Les 1: Rotterdamse haven introductie. Doel 5.

Rotterdamse haven
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rotterdamse haven

Slide 1 - Tekstslide

Waar komen jouw kleren vandaan?

Waar zijn je kleren gemaakt, en hoe zouden ze hier in Nederland gekomen zijn?
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij de Rotterdamse haven?

Slide 4 - Woordweb

Hoofdvraag:
Waarom en hoe is de Rotterdamse haven zo groot geworden dat het nu de grootste haven van Europa is en de 4e grootste van de wereld, terwijl Nederland zo’n ontzettend klein landje is en Rotterdam 1000 jaar geleden nog niet bestond?

Slide 5 - Tekstslide

Koffer

Slide 6 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?



Wat gaan we vandaag doen?

- We leren welke processen met welke producten er plaats vinden in de Rotterdamse haven.
- We leren welke beroepen en welke sectoren er zijn in de Rotterdamse haven.

- Instructie Producten
- Rekenprobleem
-Werken in de haven
- Mix en ruil
- Sollicitatiebrief schrijven
- Dagboek

Slide 7 - Tekstslide

Tijdbalk

Slide 8 - Tekstslide

En hier ligt Rotterdam!
Hier wonen wij!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Rotterdamse haven

Slide 11 - Tekstslide

Wat gebeurt er allemaal in de haven van Rotterdam?
- Grootste haven van Europa
- Veel producten komen via schip in Rotterdam binnen

Maar hoe dan?

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor producten zouden er de haven binnen komen?

Slide 13 - Woordweb

Bulk
Stukgoed

Slide 14 - Sleepvraag

Wat zou een ander voorbeeld kunnen zijn van stukgoed?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Wat zou een ander voorbeeld kunnen zijn van bulk?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

In de haven is plek voor 250 boten. 2/25 deel van de boten ligt in de haven. Hoeveel vrije ligplekken zijn er nu in de haven beschikbaar?

Slide 19 - Open vraag

Werken in de haven
- Groep 1 (primaire sector): Mensen die in de natuur werken, of werken met iets dat uit de natuur komt.
- Groep 2 (secundaire sector): Mensen die iets maken. Met hun handen of met machines.
- Groep 3 (tertiaire sector): Mensen die iets voor andere mensen doen. Ze helpen of verzorgen andere mensen.

Slide 20 - Tekstslide

Inpakker in een fabriek
Vrachtwagenchaffeur
Baggeraar/haven aanlegger
Havenpolitieagent
Dijkenbouwer

Slide 21 - Sleepvraag

Groep 1 (primaire sector): Mensen die in de natuur werken, of werken met iets dat uit de natuur komt.
Groep 2 (secundaire sector): Mensen die iets maken. Met hun handen of met machines.
Groep 3 (tertiaire sector): Mensen die iets voor andere mensen doen. Ze helpen of verzorgen andere mensen.
Inpakker in een fabriek
Vrachtwagenchaffeur
Baggeraar/haven aanlegger
Havenpolitieagent
Dijkenbouwer

Slide 22 - Sleepvraag

Mix en ruil

Slide 23 - Tekstslide

Wat moet er in een sollicitatiebrief?
  • Je naam, leeftijd etc.
  • Voor welke baan je solliciteert
  • Je motivatie (Waarom wil je hier graag werken)
  • Welke kwaliteiten je hebt die passen bij de baan
  • Welke banen je al eerder hebt gehad

Let op!
  • Hoe begin je een sollicitatiebrief?
  • Hoe eindig je een sollicitatiebrief?
  • Op welke manier spreek je de persoon aan naar wie je de sollicitatiebrief schrijft? (Jij of U)
timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Pagina's uit een dagboek schrijven
Wat moet er verplicht in?
- Titel
- Waar?
- Wanneer?
- Wat is er gebeurd/ wat is er aan de hand?

Slide 25 - Tekstslide

Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 26 - Woordweb