This lesson contains 196 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Tips & Uitleg:
Weer & Klimaat
Water
Bevolking en Ruimte
Examentraining woe 9 mei
CSE vrijdag 18 mei 09-11 uur
Slide 1 - Slide
Programma:
Tips & uitleg
Weer & Klimaat 5min pauze
Water 10 min pauze
Bevolking en Ruimte
Slide 2 - Slide
Noem 3 AK onderdelen of doelen op die je graag wilt weten op het einde van de training
Slide 3 - Open question
Hoge en lage breedte
Slide 4 - Slide
Op hoeveel graden noorderbreedte ligt Amsterdam / Nederland?
A
40
B
50
C
52
D
58
Slide 5 - Quiz
Klimaatgrafiek
J t/m D zijn maanden
rode lijn = temperatuur (zeeklimaat nooit onder 0, landklimaat wel!)
Blauwe staafjes = de neerslagverdeling
Slide 6 - Slide
Hoe ziet de neerslag eruit in een klimaatgrafiek?
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Weerselementen
Slide 10 - Mind map
www.rtl.nl
Slide 11 - Link
Welke windrichting heeft Nederland meestal? Hoe komt dat?
Slide 12 - Open question
Hoe zuidelijker in Spanje hoe warmer..
2 oorzaken:
1. breedteligging (grotere zon-invalshoek
2. invloed van het hoge druk gebied (Azoren hoog) op Atlantische Oceaan
Slide 13 - Slide
A
tekening 1
B
tekening 2
C
tekening 3
D
tekening 4
Slide 14 - Quiz
herhaling: Welke 3 'neerslagen' ken je?
Slide 15 - Open question
Spanje
1. Mediterraan klimaat
2. gematigd zee klimaat
3. landklimaat
4. steppeklimaat
5. hooggebergteklimaat
Slide 16 - Slide
Nuttige neerslag = neerslag die beschikbaar is voor gebruik, dus de neerslag minus de verdamping.
Slide 17 - Slide
1. landbouw zonder irrigatie
2. landbouw mét irrigatie
Tweedeling in landbouw Spanje
Slide 18 - Slide
Noem een oorzaak waardoor de landbouwgrond niet geschikt is..
Slide 19 - Open question
Intensieve veeteelt
Voldoende neerslag
voldoende vee (voer) gras
akkerbouw
Veel vee, weinig grond
Slide 20 - Slide
Extensieve veeteelt
In droge gebieden
Veel grond, weinig vee
(grote vlakten, prairies)
Slide 21 - Slide
Irrigatie
kunstmatig bevloeiien van het land
minder afhankelijk zijn van neerslag
winst door verbouwen van (tropische) groenten en fruit
Slide 22 - Slide
druppelirrigatie ++
beste vorm van irrigatie
gaat verzilting tegen
nauwelijks verspilling
kennis nodig
duur
Slide 23 - Slide
orkaan nadert oostkust VS
Hst 3 Het weer in de Verenigde Staten
Slide 24 - Slide
Welke klimaten komen in de VS voor?
A
De VS heeft bijna alle klimaten behalve tropisch klimaat
B
De VS kent alle klimaten
C
De VS heeft geen poolklimat
D
De VS heeft geen woestijnklimaat
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
New York ligt op dezelfde breedtegraad (40NB) als Madrid. Waarom is het weer in NY anders?
A
Door de zeestromen
B
door gebergte
C
door de breedteligging
D
Door de aflandige wind
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
NY Winter
Slide 30 - Slide
CSE vraag
Waardoor is het in Seattle ’s winters zachter en ’s zomers koeler dan in New York, terwijl beide steden ongeveer op dezelfde breedtegraad liggen?
Slide 31 - Slide
8 maximumscore 1
Uit het antwoord moet blijken dat Las Vegas aan de lijzijde van het gebergte ligt / in de regenschaduw ligt.
Slide 32 - Slide
Het oog van de orkaan, hierin is het windstil. Het oog kan een doorsnede hebben van 30 tot 50 km.
Orkanen ontstaan boven warm zeewater (26,5gr) Het zijn eerst tropische stormen (depressie) die kunnen uitgroeien tot Orkanen.
Orkanen in de VS draaien linksom, tegen de wijzers van de klok in.
Orkanen(NL) hebben verschillende namen
Hurricane in de VS
Cycloon in ZuidOost Azië
Tayfoon in Oost Azië
Orkanen zijn 'grote' jongens. De doorsnede kan wel 500 tot 1.500 km zijn.
