Woorden H5

Ga rustig zitten.
Heb je je laptop opgestart?
Is je telefoon uit en uit het zicht?



Zie je de 2 verschillende afbeeldingen?

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ga rustig zitten.
Heb je je laptop opgestart?
Is je telefoon uit en uit het zicht?



Zie je de 2 verschillende afbeeldingen?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Na deze lessen weet je:
  • hoe je de betekenis van een moeilijk woord kunt vinden in een tekst.

Slide 2 - Tekstslide

Planning van deze les
* uitleg 
* vragen LessonUp
* opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent:
hippopotomonstrosesquippedalio
fobie
A
angst voor kleine ruimtes
B
angst voor kippen
C
angst voor harde geluiden
D
angst voor lange woorden

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent: eloquent
A
welbespraakt
B
vertrouwen
C
oproep
D
aangenaam

Slide 5 - Quizvraag

Betekenis van een moeilijk woord vinden:
1. Begrijp je de tekst zonder het woord?
2. Lees terug of vooruit.

Zoek een: beschrijving, voorbeeld, synoniem of tegenstelling.
3. Is het een samenstelling?
4. Bekijk de afbeelding.
5. Zoek het woord op.

Welke betekenis past het best?

Slide 6 - Tekstslide

Zoeken in  het online woordenboek
-> het enkelvoud
    harpisten - harpist
-> het hele werkwoord
    inspireert - inspireren
-> de korte vorm van het woord
    ideale - ideaal
-> een deel van de samenstelling
    fitnessstudio - fitness + studio

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de eerste stap als je een moeilijk woord leest in een tekst?
A
Begrijp je de tekst ook zonder het woord?
B
Kijk of het een samenstelling is.
C
Zoek in de zinnen eromheen.
D
Bekijk de afbeelding.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kun je de betekenis van moeilijke woorden vinden?
A
Zoeken naar een synoniem, een tegenstelling of een omschrijving
B
Zoeken naar een voorbeeld in de tekst
C
Alle drie de antwoorden zijn juist
D
Letten op bekende woorddelen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een synoniem?
A
Een woord met ongeveer dezelfde betekenis
B
Een woord dat het tegenovergestelde betekent
C
Een moeilijk woord
D
Een uitdrukking

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een manier om een woord op te zoeken in het (online) woordenboek?
A
Begrijp je de tekst zonder het woord?
B
Zoek in de zinnen eromheen.
C
Zoek bij het hele werkwoord.
D
Bekijk de afbeelding.

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent "assesmentcenter"
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Wat betekend:"geconfisqueerd"?
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Zelfstandig werken
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
3BK: Hoofdstuk 5, paragraaf 5.5 Woorden, opdracht 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 14 en Test jezelf.

3AG: Hoofdstuk 5, paragraaf 5.5 Woorden, opdracht 2, 3, 4, 8, 11, 12, 13, 14, 15 en Test jezelf.
Hoe
Alleen en in stilte
Tijd
rest van de les
Klaar?
'werken aan je boek-/ filmverslag.
Resultaat

Slide 14 - Tekstslide