‘Het zijn twee heel moedige personages die, weliswaar in gevecht met hun eigen demonen, het gesprek met elkaar aangaan. Beiden ontwikkelen gevoelens waarvan ze dachten dat ze die nooit zouden kunnen voelen. Voor Soumia is dat comfort, wat ze voorheen alleen nog op haar eigen kamer voelde en nu van alle mensen uitgerekend ook bij hem. Voor Luc is dat de empathie die hij voor haar ontwikkelt, vergezeld met gevoelens van schuld daarover ten opzichte van zijn naasten, die niets van “mensen als Soumia” moeten hebben.’ Daarom vind ik het ook zo moedig dat Soumia en Luc in de mix van luide stemmen uit hun omgeving, naar hun eigen innerlijke stemmetje, dat heel zachtjes klinkt, hebben willen luisteren.’