In de VS is het ieder jaar raak. Vanaf zee trekken er 5 tot 10 orkanen per jaar via het oosten en Zuidoosten over het land.
Slide 33 - Slide
Kenmerken
Windsnelheden van 100 tot 250 km/u
Orkanen duren gemiddeld 5 tot 10 dagen
pas boven land is een orkaan uitgeraasd
Slide 34 - Slide
Het orkaangebied
Slide 35 - Slide
Ging orkaan Katrina van X naar Y of van Y naar X?
Slide 36 - Open question
Wanneer start het orkaanseizoen?
A
eind van de zomer, officieel 1 juni - 1 december
B
eind van de lente, officeel 1 april - 1 juli
C
eind van de winter, officieel 1 november - 1 februari
D
begin van de zomer, officieel 1 juni - 1 december
Slide 37 - Quiz
Welke winden zijn van grote invloed op orkanen?
A
Poolwinden
B
Westenwinden
C
Passaatwinden
D
Oostenwinden
Slide 38 - Quiz
Dit is de beroemde slurf van een tornado en vernietigd wat op zijn pad komt.
Een ander woord voor Tornado is een zeer krachtige wervelwind. Andere synoniemen: windhoos, twister of wervelwind
Tornado's ontstaan door zeer krachtige temperatuursverschillen. Soms wel 70 gr. Koude droge lucht uit het noorden botst tegen vochtige warme lucht uit het zuiden. Soms komt daar ook droge warme lucht uit het zuidwesten bij.
In midden Amerika ontstaan vaak veel tornado's. Er wordt ook wel gesproken over 'Tornado Alley'
Slide 39 - Slide
Noem 2 verschillen tussen tornado's en orkanen
Slide 40 - Open question
Joplin voor
Joplin na....
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Video
Een tornado heeft ook een oog
A
nee een tornado heeft alleen een slurf
B
ja, in de slurf maar die is kleiner dan van een orkaan
C
ik heb geen flauw idee, ik gok
D
ja, in de slurf maar die is groter dan van een orkaan
Slide 43 - Quiz
Orkanen
Groot in doorsnede (gem 1000 km)
Ontstaan boven (warme) zee
Duurt lang (max 2 weken)
windsnelheden lager, schade minder
5 a 10 per jaar
Tornado's
Veel kleiner (enkele tientallen meters)
Ontstaan boven land
Duurt kort max 10 min
windsnelheden erg hoog, schade vernietigend
tientallen per jaar
Slide 44 - Slide
Hazardmanagement?
Slide 45 - Mind map
3 onderdelen
hazard management
goed waarschuwingssysteem. Orkanen zijn makkelijk en tijdig te voorspellen. Tornado's veel moeilijker.
1
Bouwen van stevige huizen. Bijvoorbeeld stenen huizen ipv hout. Staal in daken. Hoewel Orkanen? Tornado's?
2
Rampenplan. Van te voren moet er een goed plan zijn.
3
Slide 46 - Slide
Slide 47 - Video
Orkaan Katrina 2005
Wat ging er allemaal mis? * wet van Murphy
Ondanks de juiste weersvoorspelling bleven 100.000 mensen in New Orleans. (1 miljoen Amerikanen evacueerden)
Katrina bracht niet alleen zware regenval en wind mee maar ook hoge golven. Dijken braken door dus ook waternoodsramp. (zie foto)
Veel mensen die achterbleven dachten in het begin dat het zou meevallen. Echter de meeste verdronken (doordat de stad onder water kwam te staan)
Slide 48 - Slide
Geef een reden waarom er in 2005 veel mensen tijdens orkaan Katrina in New Orleans achterbleven (zo’n 100.000 naar schatting), terwijl men verplicht moest evacueren.
Gebruik hierbij het begrip risicoperceptie.
Slide 49 - Open question
Orkanen
Groot in doorsnede (gem 1000 km)
Ontstaan boven (warme) zee
Duurt lang (max 2 weken)
windsnelheden lager, schade minder
5 a 10 per jaar
Tornado's
Veel kleiner (enkele tientallen meters)
Ontstaan boven land
Duurt kort max 10 min
windsnelheden erg hoog, schade vernietigend
tientallen per jaar
Slide 50 - Slide
timer
5:00
Slide 51 - Slide
Water
Eindexamenonderwerp
(vaak het moeilijkste onderwerp gevonden)
hst 1 Water in NL
hst 2 Water in China
hst 3 Water in M-O
Slide 52 - Slide
Slide 53 - Video
NAP staat voor ...
