!

De lijn gaat steeds steiler naar boven.

Slide 22 - Tekstslide

Versnelde beweging
Het balletje gaat steeds sneller rollen

Per seconde gaat hij daardoor steeds sneller.

De lijn wordt steeds hoger.

Slide 23 - Tekstslide

Met het spiegelbeeld

Slide 24 - Tekstslide

Vertraagde beweging
Het balletje gaat steeds langzamer rollen.

Per seconde legt hij daardoor minder afstand af!

De lijn gaat steeds minder steil naar boven.

Slide 25 - Tekstslide

Vertraagde beweging
Het balletje gaat steeds langzamer rollen.

Per seconde gaat hij daardoor steeds minder snel.

De lijn wordt steeds lager.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Paragraaf 4: Remmen en botsen

Slide 30 - Tekstslide

De remweg hangt af van 3 (4) dingen:

1. De (begin)snelheid
2. De (totale) massa
3. De remkracht
(4. Andere omstandigheden)

Slide 31 - Tekstslide

De remweg hangt af van 3 (4) dingen:

1. De (begin)snelheid
2. De (totale) massa
3. De remkracht
(4. Andere omstandigheden)

Slide 32 - Tekstslide

Bij hogere snelheid een langere remweg.

2 x sneller = 4 x langer
3 x sneller = 9 x langer
n x sneller = n² x langer

Slide 33 - Tekstslide


Bij 40 km/h is de remweg 10 m

Wat is de remweg bij 
160 km/h?

Slide 34 - Tekstslide

Groot verschil tussen



En

Slide 35 - Tekstslide

l
=


+

Slide 36 - Tekstslide

f


Reactie-afstand = 
Snelheid x reactietijd
(s = v x t)

Slide 37 - Tekstslide

Je rijdt 50km/h en ziet opeens 25 meter verder een hond de straat op rennen.
Je reactietijd is 0,8 seconden

Bereken de stopafstand in m door:
1. Bereken de reactie-afstand
2. Bepaal de remweg
3. Tel 1 en 2 bij elkaar op

Slide 38 - Tekstslide