In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De wet van Ohm en weerstand
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Doel van de les
Aan het einde van de les kan je de wet van Ohm uitleggen en weet je wat een weerstand is.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het doel van de les en geef aan wat de leerlingen aan het einde van de les moeten kunnen.
Wat weet je al over de wet van Ohm en weerstand?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Elektrische stroom
Elektrische stroom wordt gemeten in ampère (A) en is de hoeveelheid elektrische lading die per seconde langs een draad beweegt.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat elektrische stroom is en hoe het wordt gemeten.
Spanning
Spanning wordt gemeten in volt (V) en is de kracht waarmee de elektrische stroom door de draad beweegt.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat spanning is en hoe het wordt gemeten.
Weerstand
Weerstand wordt gemeten in ohm (Ω) en is de mate waarin een materiaal de beweging van elektrische stroom belemmert.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat weerstand is en hoe het wordt gemeten.
Wat is de eenheid van weerstand?
A
Ampère (A)
B
Volt (V)
C
Joule (J)
D
Ohm (Ω)
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de eenheid van spanning?
A
Volt (V)
B
Ampère (A)
C
Joule (J)
D
Ohm (Ω)
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de eenheid van elektrische stroom?
A
Ampère (A)
B
Volt (V)
C
Joule (J)
D
Ohm (Ω)
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De wet van Ohm
De wet van Ohm stelt dat de stroomsterkte door een geleider evenredig is met de aangelegde spanning, en omgekeerd evenredig met de weerstand.
Slide 10 - Tekstslide
Leg de wet van Ohm uit en laat zien hoe deze formule werkt.
Formule van de wet van Ohm
De formule van de wet van Ohm is I = U / R, waarbij I de stroomsterkte is in ampère, U de spanning is in volt en R de weerstand is in ohm.
Slide 11 - Tekstslide
Laat zien hoe de formule van de wet van Ohm werkt.
Voorbeeld 1
Als de spanning 12 volt is en de weerstand 4 ohm, wat is dan de stroomsterkte?
Slide 12 - Tekstslide
Laat zien hoe de formule van de wet van Ohm kan worden gebruikt om een voorbeeldprobleem op te lossen.
Antwoord voorbeeld 1
Het antwoord is 3 ampère (I = U / R = 12 / 4 = 3).
Slide 13 - Tekstslide
Laat zien hoe het antwoord van het voorbeeldprobleem is berekend.
Voorbeeld 2
Als de stroomsterkte 5 ampère is en de spanning 20 volt is, wat is dan de weerstand?
Slide 14 - Tekstslide
Laat zien hoe de formule van de wet van Ohm kan worden gebruikt om een voorbeeldprobleem op te lossen.
Antwoord voorbeeld 2
Het antwoord is 4 ohm (R = U / I = 20 / 5 = 4).
Slide 15 - Tekstslide
Laat zien hoe het antwoord van het voorbeeldprobleem is berekend.
Samenvatting
Je hebt geleerd wat de wet van Ohm is en hoe deze werkt. Je weet nu ook wat weerstand is en hoe deze wordt gemeten.
Slide 16 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en controleer of de leerlingen de doelstelling van de les hebben bereikt.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 19 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.