This lesson contains 9 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Introduction
Les 4 Art Direction
In les één heb je samen met de leerlingen het verhaal bedacht en uitgewerkt in een scenario. In les twee kwam de visualisering en de volgorde van het verhaal aan bod via het storyboard. Daarmee is een stevig begin gemaakt voor de volgende stap. In de filmwereld bekend als ´art direction´.
Art direction is de stap waarin het verhaal verdere invulling krijgt. Hoe ziet de acteur er uit? Op welke plekken zal straks worden gefilmd? Welke spullen zijn er allemaal nodig om acteurs en omgeving verder ‘aan te kleden’. Dit is de les waarin de leerlingen bekend raken met nieuwe woorden als rekwisiteur, grimeur en locatiescout. Zij zijn minstens zo belangrijk als acteurs en de regisseur. Want zonder goede aankleding en zonder een goede locatie kan een film niet worden gemaakt.
Instructions
Benodigdheden:
Digibord met geluid, verbonden met het internet
LessonUp-les ‘De Filmfabriek, gr 5/6, les 4’
Bijlage 4.1: Begrippenlijst art direction
Bijlage 4.2: Werkblad art direction personage kopie per leerling
Bijlage 4.3: Kleding en accessoires kopie per tweetal
Bijlage 4.4: Werkblad inventarisatie kopie voor de leerkracht
Pennen en kleurpotloden/stiften
Evt. tijdschriften (met kleding, accessoires, attributen, locaties, etc.), scharen en
lijm
Voorbereiding:
Bekijk de onderstaande lesbeschrijving, de bijbehorende LessonUp-les en zet deze voor aanvang van de les klaar.
Print de bijlage 4.4 (werkblad inventarisatie) voor jezelf.
Print voor elke leerling bijlage 4.2 (werkblad art direction personage)
Per twee leerlingen bijlage 4.3 (kleding en accessoires).
In deze slide gaan jullie kijken naar Jacqueline Hoogendijk. Jacqueline verzorgt het haar, de make-up en de grime van acteurs.
vragen
1. Welke onderdelen van het werk van Jacqueline lijkt je leuk?
2. Wat lijkt je minder leuk aan het werk van Jacqueline?
Kleding
Wie heeft welke kleding aan en waarom?
Accesoires
Accesoires zijn onderdeel van de kleding, zoals sieraden, hoeden en schoenen.
Props
Vaak hebben de (hoofd)personen bepaalde spullen nodig. Deze voorwerpen/attributen worden in de filmwereld props genoemd.
Art direction
Slide 4 - Slide
Vertel de leerlingen aan de hand van deze en de volgende slide wat ‘art direction’ inhoudt; alles wat hoort bij de aankleding van de personages (kleding, accessoires, haar/make-up) en de filmset (locatie/decor, props).
Gezicht/type
Hoe zien de personages er uit? Wat voor types zijn het? (directeur, oud en slechthorend, verkoper, etc.)? Wat zijn hun eigenschappen (ongeduldig, gevoelig, eerlijk, grappig, etc.)?
Locatie
Waar wordt de film opgenomen? Binnen en/of buiten? Bijvoorbeeld op het schoolplein of in een bibliotheek?
Art direction
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Welk beroep
hoort bij
welk plaatje?
Art direction
Kostuumontwerper
Grimeur
Hairdresser
Locatiescout
Rekwisiteur
Slide 6 - Drag question
Doe de sleepvraag;
Koppel de namen van de beroepen aan de juiste afbeeldingen.
Antwoorden:
Kostuumontwerper: 3 houdt zich bezig met kleding
Grimeur: 2 houdt zich bezig met de make-up en grime (bijv. nepwondjes op iemands lichaam)
Hairdresser: 4 houdt zich bezig met het haar
Locatiescout: 1 zorgt voor passende locaties voor de filmopnames
Rekwisiteur: 5 zorgt voor alle props (attributen/spullen) die nodig zijn in de film
Hoe ziet jouw personage eruit? Teken je personage op werkblad 4.2 (linkerhelft) en vul de gegevens in over jouw personage (rechterhelft).
Maak eventueel gebruik van de plaatjes op werkblad 4.3.
Heb je geen personage? Werk dan samen met een andere leerling aan één van de personages, of maak een collage van de filmlocaties (hoe zien deze eruit?).
Mochten er props gemaakt moeten worden, dan kunnen die nu ook gemaakt worden.
Gebruik bijlage 5.2 en 5.3
Slide 7 - Slide
Geef elke leerling een kopie van bijlage 4.2 (werkblad art direction personage). Laat ze hier hun naam op schrijven.
Laat de leerlingen op de rechterhelft van het werkblad informatie over hun eigen personage uit hun film invullen. Als ze de gegevens hebben ingevuld, kunnen ze op de linkerhelft van het werkblad hun personage tekenen. Daarbij moeten de leerlingen goed nadenken hoe hun personage eruitziet. Ze kunnen de kleding tekenen of gebruik maken van de plaatjes op de bijlage 4.3 (kleding en accessoires) (en de plaatjes uitknippen, inkleuren en op het werkblad plakken). Laat de leerlingen de benodigde rekwisieten voor hun personage erbij tekenen. Hierbij kun je eventueel ook gebruik maken van plaatjes uit tijdschriften (bijpassende afbeeldingen uitknippen en erbij plakken).
Mochten er leerlingen zijn zonder rol, dan kunnen ze een personage samen met een andere leerling uitwerken. Of ze kunnen een moodboard/collage maken van de filmlocaties.
Indien er bepaalde rekwisieten gemaakt moeten worden, kunnen enkele leerlingen dit voor hun rekening nemen tijdens dit onderdeel van de les.
Afsluiting
Welke kleding en props zijn er nodig in de film? Wat ligt er op school en welke leerling kan wat van huis meenemen?
Zorg ervoor dat alle spullen voor les 6 op school zijn.
Gebruik bijlage 4.4
Slide 8 - Slide
Bekijk elkaars werkblad. Welke spullen (kleding en props) zijn er nodig, die niet op school liggen? Heeft iemand thuis iets liggen wat in de film gebruikt kan worden? Inventariseer wie wat mee neemt van huis. Schrijf dit op bijlage 4.4 (werkblad inventarisatie). Scan het werkblad en mail dit naar de ouders van de leerlingen of geef de leerlingen een kopie mee van het werkblad voor hun ouders, zodat zij op de hoogte zijn wat hun kind moet meenemen. Hang het werkblad vervolgens bij de deur van het klaslokaal. Laat de leerlingen dit voor les 6 (wanneer er gefilmd gaat worden) meenemen naar school. Bekijk of er ook eventueel geschminkt moet worden en vraag of één van de ouders beschikbaar is tijdens les 6.