A
Nederlands algemeen Peil
B
Nederlands Amsterdam Peil
C
Normaal algemeen Peil
D
Normaal Amsterdams Peil
Slide 54 - Quiz
Slide 55 - Video
Dit gedeelte is laag-Nederland. Het ligt onder 0 NAP. Zonder dijken, duinen en dammen zou dit gedeelte van Nederland onderwater staan.
Laag NL is pas 12.000 jaar oud. Dat lijkt lang maar is t.o.v. andere delen erg jong. De eerste duinen ontstonden 5000 jaar geleden
Dit gedeelte is Hoog-Nederland. Sommige gebieden zijn iets hoger dan +1M Nap dus erg hoog is dat niet. In Zuid-Limburg zijn er de heuvels die boven 100m NAP liggen. De Vaalserberg heeft de top op 322m NAP.
Slide 56 - Slide
Laag NL
Door rustig een rustige zee achter duinen kon zand en klei sedimenteren*
Doordat rivieren veel zoet water brachten ontstonden er op langer termijn veen gebieden
Slide 57 - Slide
Wat is sedimentatie?
A
afzetting van zand en klei
B
vorming van veen
C
doorsijbelen van grondwater
D
wegglijden van de bodem
Slide 58 - Quiz
Rijn en Maas hebben hun *riviermonding in Nederland. Als zo'n rivier zich 'vertakt' bij zee dan noem je dit een *delta. Op aarde heb je een aantal beroemde delta gebieden.
Slide 59 - Slide
De Nijldelta
Slide 60 - Slide
De delta bij Bangladesh
Slide 61 - Slide
Slide 62 - Slide
Wat is een polder?
Slide 63 - Open question
Een polder is een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt.
Er zijn 3 soorten polders; iedere polder heeft een andere onstaanswijze en kenmerkende hoogteligging
Slide 64 - Slide
Polders
Vroeger werd het overtollige water door watermolens weggepompt. Tegenwoordig gebeurd dat met gemalen.
Er zijn 4000 polders in NL. Heel West-Nl is grotendeels polderland
Slide 65 - Slide
Slide 66 - Video
Zeepolder
Een zeepolder ligt aan zee en onstaat door sedimentatie van zand en klei. Zeepolders liggen ongeveer op zeeniveau
Slide 67 - Slide
Veenpolder
Een veenpolder was vroeger een veenmoerras. De boeren maakte deze geschikt voor landbouw door het gebied te ontwateren. (sloten graven) Door de ontwatering zakte het land in. Het veen is massaal afgegraven.
Slide 68 - Slide
Wat is een andere naam voor ontwateren?
A
ontzuiveren
B
ontslibben
C
bewateren
D
draineren
Slide 69 - Quiz
Waarom wilde men veen vroeger afgraven?
A
Men had de ruimte nodig voor te bouwen
B
Men kon het water goed gebruiken.
C
Men gebruikte het als brandstof, werd turf
D
Het veen werd gebruikt als voer voor vee
Slide 70 - Quiz
Droogmakerij
De bekendste en jongste polders zijn droogmakerijen. Letterlijk hebben ze meren of stukken zee droog gemaakt. Eerst werd een dijk aangelegd en later werd het drooggemaakt.
Slide 71 - Slide
Water regelen
Boeren willen een goede grondwater stand. *water wat tussen zand- en kleideeltjes in de grond zit.
Hoogte van grondwaterstand kun je regelen met oppervlaktewater door sloten en kanalen
Slide 72 - Slide
Boezem?
Slide 73 - Mind map
Een polder kan door neerslag te veel water krijgen of door kwel. Wat is kwel?
Slide 74 - Open question
Hoog Nederland
Hoog Nederland heeft een natuurlijke afwatering. Door hoogte verschillen loopt het water vanzelf weg. Boeren willen hier ook de grondwater stand regelen. Om het water vast te houden doen ze dit met *stuwen.
Slide 75 - Slide
*herhaling ; Neem A, B, C en D over en geef aan wat ze zijn
Slide 76 - Open question
Hoe wordt het drinkwater in NL gemaakt?
?
Slide 77 - Slide
Het drinkwater uit Limburg wordt gemaakt uit
A
oppervlaktewater
B
bergwater
C
infiltratiewater (duin)
D
grondwater
Slide 78 - Quiz
waterwinning op 3 manieren
1. grondwater
2. oppervlaktewater
3. Oppervlaktewater met duininfiltratie
Slide 79 - Slide
waterwinning op 3 manieren
1. grondwater
2. oppervlaktewater
3. Oppervlaktewater met duininfiltratie
In een groot deel van NL komt het drinkwater uit grondwater. Dat is water wat ooit als neerslag gevallen is. Het is vrij schoon door de filterende werking van de grond.
Slide 80 - Slide
waterwinning op 3 manieren
1. grondwater
2. oppervlaktewater
3. Oppervlaktewater met duininfiltratie
In het westen van NL is diepere grondwater zout. Drinkwater wordt gemaakt uit oppervlakte water maar dit moet uiteraard eerst goed schoongemaakt worden.
Slide 81 - Slide
Wat is brak water?
A
zeewater wat niet terugtrekt
B
zoutig drinkwater
C
water wat onder een dijk doorsijpelt
D
water op overgang van zoet naar zout
Slide 82 - Quiz
Waarom gebruikt men oppervlaktewater bij duinwater?
A
er wordt anders te veel duinwater gewonnen
B
oppervlaktewater zuivert het duinwater
C
Omdat anders de zoetwaterzak te klein wordt
D
Er komt anders te veel zand bij het water
Slide 83 - Quiz
• Voorbeelden van een juist voordeel zijn: 1
− Grondwater is (door natuurlijke voorzuivering) schoner dan oppervlaktewater.
− De zuivering van grondwater voor drinkwaterproductie is goedkoper dan van oppervlaktewater.
• Voorbeelden van een juiste reden zijn: 1
− In een deel van Nederland is het grondwater brak (en niet of moeilijk te winnen / daardoor is de grondwaterwinning duur).
− Winning van grondwater leidt tot verdroging (van de natuur).
Slide 84 - Slide
Hoeveel drinkwater gebruik jij per dag?
A
105 liter
B
112 liter
C
128 liter
D
147 liter
Slide 85 - Quiz
Slide 86 - Slide
Wat is de grootste waterverbruiker?
A
landbouw
B
industrie
C
huishoudens
Slide 87 - Quiz
Waterschappen..
Waterkwantiteit
Waterkwaliteit
Veiligheid (dijken etc)
Slide 88 - Slide
Waarom is het in het noorden en westen van China droog?
Slide 89 - Slide
Slide 90 - Slide
Slide 91 - Slide
Slide 92 - Slide
Slide 93 - Slide
Waar staat de letter Q voor?
A
Verdampen
B
Infiltreren
C
condenseren
D
Afstromen
Slide 94 - Quiz
Waar staat de letter R voor?
A
Verdampen
B
Infiltreren
C
condenseren
D
Afstromen
Slide 95 - Quiz
Waar staat de letter S voor?
A
Verdampen
B
Infiltreren
C
condenseren
D
Afstromen
Slide 96 - Quiz
Par 2.2 De Yangtse rivier
Als je goed kijkt zie je op de achtergrond de drieklovendam. De grootste stuwdam ter wereld.
Slide 97 - Slide
Hoe lang is de Yangtse rivier?
A
3500 km
B
4100 km
C
5200 km
D
6300 km
Slide 98 - Quiz
Slide 99 - Slide
*Stroomgebied
Het gebied wat afwatert op een rivier of zijrivieren.
De rode stippellijn is de * waterscheiding
Aan de andere kant van die lijn is een ander stroomgebied
Slide 100 - Slide
Waar begint de Yangtse te stromen?
A
van west naar oost
B
van oost naar west
C
vanuit het midden beide kanten op
D
vanaf de zee naar links
Slide 101 - Quiz
Regiem
Rivieren brengen veel water naar NL. De hoeveelheid schommelt van dag tot dag. (zomer, herfst, winter en lente)
schommelingen in waterafvoer noemen we het regiem
Slide 102 - Slide
Slide 103 - Slide
In de middenloop vd yangtse heeft veel ontbossing plaatsgevonden. Wat zijn nadelen?
A
modderstromen
B
Water stroomt direct helling af
C
veel modder komt in de rivier
D
zand komt uiteindelijk in e benedenloop terecht
Slide 104 - Quiz
Door ontbossing komt er meer zand in de Yangtse en andere rivieren terecht. Ook is er meer kans op overstromingen & modderstromen omdat de bomen eerst de grond vasthielen!
Slide 105 - Slide
De drieklovendam
Slide 106 - Slide
Slide 107 - Slide
Slide 108 - Slide
Overstromingen in de benedenloop van de Yangste
Door de drieklovendam wil men de overstromingen verminderen
Slide 109 - Slide
drieklovendam voordelen
Water regelen dmv stuwen
energie opwekken / Hydro electriciteit
irrigatiewater
drinkwater
minder overstromingen
Slide 110 - Slide
drieklovendam
nadelen
door stuwmeer 1.1 miljoen mensen gedwongen verhuizen
milieu verandert
visvangst
water vervuiling
Slide 111 - Slide
De Gele Rivier Par 2.3
Slide 112 - Slide
Bodemerosie
= wegspoelen of -waaien van de bovenste laag van de bodem (humusrijke deel)
Slide 113 - Slide
bodemerosie door wind
Slide 114 - Slide
De Gele rivier is geel door bodemerosie. Het watergebruik is enorm toegenomen door de economische groei van China en bevolkingsgroei.
Gevolg: watertekort in de benedenloop
Slide 115 - Slide
Gele rivier
Ook wel Huang He genoemd
5 rivier van de wereld, 5464 km lang
Berucht om haar onstuimige loop en het grote sedimenttransport
Rivier verplaats zo'n 6 ton slib per seconde
Slide 116 - Slide
De gele rivier en sommige gebieden in China hebben nauwelijks water meer dit komt door
A
vooral landbouw (irrigatie)
B
bevolkingsgroei, groei van steden
C
hoge verdamping (oa door stuwdammen)
D
industrie
Slide 117 - Quiz
Welk probleem geldt NIET voor de gele rivier?
A
Omgeving wordt steeds droger
B
Erg vervuild
C
Veel sediment
D
teveel gletsjerwater in lente /zomer, waardoor veel overstromingen
Slide 118 - Quiz
aquifer = een vochtige laag op grote diepte..
Slide 119 - Slide
nadelen Aquifer
Landbouw, huishoudens en industrie nemen te veel water op...
In Noord-China zuigen de grote steden de aquifer leeg
Slide 120 - Slide
HST 3 Water in het Midden-Oosten
Naast de politieke gebeurtenissen bijv in Iran, Irak Egypte, Israël of Syrie ook spanningen om water.
Hoe regelen droge landen het water?
Slide 121 - Slide
Hoe komt het dat het Midden-Oosten zo droog is?
Slide 122 - Open question
Midden-Oosten; veel zon, weinig bewolking
Door de warmte is de verdamping het hele jaar hoger dan de neerslag. Deze *waterbalans is negatief.
Niet overal is het kurkdroog, de kustgebieden (M.Z.) zijn natter maar neerslag is onregelmatig. Zomers droog..
Slide 123 - Slide
Slide 124 - Slide
Wadi = drooggevallen rivier met enkele weken water per jaar
Slide 125 - Slide
Door welk soort regen wordt de Nijl in de bovenloop vooral gevoed? Kies eerst uit: frontale neerslag, stuwingsneerslag of stijgingsneerslag. Geef een argument voor je keuze met behulp van de kaart.
Slide 126 - Open question
Welk gebied heeft dit klimaat?
A
Scandinavië
(Europa)
B
Amazonegebied
(Brazilië)
C
Indonesië
(Azië)
D
Jordanië
(Midden-Oosten)
Slide 127 - Quiz
Welke vormen van landbouw tref je in een oase aan?
A
kleinschalige akkerbouw en fruit, palmbomen, dadels en olijven
B
grootschalige akker- en tuinbouw met veel ha tarwe, koren
C
Veeteelt zoals schapen en geiten die ook mest leveren voor de akkers
D
extensieve veeteelt met veel runderen bestemd voor vlees
Slide 128 - Quiz
Rivieren in het Midden Oosten
Vier belangrijke rivieren
Minder water, meer verzilting
Maatregelen tegen problemen
Slide 129 - Slide
Ontziltingsfabriek
Ontziltingsfabrieken staan alleen in RIJKE droge landen
1. er is veel kennis nodig
2. er is veel welvaart nodig
NADEEL: Er is veel energie (CO2) nodig om te ontzilten
Slide 130 - Slide
Slide 131 - Slide
Aswandam in de NIJL
Slide 132 - Slide
CSE 2017 I
Slide 133 - Slide
antwoord
maximumscore 1
Uit het antwoord moet blijken dat (door afnemende watertoevoer naar de Nijldelta) zout zeewater verder landinwaarts kan stromen.
Slide 134 - Slide
timer
10:00
Slide 135 - Slide
Slide 136 - Slide
Organisaties zullen rekening moeten houden met een vergrijzende bevolking. Geef eerst met een voorbeeld aan op welke manier een woningbouwvereniging rekening moet houden met een vergrijzende bevolking.
Slide 137 - Open question
www.cbs.nl
Slide 138 - Link
Gastarbeiders
Slide 139 - Slide
voormalige kolonie Suriname
Slide 140 - Slide
Seizoensmigranten
Slide 141 - Slide
Noem 3 gebieden in NL met krimp
Slide 142 - Open question
Slide 143 - Slide
de Randstad, strijd om de ruimte
Slide 144 - Slide
Forensisme → Congestie → afname bereikbaarheid
Slide 145 - Slide
Hoeveel inwoners had Duitsland in 2016?
A
69 miljoen
B
67 miljoen
C
82 miljoen
D
89 miljoen
Slide 146 - Quiz
Bijzondere bevolkingsopbouw
Natuurlijke bevolkingsgroei: vanaf 1972 al sterfteoverschot!
Toch groei van bevolking
Sociale bevolkingsgroei:
Duitsland trekt heel veel migranten
Slide 147 - Slide
groep 1
Na WO II moesten veel Duitsers noodgedwongen verhuizen. Het waren de zogenaamde Volksduitsers.
Duitsland moest weer grondgebied afstaan aan Rusland
Slide 148 - Slide
groep 2
Net als in NL kwamen na 1960 veel gastarbeiders.
Met name uit Turkije en later Polen.
Slide 149 - Slide
groep 3
Na 1990 komen veel vluchtelingen. Grotendeels economische vluchtelingenvanaf 1990 door de wetten politieke vluchtelingen.
Denk nu ook aan Syrië.
Slide 150 - Slide
Na 1945 was Duitsland verwoest en arm. Babyboom was er (nog) niet!
NL vierde feest en kreeg een babyboom / geboortegolf.
Slide 151 - Slide
Demografische transitie
Demografische = wetenschap over bevolking, bijv aantal jongens, meisjes, mensen, migranten
transitie = overgang
Slide 152 - Slide
Het bevolkingsaantal verandert in 5 fasen.
Slide 153 - Slide
Vaak is fase 1 een arm land, in fase 5 is het land rijk geworden
Slide 154 - Slide
fase 1 =
Hoge geboortecijfers
& hoge sterftecijfers
Slide 155 - Slide
fase 2 =
Hoge geboortecijfers
& lage sterftecijfers
In deze fase groeit het land het hardst
Slide 156 - Slide
fase 3 =
Lagere geboortecijfers
& lagesterftecijfers
In deze fase groeit het land wel nog maar minder snel
Slide 157 - Slide
fase 4 =
Lagere geboortecijfers
& lagesterftecijfers
In deze fase een kleine groei
Slide 158 - Slide
fase 5 =
lage geboortecijfers
& hogesterftecijfers
In deze fase ontstaat een sterfteoverschot
Slide 159 - Slide
grote verschillen
tussen
West (BRD)
en Oost
(DDR)
Slide 160 - Slide
Krimp in Oost Duitsland
Na 1989 Duitsland wordt 1. Maar grote verschillen.
Westen was rijk en modern, Oosten was vervallen en arm. Grote vertrekken (jonge mensen) uit Oost naar West
Slide 161 - Slide
Stedelijke gebieden
Elk stedelijk gebied eigen specialisaties
Bijv. Ruhrgebied veel industrie
Hamburg, Bremen zeehaven
Stuttgart en München hightechsteden
Slide 162 - Slide
belangrijke begrippen
*Segregatie = scheiden
*Sociale ongelijkheid
(verschillen tussen werk, welvaart en inkomen)
*Integratie
Slide 163 - Slide
Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie
Slide 164 - Quiz
2.4 het Ruhrgebied
Slide 165 - Slide
Ruhrgebied vroeger
Slide 166 - Slide
Overeenkomsten:
Ruhrgebied (D) & Randstad (nl)
aantal inwoners,
infrastructuur
woonkwaliteiten
voorzieningen
Verschillen
Bevolking in Ruhrgebied neemt af en veel mensen werken relatief in industrie
Slide 167 - Slide
China
Slide 168 - Slide
Bevolking en Ruimte in China
Bevolking in China: 1,4 miljard!
Slide 169 - Slide
lege westen, volle oosten
China enorm land. Maar 3 landen zijn groter.
* bevolkingsspreiding = apart
Slide 170 - Slide
Welk land heeft een grotere bevolkingsdichtheid?
A
China
B
Nederland
Slide 171 - Quiz
Oost China
dichtbevolkt
grote steden als Shanghai, Shengzen en Guangzhou
Slide 172 - Slide
Oost China
veel Han-Chinezen.
90% van Chinezen zijn Han-Chinezen, wonen vooral in Oosten
Slide 173 - Slide
West China
ligt oa in de lijzijde van Himalaya
te koud, te hoog, te droog (natuurlijke omstandigheden)
Slide 174 - Slide
Slide 175 - Slide
Wat houdt 'verchinezen' in?
A
Andere bevolkingsgroepen naar oosten van China halen
B
de Han-Chinezen beter verdelen dus ook naar het westen migreren
C
Chinezen laten migreren naar de rest van de wereld
D
Chinezen moeten meer traditioneel Chinees eten
Slide 176 - Quiz
Omdat in de jaren '70 Chinezen vrouwen gemiddeld 5 kinderen kregen groeide de bevolking te snel. China stelde de eenkindpolitiek in.
Het land groeide te snel..
Door de éénkind politiek mochten de Han-Chinezen nog maar 1 kind nemen. Zo niet dan volgde een boete, minder vakantie etc.
Gevolg; iedereen wilde een jongetje! (keizertje)
Slide 177 - Slide
Gevolg
vergrijzing
(i.c.m. gestegen levensverwachting)
--> eenkindpolitiek versoepeld
Slide 178 - Slide
China vóór 1980
📍 gesloten deur: weinig contcact buitenland
—> westerse bedrijven en cultuur verboden
📍 China is een communistisch land, de bevolking heeft
weinig vrijheid en inspraak.
Slide 179 - Slide
China na 1980
📍open deur politiek: meer contact buitenwereld
—> westerse bedrijven in China
—> Chinezen meer vrijheid
📍 nadeel: Brain drain= vertrek hoog opgeleide mensen naar het buitenland
Slide 180 - Slide
Hoeveel inwoners telt een *megastad?
A
1.000.000
B
5.000.000
C
10.000.000
D
15.000.000
Slide 181 - Quiz
hukou systeem: je mag niet zonder toestemming verhuizen!
Slide 182 - Slide
binnenlandse migratie
Je ziet hier welke gebieden in trek zijn om te gaan wonen en welke gebieden leeglopen. Hoe dikker de rode lijn, hoe meer migranten
Slide 183 - Slide
open steden
Op deze kaart zie je speciale economische zones: steden en gebieden waar buitenlandse bedrijven zich mogen vestigen. Vooral de kust is aantrekkelijk maar de Chinese regering probeert ook het binnenland aantrekkelijk te maken voor buitenlandse bedrijven.
Slide 184 - Slide
Hutongs
Slide 185 - Slide
Kenmerken Hutongs
steegjes
traditioneel
Veel sociale contacten: elkaar helpen als dat nodig is (en natuurlijk voor de gezelligheid)
Sociale controle: als je weet dat er op je gelet wordt, gedraag je je beter
Participatie: dingen samen doen
Slide 186 - Slide
oprukkende flats
hutongs worden bedreigd door grote projecten (ontwikkelaars)
Arme Chinezen worden gedwongen naar de rand te verhuizen.. rijke chinezen wonen in de dure woonflats
Slide 187 - Slide
Economie van China groeit enorm maar er zijn ook nadelen
milieuvervuiling
smog,
stedelijke groei
congestie
slechte werkomstandigheden
Slide 188 - Slide
Slide 189 - Video
Oplossingen verkeer
Slide 190 - Slide
Tunnelbus
Slide 191 - Slide
casus
Megasteden
Slide 192 - Slide
Slide 193 - Slide
Guangzhou
parelrivierdelta
Slide 194 - Slide
Shanghai
Yangtse delta
Slide 195 - Slide
Waarom willen jongeren naar Mega steden in het oosten? 2 redenen!