Herhaling EHBO

Herhaling EHBO
Welkom in de les pak je device er alvast bij.
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Herhaling EHBO
Welkom in de les pak je device er alvast bij.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag
1. Herhaling van de stof. Wat weet je al en wat nog niet?
2. Gastles start 9.30

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe voorkom je infectie? welk antwoord is niet goed.
A
Was je handen.
B
Leg een theedoek over de wond.
C
Werk met steriele materialen.
D
Draag handschoenen.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heeft het geen zin om iemand te laten drinken met verstikking?
A
je kan niet slikken, door je verslikking omdat je geen lucht kan weg slikken
B
Met drinken spoel je alleen de blokkade door slokdarm. de lucht pijp blijft verstopt
C
met drinken los je het juist wel op.
D
Geen van alle antwoorden

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je NIET als er een ongeluk gebeurd is?
Zorgen dat je zelf veilig bent.
Meteen naar het slachtoffer rennen.
112 bellen.
EHBO geven.

Slide 5 - Sleepvraag

Zorg altijd voor je eigen veiligheid. Ren dus niet meteen naar een slachtoffer, maar kijk eerst of het veilig is.
Waarom moet je de datum van een tekenbeet in de agenda zetten?
A
zo weet je wanneer je bent gestoken
B
je weet wanneer je bent gestoken en kunt dit melden bij de huisarts
C
bij rode plekken moet je dit melden bij de huisarts

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat te doen bij een allergische reactie op een insectenbeet?
A
je hoeft niets te doen
B
ga naar de huisarts
C
kijk of iemand een epipen bij zich heeft en gebruik deze waar nodig

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorwerpen die in de wond zitten, probeer je voorzichtig te
verwijderen.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ideaalzwachtel is zeer elastisch en erg geschikt om
druk mee uit te oefenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bewustzijn van een slachtoffer controleer je door het slachtoffer aan te spreken en hem zo nodig aan de schouders te schudden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is bij kneuzing en verstuiking beweging mogelijk?
A
Ja maar beperkt en het is pijnlijk
B
Ja bewegen is mogelijk
C
Nee
D
Soms wel

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke oorzaak komt bij brandwonden het meeste voor?
A
Ongeval met steekvlammen
B
Ongeval met vuur en vlammen
C
Ongeval met hete vloeistof
D
Verbranding door elektriciteit

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorwerpen die in de wond zitten, probeer je voorzichtig te
verwijderen.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de eerste symptomen bij SHOCK?
A
Misselijkheid, rode huid, snelle polsslag en ademhaling
B
Misselijkheid, snelle ademhaling en polsslag, bleke vochtige huid
C
Bewustzijn, huid, ademhaling
D
Misselijkheid, polsslag, rode huid

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke insectenbeet veroorzaakt rode kringen op de huid?
A
teek
B
wesp
C
bij
D
mug

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe koel je brandwonden?
A
met lauw stromend water, net boven de wond
B
met koud water, op de wond
C
met koud water, net boven de wond
D
met lauw water, op de wond

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mark is met de fiets gevallen op de grond. Hij heeft een schaafwond. Wat moet je eerst doen?
A
een pleister op de wond plakken
B
De wond onder lauw stromend water houden
C
Jodium/dettol/... erop doen
D
Een verband er omheen

Slide 17 - Quizvraag

Altijd eerst de wond schoon spoelen. Daarna maak je de omgeving van de wond voorzichtig droog en als het nodig is, dan kan er een verbande op met een gaas eronder zodat het niet vast plakt. Het is beter om de wond aan de lucht te laten drogen. Let erop dat je werkt met handschoenen i.v.m. infecties.
Je gaat naar binnen bij jouw buurvrouw en zij ligt stil op de grond. Je schudt aan haar schouders, je roept maar ze reageert nergens op. Wat doe je als eerst?
A
Ademhaling controleren
B
112 (laten) bellen
C
Starten met reanimatie
D
Een kussen onder het hoofd leggen

Slide 18 - Quizvraag

Als iemand niet reageert, dan moet je meteen 112 (laten) bellen! Roep ook hard om hulp, zodat mensen je mogelijk horen en kunnen komen helpen. Controleer nu de ademhaling. Ademt ze niet, start dan zelf met de reanimatie. Dat zullen de mensen van 112 ook stap voor stap vertellen. 
Een man is van zijn ladder afgevallen. Hij ligt met pijn en een beetje bloed op de grond. De ladder kan om gaan vallen. Wat doe je eerst?
A
112 bellen
B
Het bloed weg vegen
C
De ladder pakken en veilig weg zetten
D
De man laten zitten op een stoel

Slide 19 - Quizvraag

Als eerste moet je zorgen voor de veiligheid. De ladder is niet veilig en daarom moet je die eerst weg zetten. Anders kan deze op de man of op jou vallen tijdens het geven van de hulp. Kijk daarna of het nodig is om 112 te bellen. Als dat niet hoeft, dan verzorg je de man zelf.
Wat zijn de 5 regels van EHBO?
Stel het slachtoffer gerust
Zet het slachtoffer rechtop
Ga na wat er gebeurd is
Geef het slachtoffer ter geruststelling wat drinken
Zoek naar contactpersonen
Let op gevaar
help het slachtoffer waar hij ligt of zit
Zorg voor professionele hulp

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

afdraaiende deur
toedraaiende deur
dekking achter deur
laag blijven
dekking achter muur
randen van deur voelen
voelen aan scharnieren
deurklink voelen

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke situaties zou je overwegen de rautekgreep uit te voeren(meer antwoorden mogelijk).
A
slachtoffer zit in auto die in brand vliegt.
B
slachtoffer ligt in de regen.
C
slachtoffer ligt op modderige plaast.
D
slachtoffer ligt op snelweg.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet in de juiste volgorde: De buikstoot
1
2
3
4
geef 5 buikstoten
geef 5 rugslagen
bel 112 
motiveer te hoesten

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de juiste volgorde
A
kinlift, aanschudden/spreken, stabiele zijligging
B
stabiele zijligging, aanschudden/spreken, kinlift
C
aanschudden/spreken, kinlift, stabiele zijligging
D
aanschudden, kinlift, aanspreken, stabiele zijligging

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de kenmerken bij Shock
A
misselijk, ziek gevoel
B
bleke, koude, zweterige huid
C
neiging tot veel praten
D
verminderd bewustzijn

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

huidverbranding
gedeeltelijke verbranding
gehele verbranding
Rode huid 
 

Pijn
Veel pijn
Blaren
Geen pijn
Witte of verkoolde huid

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke handeling hoort niet bij een bloedneus
A
Eerst neus snuiten.
B
Knijp neus dicht onder neusbotje.
C
Houdt het hoofd achterover.
D
Bij gebroken neus niet snuiten.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wondsnelverband
(welke hoort er niet bij)
A
Verbind naar hart toe.
B
Ontsmet de wond.
C
Vraag of het niet te strak zit.
D
Leg het wondkussen op de wond, zonder verschuiven.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is handhygiëne belangrijk
A
Bescherming van jezelf
B
Bescherming van patiënt/slachtoffer
C
Om geen bacteriën en virussen over te dragen
D
T'is wel zo fris

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welk verband ga je gebruiken bij een slagaderlijke bloeding
A
wonddrukverband
B
traumazwachtel
C
papieren zakdoekje
D
tourniquet

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk kenmerk zie je bij een slagaderlijke bloeding
A
Geen verschil met andere bloedingen.
B
Is wisselend.
C
Het bloed loopt er rustig uit.
D
Het bloed spuit er met kracht uit.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de onderdelen van de kleine bloedsomloop in de juiste volgorde.
Longen
Kleine bloedsomloop
rechterkamer
longaders
longslagaders
linkerboezem

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kleding van een klasgenoot staat in de brand. Je weet niet hoe de brand is ontstaan. Wat doe je?
A
Je zet de leerling snel onder de douche.
B
Je gebruikt de koolstofdioxideblusser en blust de kleding van de klasgenoot
C
Je rolt de klasgenoot in een branddeken
D
Je gooit water over de leerling heen.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beste definitie van brandbestrijding?
A
Blussen
B
De branddriehoek verbreken
C
zuurstof weghalen
D
zuurstof toevoegen

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder staan 5 blusmiddelen. Sleep alle juiste weggenomen brandvoorwaarden naar elk blusmiddel.
Water
Schuim
Blusdeken
Poeder
CO2-blusser
Zuurstof
Zuurstof
Zuurstof
Zuurstof en ontbrandings-temperatuur
Zuurstof en ontbrandings-temperatuur

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat zijn symptomen van onderkoeling?
A
Rode huid, verwardheid, vertraagde ademhaling
B
Rode huid, verwardheid, versnelde ademhaling
C
Bleke huid, verwardheid, vertraagde ademhaling
D
Bleke huid, verwardheid, versnelde ademhaling

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je bij iemand de oververhit is?
A
Hevig transpireren en hijgen
B
Hevig transpireren, hijgen en hoesten
C
Hevig transpireren, duizelig, maagkramp, vermoeid, bleke en koele huid
D
Koele huid en vermoeid

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een tourniquet plaats je alleen...
A
Om buik en hals
B
Om alle lichaamsdelen
C
Om de ledematen

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vlam in de pan, wat nu?
A
Water er overheen gooien
B
Deksel op de pan doen
C
Fornuis uitzetten
D
Blazen

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies