4TU.Schools
For the Engineers of the Future!

Hoe zijn textiel en computers met elkaar verweven?

Ondertitel
Hoe zijn textiel en computers met elkaar verweven?
Aan de slag met de koppeling tussen weven en computertaal
1 / 35
next
Slide 1: Slide
WiskundeNatuur, Leven en Technologie+3Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2-4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Introduction

Textiel en computers lijken misschien in verschillende werelden te horen, maar de twee hebben verrassend veel met elkaar te maken! In deze les wordt een introductie tot verschillende soorten textiel gegeven, waarna de focus wordt gelegd op weven. Leerlingen gaan zelf met werkbladen aan de slag, en leren over de koppeling tussen weven en computertaal.

Instructions

Voorkennis van leerlingen
De leerlingen hebben geen voorkennis nodig.

Voorbereiding voor docent
In de les gaan leerlingen met werkbladen aan de slag. Hou er rekening mee dat deze voorafgaand aan de les geprint zijn.

Leerdoelen/vaardigheden
Na deze les...
  • Kan ik verschillende weefbindingen herkennen.
  • Weet ik de verschillen tussen verschillende weefgetouwen
  • Weet ik wat weven en programmeren met elkaar te maken hebben.
Aansluiting curriculum
Deze les sluit aan bij de volgende onderwerpen:

Wiskunde:
  • wiskundige vaardigheden
Informatica: 
  • grondslagen 
NLT: 



Worksheets

Items in this lesson

Ondertitel
Hoe zijn textiel en computers met elkaar verweven?
Aan de slag met de koppeling tussen weven en computertaal

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Les 1. Wat is creativiteit?
Informatie voor de docent
Vooraf
Print de werkbladen. 


Benodigdheden
Iconen







Zet het vinkje 'toon bij leerling' aan
Toon notities bij elke dia
Navigeren door de les
2 geprinte werkbladen 
Klik hier
Laptop voor elke leerling
Schaar voor elke leerling
Hotspot met meer informatie

Slide 2 - Slide

Deze les maakt gebruik van geprinte werkbladen. Het is aan te raden deze voorafgaand aan de les geprint te hebben. 
Les 1. Wat is creativiteit?
Leerdoelen
Na deze les...

  • Kan ik verschillende weefbindingen herkennen.
  • Weet ik de verschillen tussen verschillende weefgetouwen.
  • Weet ik wat weven en programmeren met elkaar te maken hebben.

Slide 3 - Slide

In deze les maken leerlingen vanuit het perspectief van textiel kennis met de overlap met de technische kant. Hier worden expliciete koppelingen met programmeren voor gemaakt. 
Les 1. Wat is creativiteit?
Textielsoorten
Haken
Met één haaknaald haal je de draad door een vorige lus. Haken kan niet machinaal worden gedaan. 
Textiel is stof gemaakt van draden. Dit zijn 4 belangrijke manieren om stoffen te maken van draad:
Weven
Horizontale draden en verticale draden worden in elkaar gevlochten
Breien
Een lange draad wordt met lussen in elkaar gezet tot stof. Eerst zet je een rij lussen op één breinaald. Met een andere naald haal je steeds een draad door een lus en maak je weer een nieuwe rij lussen. Een breimachine doet dat zeer snel. 
Vilten
Bij vilten worden vezels tot een lap stof aan elkaar gewreven. Ze zitten dan chaotisch in elkaar. 

Slide 4 - Slide

Ter introductie op de verschillende manieren om stoffen te maken.  Leerlingen kunnen ook zelf de korte toelichtingen lezen bij de manieren waarop stoffen gemaakt kunnen worden.
Bekijk 2 kledingstukken en typ of het geweven, gebreid, gehaakt of gevilt is. Geef hierbij aan wat voor kledingstuk het is.


Slide 5 - Mind map

Om na te denken over de verschillende manieren waarop textiel gemaakt kan worden, kijken leerlingen naar hun eigen kleding. 

Deze opdracht kan ook expliciet in tweetallen uitgevoerd worden.

