This lesson contains 9 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 35 min
Introduction
Les 3 acteren
We laten zien wat film acteren is en de leerlingen gaan natuurlijk zelf aan de slag. De LessonUp leidt je door de les heen.
Het eerste onderdeel is klassikaal; beroepsacteurs geven aan waar je op moet letten bij het acteren in een film.
Het tweede deel wordt er gewerkt in groepen; leerlingen gaan zelf acteren. Verdeel de leerlingen in groep van ongeveer zes. Werken in subgroepen heeft veel voordelen. Het verhoogt betrokkenheid van de leerlingen.
Twee zaken om op te letten bij deze les:
1. spelen in een film is zogenaamd ‘klein spel’. Geen overdreven gebaren. Het draait om subtiel spelen.
2. bij een instructiefilmpje zien we ‘Take 7’. Goed om aan de kinderen uit te leggen dat je soms meerdere shots moet maken. Soms omdat een shot niet goed is, soms om vanuit een ander kader te filmen. Zodat de editor kan kiezen uit verschillende takes. (shot camera aan & uit) meerdere van dezelfde shots noem je takes!
Instructions
Benodigdheden:
Digibord met geluid, verbonden met het internet
LessonUp-les ‘De Filmfabriek, gr 3/4, les 3’
Bijlage 3.1: Begrippenlijst acteren (gr 1 t/m 8, les 3)
Bijlage 3.2: Werkblad rolverdeling (gr 3 t/m 8, les 3) kopie voor de leerkracht
Bijlage 3.3: Werkblad kleding en accessoires (gr 3/4, les 3) kopie per twee leerlingen.
Bijlage 3.4 Werkblad personages (gr 3/4, les 3)
Lesinhoud:
Verkenning: inhoud en introductie
Informatie: emoties, mimiek, stem en houding personages
Opdracht: personages
Opdracht: acteren
Afsluiting: emoties en personages bespreken
Voorbereiding:
Bekijk de onderstaande lesbeschrijving en de bijbehorende LessonUp-les en zet deze voor aanvang van de les klaar.
Bekijk bijlage 3.1 (begrippenlijst).
Print bijlage 3.2 (werkblad rolverdeling).
Print bijlage 3.3 (werkblad personage) voor elke leerling. Dit werkblad is ook nodig in les 4
Leerdoel:
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen verschillende personages spelen en daarbij gebruik maken van hun gezicht, stem en lichaam. De leerlingen kennen de begrippen ‘emotie’, ‘mimiek’ en ‘houding’.
Worksheets
Items in this lesson
GROEP 3/4
LES 3: Acteren
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Les 3
Acteren
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Slide 3 - Video
Bekijk het filmpje met Rein en Nikita.
Introductie
Eén leerling beeld iets uit. Kan je raden wat?
Is het duidelijk? Waarom wel of niet?
Slide 4 - Slide
Vraag een leerling naar voren en fluister hem/haar een personage in het oor wie hij/zij moet uitbeelden, zoals:
- een politie agent
- een oude opa/oma
- een geheime boef
- iemand uit jullie verhaal
Kunnen de andere leerlingen raden welke persoon er wordt uitgebeeld? Zo ja, vraag dan enkele nieuwe leerlingen naar voren, en fluister hen een nieuwe opdracht in het oor.
In plaats van personages kunnen de kinderen ook plekken uitbeelden en/of handelingen.
Voorbeelden plekken:
Voetbalveld
schoolplein
bibliotheek
Voorbeelden handelingen:
Afwassen
Schilderen
Zingen
Tip!
Print de bijlage met de uitbeeld opdrachten
Blij
Boos
Bang
Verdrietig
Emoties, mimiek, stem en houding
Acteurs doen alsof ze een bepaald gevoel hebben; een emotie.
Acteurs gebruiken hun mimiek (gezichtsuitdrukking), stem en houding (lichaam) om de emotie zo goed mogelijk te spelen.
Slide 5 - Slide
Jullie hebben net personen, handelingen en/of plekken uitgebeeld. Vertel de leerlingen dat jullie nu de emoties gaan spelen.
Bekijk de afbeeldingen van de emoties. Vertel dat acteurs mensen zijn die doen alsof ze iemand anders zijn.
Ze doen dan ook alsof ze een bepaald gevoel hebben. Gevoel noemen we ‘emotie’. De meest bekende emoties zijn blij, boos, bang en verdrietig.
Wijs één van de plaatjes op de slide aan. Kunnen de leerlingen deze emotie nadoen met hun gezicht?
Als je acteert (dus doet alsof) gebruik je je: mimiek = gezichtsuitdrukking),
Vertel dat de rollen worden verdeeld! Bedenk samen wie geschikt is voor welke rol uit het eigen filmverhaal. Verdeel de rollen en noteer dit in bijlage 3.2: Werkblad rolverdeling.
Geef elke leerling een kopie van bijlage 3.3: Werkblad personage. Laat de leerlingen hun naam bovenaan het werkblad zetten. Laat ze vervolgens bedenken welke emotie(s) en handelingen het best bij hun rol passen. Laat ze deze hokjes aankruisen.
Bewegen
Hoe bewegen de personages?
Stilte op de set
Camera klaar?
Geluid klaar?
En....Actie
Acteren
Speel stukjes uit jullie filmverhaal
Slide 7 - Slide
Acteren en filmen
Laat de leerlingen hun eigen personage spelen;
Hoe loopt of spreekt het personage?
Wat doet het personage?
Welke emotie past bij het personage?
Doe deze oefening en film de kinderen om te oefenen.
Gebruik deze acties steeds:
Stilte op de set
Camera klaar?
Geluid klaar?
En....Actie
Cut
Na de actie wachten de kinderen 2 seconden en dan beginnen ze met acteren.
Als er cut wordt geroepen staan de kinderen stil/ stoppen de kinderen met acteren en gaat de camera uit.
Tip!
Speel stukjes uit het verhaal na.
Afsluiting
Welke emotie vind je leuk om te spelen? Welk personage lijkt je moeilijk om te spelen? Waarom?
Slide 8 - Slide
Bespreek welke emotie en/of welk personage het moeilijkst is om te spelen. En welke emotie vinden de leerlingen het leukst om te spelen? Waarom?