This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Introduction
Je leert hoe je handig kunt rekenen met grote getallen. Bij economie kom je vaak miljoenen en miljarden tegen.
Items in this lesson
REKENEN MET GROTE GETALLEN
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je leert hoe je handig kunt rekenen met grote getallen. Bij economie kom je vaak miljoenen en miljarden tegen.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
25 miljard is 25.000 miljoen
43,8 miljard is 43.800 miljoen
18,93 miljard is 18.930 miljoen
0,276 miljard is 276 miljoen
Slide 5 - Slide
Schrijf 32 miljard in miljoenen.
Slide 6 - Open question
Reken uit: 27,3 miljard + 174 miljoen
Slide 7 - Open question
Reken uit: 10 miljoen x 200
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Controleer je antwoorden op de volgende slide.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Controleer je antwoorden op de volgende slide.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Wat heb je geleerd?
Slide 15 - Slide
Reken uit: 20.000 x 45 miljoen
Slide 16 - Open question
Om het inkomen per inwoner te kunnen berekenen moet het bbp van China gedeeld worden door het aantal inwoners van dat land. China heeft 1,33 miljard inwoners. Je moet dus 3,4 biljoen dollar delen door 1,33 miljard.
A
$ 255,64
B
$ 2.556,39
C
$ 25.563,90
D
$ 255.639
Slide 17 - Quiz
€ 200 miljoen x 5.000 = ...
miljoen x duizend = miljard
A
1 miljard
B
10 miljard
C
100 miljard
D
1.000 miljard
Slide 18 - Quiz
€ 100 miljoen x 8.000 = ...
A
8 miljard
B
80 miljard
C
800 miljard
D
8.000 miljard
Slide 19 - Quiz
Vul het juiste woord in.
Een kleine auto kost ongeveer 11 euro.
Op de aarde wonen ongeveer 7,1 mensen.
Nederland heeft ongeveer 17 inwoners.
miljard
miljoen
duizend
Slide 20 - Drag question
In India wonen 1.240.810.000 mensen. Dat zijn ongeveer .... inwoners.
A
B
Slide 21 - Quiz
In Rusland wonen 143.700.000 mensen. Dat zijn ongeveer .... inwoners