2: Nederland

2: Nederland
Aan het einde van de les heb je nieuwe woorden geleerd.
Aan het einde van de les heb je geoefend met het beantwoorden van de vragen over de tekst
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2: Nederland
Aan het einde van de les heb je nieuwe woorden geleerd.
Aan het einde van de les heb je geoefend met het beantwoorden van de vragen over de tekst

Slide 1 - Tekstslide

Welke buurlanden heeft Nederland?

Slide 2 - Woordweb

Welke provincies in Nederland ken je?

Slide 3 - Woordweb

Zelf lezen
Moeilijke woord? -> onderstreep!
timer
4:00

Slide 4 - Tekstslide

moeilijke woorden

Slide 5 - Woordweb

werkloos

Slide 6 - Tekstslide

bang
  • angstig
  • zin: Ik ben bang voor de hond.
  • zin: Denk je dat we snel een ander huis krijgen? Ik ben bang van niet. 

Slide 7 - Tekstslide

laag - lage (bnw)
  • dicht bij de grond
  • laag < -- > hoog
  • laag - lager - laagst

  • zin: Voor de bank staat een lage tafel.
18

Slide 8 - Tekstslide

het ijs
Op de Noordpool ligt altijd ijs.

De ijsbeer staat op het ijs.

Slide 9 - Tekstslide

de berg (znw)
  • een hoog deel van de aarde
  • de berg - de bergen

  • zin: In Nederland hebben we geen bergen.
  • zin: De hoogste berg ter wereld is de Mount Everest.
7

Slide 10 - Tekstslide

de baan
  • het werk dat je doet voor geld
  • de baan - de banen
  • zin:  Zij heeft een nieuwe baan op een andere school.
5

Slide 11 - Tekstslide

de buitenlander
In Nederland wonen veel buitenlanders.
de alleenstaande
De alleenstaande vader zorgt voor zijn kind.

Slide 12 - Tekstslide

koel = niet warm 
de afvalberg

Slide 13 - Tekstslide

de helft
  • 50 % van alles 
  • de helft - de helften
  • zin: Ik geef de helft van mijn eten weg.
  • zin: Ik heb de helft van de opdrachten af.

Slide 14 - Tekstslide

Wij lezen het verhaal.
Samen. 

Slide 15 - Tekstslide

regel 1 t/m 26
Samen. 

Slide 16 - Tekstslide

Turkije is 300 km lang.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

regel 28 t/m 41
Samen. 

Slide 18 - Tekstslide

Willem-Alexander is de president van Nederland
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

regel 42 t/m 58
Samen. 

Slide 20 - Tekstslide

In de winter kun je soms schaatsen
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Maak de opdrachten

Slide 22 - Tekstslide

wat heb je geleerd?

Slide 23 - Woordweb