 Vraag
Hoe is denim (spijkerstof) gemaakt?
A
Geweven
B
Gebreid
C
Gehaakt
D
Gevilt

Slide 6 - Quiz

Mogelijk is er al een spijkerbroek of spijkerjasje genoemd in de vorige vraag. Later in de les wordt denim nogmaals aangehaald om verder in te gaan op geweven stoffen. 
Les 1. Wat is creativiteit?
Weven
Verticale draden worden gespannen. De horizontale draden worden boven en onder de verticale draden gevlochten. 

Slide 7 - Slide

De rest van deze les gaat over weven, waarbij de manier waarop de stof gevormd wordt hier het startpunt geeft.
Les 1. Wat is creativiteit?
Geweven stoffen

Slide 8 - Slide

Geweven stoffen kunnen er heel divers uitzien, maar zijn in de structuur dus allemaal hetzelfde opgebouwd: er zijn verticale draden gespannen (schering/ketting), waar vervolgens horizontale draden (inslag) boven- en onderdoor worden gevlochten. 
Les 1. Wat is creativiteit?
Bindingen
Het patroon waarop de horizontale draden over en onder de verticale draden bewegen, heet een binding.

Twee voorbeelden zijn een platbinding en een keperbinding.

Slide 9 - Slide

De manier waarop de inslag boven- en onderdoor de kettingdaden wordt gevlochten bepaalt de binding.
Deze slide introduceert twee typen bindingen: de platbinding, ook wel linnenbinding genoemd, en de keperbinding.
Les 1. Wat is creativiteit?
Bindingen
Platbinding
De horizontale draden worden om-en-om de verticale draden geregen.

Slide 10 - Slide

In deze slide wordt de platbinding/linnenbinding uitgelicht. Dit is de meest voor zichzelf sprekende binding, waarbij een inslagdraad steeds onder en boven één kettingdraad door gaat.
Les 1. Wat is creativiteit?
Bindingen
Keperbinding
De horizontale draden slaan een aantal verticale draden over. Zo lijken er schuine lijnen te ontstaan, zoals bij denim

Slide 11 - Slide

In deze slide wordt de keperbinding toegelicht. Hierbij gaan de inslagdraden niet onder en boven elke kettingdraad door, maar worden er draden overgeslagen. Deze binding maakt een stof soepeler.

 Vraag
Bekijk denim op internet of in het echt.
Waarom lijkt veel denim meer blauw van buiten, maar meer wit van binnen? 

Typ hier je antwoord:

Slide 12 - Open question

Doordat de blauwe inslagdraden aan de buitenkant van de stof een aantal kettingdraden overslaan, lijkt de buitenkant blauwer, terwijl de binnenkant wit lijkt doordat er meer van de witte schering te zien is.

Deze vraag kan ook klassikaal worden besproken, of in groepjes.
1. Knip alle witte stroken uit. 
2. Knip alle zwarte stroken in tot de bovenkant.
3. De zwarte stroken zijn de verticale draden
Deze zitten normaal vast in het weefgetouw en heten 'de ketting'.
4. De witte stroken zijn je horizontale draden
Deze weef je heen en weer in de ketting. De horizontale draden heten 'de inslag'. 
Werkblad opdracht 

Slide 13 - Slide

De stappen in deze slide geven de voorbereiding voor de verschillende opdrachten die leerlingen met het werkblad kunnen uitvoeren. De opdrachten volgen op de volgende drie slides. 
Werkblad opdracht 
Weef dit patroon op het werkblad
timer
2:00

Slide 14 - Slide

Leerlingen kunnen het patroon naweven met hun werkblad. Geef hier enkele minuten de tijd voor.
Werkblad opdracht 
Weef dit patroon op het werkblad
timer
2:00

Slide 15 - Slide

Leerlingen kunnen het patroon naweven met hun werkblad. Geef hier enkele minuten de tijd voor.
Werkblad opdracht 
Weef dit patroon op het werkblad
timer
2:00

Slide 16 - Slide

Leerlingen kunnen het patroon naweven met hun werkblad. Geef hier enkele minuten de tijd voor.
Les 1. Wat is creativiteit?
Deze binding 
zorgt ervoor dat stof gaat glanzen. De naam van deze binding is vaak ook de naam van de stof.
Glanzende stof 

Slide 17 - Slide

Er wordt een extra binding geïntroduceerd. Leerlingen wordt gevraagd naar de naam van deze glanzende stof op de volgende slide.

 Vraag
Hoe heet de binding die ervoor zorgt dat stof gaat glanzen? 
A
Viscose
B
Zijde
C
Linnen
D
Satijn

Slide 18 - Quiz

De satijnbinding lijkt op een keperbinding, maar de inslag gaat bij de satijnbinding over meer dan 3 kettingdraden.

 Vraag
Antwoord
Deze binding heet satijn

Viscose, zijde en linnen zijn de namen van het materiaal dat wordt geweven. 

Vaak worden viscose en zijde geweven met een satijnbinding en zo wordt de stof glanzend. 

Slide 19 - Slide

Zijde, viscose en linnen zijn materialen waarmee een satijnbinding geweven kan worden.
Eventueel kunnen leerlingen de binding naweven met hun werkblad, als dit past in de tijd en als het past bij de klas.
Les 1. Wat is creativiteit?
Weefgetouwen
Er zijn veel verschillende soorten manieren van weven. 
Je kan zelfs heel smal weven, als je een weefkam gebruikt. 


Tegenwoordig bestaan er ook computergestuurde weefmachines, waar tekeningen mee geweven kunnen worden. 

Slide 20 - Slide

De enorme diversiteit van weefmogelijkheden wordt uitgelicht. In de rest van de les gaan we verder in op verschillende soorten weefgetouwen.
Les 1. Wat is creativiteit?
Weefgetouwen
In deze les geven we een korte introductie van 2 type weefgetouwen. 


Weefgetouw met 
schachten
Jacquardgetouw
met ponskaarten

Slide 21 - Slide

Bij een Jacquardgetouw kunnen veel complexere patronen geweven worden dan bij een simpeler schachtengetouw. Hoe meer schachten, hoe meer vrijheid in het weven van verschillende soorten patronen.
Les 1. Wat is creativiteit?
Kettingdraden omhoog
Kettingdraden naar beneden
Inslagdraad
Het verschil tussen de twee soorten weefgetouwen heeft te maken met hoe de gespannen kettingdraden kunnen worden opgetild

En daardoor dus welke patronen je kan maken.
Weefgetouwen

Slide 22 - Slide

Detailfoto van een weefgetouw
Sleepopdracht
Sleep de twee type weefgetouwen, weefgetouw met schachten en het jacquardgetouw met ponskaarten, naar de juiste omschrijving. 
Gespannen ketting draden kunnen elk individueel worden opgetild
Gespannen ketting draden kunnen alleen in groepen worden opgetild

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Les 1. Wat is creativiteit?
Schachten
Deze weefgetouwen hebben vaak 4 tot 10 schachten

Elke kettingdraad  zit vast aan 1 schacht. 

Als je een of meer schachten omhoog brengt dan gaan alle draden die vastzitten aan die schachten ook omhoog.

Doordat je de kettingdraden in groepen omhoog tilt, zijn de weefpatronen vaak geometrisch.

Je kan niet geen of alle schachten omhoog doen, want dan gaat de inslagdraad boven of onder alle kettingdraden, en niet ertussen. 
Schachten omhoog en naar beneden

Slide 24 - Slide

Met een schachtweefgetouw kunnen vooral geometrische patronen geweven worden.
Bespreek eventueel met de leerlingen hoe het kan dat je met meer schachten complexere patronen kan weven.
Schachten bedienen
1. Teken in de vakjes de schachten die omhoog gaan om een weefpatroon te visualiseren.

2. Bepaal aan de hand van de programmeerregels welke schachten er omhoog gaan en teken deze in het weefpatroon.

3. Welke weefbinding heb je in opdracht 2 getekend?
Werkblad opdracht 

Slide 25 - Slide

De stappen in deze slide zijn ter ondersteuning van het werkblad.
Les 1. Wat is creativiteit?
Jacquard
Een Jacquard weefgetouw heeft ponskaarten met gaatjes erin. Elk gaatje hoort bij 1 kettingdraad

Als er een gaatje zit, dan kan de draad omhoog getrokken worden. Als er geen gaatje zit wordt dit tegengehouden en blijft de kettingdraad omlaag.

Omdat elke individuele kettingdraad apart omhoog kan worden getrokken kan je met deze techniek ook organische patronen en vormen maken. 

Slide 26 - Slide

De foto laat een serie ponskaarten zien, die samen uiteindelijk een patroon vormen voor een figuur.

Artikel
Lees de volgende twee korte artikelen van het 
Science museum in London. 


Je kan de artikelen vertalen naar het Nederlands. 
Hierna komen er 2 vragen over. 
timer
5:00

Slide 27 - Slide

Laat de leerlingen individueel de artikelen lezen. Geef ze hier eventueel meer tijd voor, mocht dit nodig zijn.


Omschrijf in je eigen woorden waarom het jacquardgetouw vaak wordt gezien als de voorloper van de moderne computer

Slide 28 - Mind map

Vraag leerlingen klassikaal naar de informatie die ze net in de artikelen gelezen hebben.

Het jacquardgetouw is een soort hele vroege computer: Door middel van een binair systeem (gaatje / geen gaatje) wordt een bepaald patroon bepaald.
Computers werken ook door een binair systeem.

Vraag
Het jacquardgetouw gebruikt als het ware een binaire code. Er zijn 2 opties, touw gaat omhoog of touw gaat niet omhoog. Welke tekens worden er gebruikt voor de binaire code van een computer
A
"1" en "2"
B
"Aan" en "Uit"
C
"X" en "O"
D
"1" en "0"

Slide 29 - Quiz

Hier wordt voorkennis van leerlingen getest: dat de binaire code van computers bestaat uit 1 en 0.
Noem 3 dingen die je interessant of leuk vond aan deze les in 3 aparte antwoorden.

Slide 30 - Mind map

Nabespreking
Bespreek de input van de leerlingen. Worden er dingen genoemd die bij meer antwoorden terugkomen? Zijn er dingen genoteerd waar anderen het totaal niet mee eens zijn? Zijn er opvallende antwoorden?

Les 1. Wat is creativiteit?
Terugblik
Je hebt in deze les: 

  • Geleerd over verschillende weefgetouwen, weefbindingen en hoe je deze bindingen kunt herkennen.
  • Geleerd over de verbinding tussen weven en programmeren.

Slide 31 - Slide

Terugblik. Eventueel kan je hier verder ingaan op de terugblik van de leerlingen uit de vorige slide.
Les 1. Wat is creativiteit?
Geïnspireerd?
Vond je dit een leuke les? Dan is één van de volgende vervolgopleidingen misschien iets voor jou. 


Slide 32 - Slide

Opleidingen die passen bij deze les zijn industrieel ontwerpen/industrial design (op universitair niveau) of industrieel product ontwerpen, de kunstacademie of ICT (hbo niveau)
Les 1. Wat is creativiteit?
De makers van deze les willen graag weten wat je van de les vond.

Ga daarvoor naar de (korte) vragenlijst:


Heel veel dank!

Feedback gevraagd
Klik op de link of scan de QR-code

Slide 33 - Slide

Vraag de leerlingen om feedback door de QR-code te scannen of door de link over te nemen.
Les 1. Wat is creativiteit?
Auteurs
Pre-TU/e - Tess Geerts 

Powered by
4TU

Meer informatie of opmerkingen
https://www.4tu.nl/vo/
Colofon

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Les 1. Wat is creativiteit?
Devendorf, L., De Koninck, S., & Sandry, E. (2022). An Introduction to Weave Structure for HCI: a how-to and reflection on modes of exchange. Designing Interactive Systems Conference. https://doi.org/10.1145/3532106.3534567

Foto's van weefgetouwen en toebehoren zijn gemaakt in het Weverijmuseum Geldrop

Foto's van stoffen: Privécollectie




Bronnen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions