T2 B3 2V

B3 De organen voor vertering
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Leerwerkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 111 t/m 114
timer
4:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt de verschillende organen in het verteringsstelstel benoemen.
  • Je kunt de functie van elk orgaan benoemen in het verteringsstelsel
  • Je kunt opsommen welke voedingsstoffen op welke plek worden verteerd.
  • Je kunt uitleggen waar voedingsstoffen worden opgenomen
Huiswerk T2 B3:
Opdr. 1 t/m 8, 4k
OF uitdaging
Opdr. 5 t/m 10, 4k
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

B3 De organen voor vertering
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Leerwerkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 111 t/m 114
timer
4:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt de verschillende organen in het verteringsstelstel benoemen.
  • Je kunt de functie van elk orgaan benoemen in het verteringsstelsel
  • Je kunt opsommen welke voedingsstoffen op welke plek worden verteerd.
  • Je kunt uitleggen waar voedingsstoffen worden opgenomen
Huiswerk T2 B3:
Opdr. 1 t/m 8, 4k
OF uitdaging
Opdr. 5 t/m 10, 4k

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf

Slide 2 - Tekstslide

Welke taak kan door alle voedingsstoffen worden uitgevoerd?
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van een eiwit?
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van een koolhydraat?
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 5 - Quizvraag

Jack wil van een voedingsmiddel ontdekken welke stoffen er in zitten.
Hij gebruikt joodoplossing en druppelt dit op het voedingsmiddel. De kleur van de joodoplossing is geel.
Welke conclusie kan hij trekken
A
Er zit eiwit in het voedingsmiddel
B
Er zit geen eiwit in het voedingsmiddel
C
Er zit zetmeel in het voedingsmiddel
D
Er zit geen zetmeel in het voedingsmiddel

Slide 6 - Quizvraag

In welk deel van het lichaam wordt voedsel opgenomen?

Slide 7 - Open vraag

12vingerige darm
Maag
Mondholte
Speekselklier
Galblaas
Lever
Tong
Slokdarm

Slide 8 - Sleepvraag

Blinde darm
Dikke darm
Dunne darm
Endeldarm
12vingerige darm
Anus
Alvleesklier

Slide 9 - Sleepvraag

Eten kleiner maken
  • Mond: kauwen en speeksel
                        Speeksel: verteert zetmeel
  • Maag: kneden, maagsap
                        Maagsap: doodt ziekteverwekkers en verteert eiwitten
  • 12vingerige darm: gal en alvleessap
                        Gal: emulgeert vet
                        Alvleessap: verteert eiwitten, koolhydraten, vetten
  • Dunne darm: darmsap
                        Darmsap: verteert eiwitten, koolhydraten
verteren schematisch
Voedingsstoffen worden in kleinere verteringsproducten verandert.
De stoffen zelf worden in stukjes 'gehakt'
emulgeren schematisch
Groepen voedingsstoffen worden uit elkaar gehaald.
De stoffen zelf blijven heel

Slide 10 - Tekstslide

Welke voedingstof word waar verteerd?
Mond
Maag
12vingerige darm
Darmen
Koolhydraten
Koolhydraten
Koolhydraten
Eiwitten
Eiwitten
Eiwitten
Vetten

Slide 11 - Sleepvraag

Eten opnemen
Dunne darm
  • voegt water toe
  • neemt voedingsstoffen op 
Dikke darm
  • Neemt water op
Microscopische foto darmvlokken
Darmvlokken
De darmwand bestaat uit veel kleine, dunne uitsteeksels: de darmvlokken.
De darmvlokken nemen voedingstoffen op uit het voedsel in de darm en laten dit via het bloed het lichaam in gaan.

Slide 12 - Tekstslide

In welke van deze organen wordt eten NIET verteerd?
A
maag
B
12vingerige darm
C
dunne darm
D
dikke darm

Slide 13 - Quizvraag

In welke van deze organen worden voedingsstoffen opgenomen?
A
maag
B
12vingerige darm
C
dunne darm
D
dikke darm

Slide 14 - Quizvraag

Ga aan de slag met: T2 B3
  • blz. 111 t/m 120
  • Opdr. 1 t/m 8, 4k
OF uitdaging
  • Opdr. 5 t/m 10, 4k

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 15 - Tekstslide

Ga aan de slag met: T2 B3
  • blz. 111 t/m 120
  • Opdr. 1 t/m 8, 4k
OF uitdaging
  • Opdr. 5 t/m 10, 4k

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
  • Je kunt de verschillende organen in het verteringsstelstel benoemen.
  • Je kunt de functie van elk orgaan benoemen in het verteringsstelsel
  • Je kunt opsommen welke voedingsstoffen op welke plek worden verteerd.
  • Je kunt uitleggen waar voedingsstoffen worden opgenomen

Slide 17 - Tekstslide

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Tafels leeg en recht
  • Stoelen aangeschoven
  • Grond vrij van afval

Slide 18 - Tekstslide