vo ob - SHORTS - Veerkracht | les voor het filmbezoek

Veerkracht
vo onderbouw
les voor de film
1 / 12
next
Slide 1: Slide
KunstNederlands+2Middelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Veerkracht
vo onderbouw
les voor de film

Slide 1 - Slide

Voor de docent

Let op! Soms zijn de notities niet helemaal zichtbaar als je deze uitklapt. Controleer of dit op jouw scherm het geval is en zorg er anders voor dat je de tekst van de notities los als PDF beschikbaar hebt.

Deze LessonUp is gemaakt door IFFR en te geven in de klas voorafgaand aan het filmbezoek.

Lesindeling:
  1. introductie filmlessen - 5 min.
  2. introductie IFFR -  5min
  3. filmtheorie: korte film - 5 min.
  4. kennismaken met het thema - 10 min.
  5. opdracht - 10 min.
  6. voorbereiding filmprogramma - 10 min.
  7. reflectie & afronding - 5 min.
*optioneel*: verdiepingsopdracht (slide
8) - 10 min.

Duur van de les: 
50 - 60 min.

Voorbereiding
Het is fijn om de les vooraf al een keer door te nemen. Soms zijn de notities niet goed leesbaar in de uitgeklapte notities. Check dit van te voren. Je kunt de notities/ lessonup ook als PDF opslaan en los naast de presentatie houden.

Benodigdheden
n.v.t (eventueel pen & papier)

Thema 
Veerkracht

Leerdoelen
  • begrip van het belang van filmfestivals als uitwisselingsplaats voor kunst en ideeën
  • begrip van de kracht van de korte film als medium voor filmmakers
  • onderzoeken van het concept veerkracht. Zowel het bredere begrip als eigen ervaring.

Vertel de leerlingen:
Jullie gaan een filmprogramma van IFFR volgen. Dit programma bestaat uit een voorbereidende les in de klas. Daarna bekijken jullie het filmprogramma in de filmzaal en tot slot hebben jullie nog een les in de klas om de films na te bespreken. Het thema is: Veerkracht.

In deze les gaan we onderzoeken wat dit thema betekent en bereiden we ons voor op ons bezoek aan IFFR.

Tip: Zet de notities aan door op het icoon met het schrijfblokje onderin de balk te klikken. Bekijk de notities vooraf of print ze uit. Hierin staat extra informatie. 

Heb je nog niet eerder met LessonUp gewerkt? Hier vind je aanvullende informatie.
Opdracht
Dit is een doe-opdracht
Gesprek
Ga met elkaar in gesprek over het onderwerp
Legenda
Vraag
Dit is een vraag
Kijk
Dit is een kijk-opdracht
Weetje
Dit is een weetje of extra uitleg.

Slide 2 - Slide

Legenda
LessonUp maakt gebruikt van iconen. Deze worden hotspots genoemd.

Hier staat een overzicht van de betekenis van alle iconen in LessonUp. Zodra je op een icoon klikt, verschijnt er een tekst.  

Op een aantal slides kom je ook gele iconen tegen. Dit zijn verdiepende vragen en opdrachten, die je toe kunt voegen aan je les, afhankelijk van de voorkennis of samenstelling van de klas.
Wat gaan we doen / leren?
Leerdoel toevoegen
Dit gaan we deze les doen
  • voorbereiden op het bezoek aan IFFR;
  • onderzoeken wat de kracht van een korte film is;
  • nadenken over wat veerkracht is;
  • kijken of we momenten van veerkracht kunnen benoemen in ons eigen leven.

Slide 3 - Slide

5 min - Introductie

Vertel de leerlingen

Dit gaan we deze les doen (hotspot)
We gaan;
  • kennismaken met het thema 'Veerkracht'.
  • ontdekken welke films we in de bioscoop gaan kijken;
  • ons voorbereiden op het filmbezoek.
Kort, korter, kortst!
International Film Festival Rotterdam
Wat is International Film Festival Rotterdam? Wie is er weleens geweest?
Waarom is het belangrijk dat filmfestivals bestaan?
Het logo van IFFR is de tijger. Waarom zou er voor dit dier gekozen zijn?

Slide 4 - Slide

5 min - Introductie IFFR
Bespreek met de leerlingen wat IFFR is. 
Behandel de hotspots (vraagtekens).

Vraag (hotspot 1):
Wat is International Film Festival Rotterdam? Wie is er weleens geweest?

Antwoord:
Tijdens International Film Festival Rotterdam - vaak afgekort tot IFFR - wordt er gekeken naar heel veel bijzondere en nieuwe films, van over de hele wereld. Er komen regisseurs en acteurs op bezoek en filmmakers kunnen prijzen winnen.

Vraag (hotspot 2):
Het logo van IFFR is de tijger. Waarom zou er voor dit dier gekozen zijn? (Welke eigenschappen passen er bij een tijger?)

Antwoord: De tijger staat symbool voor gevaar, passie en de moed om je eigen pad te volgen – dit is ook hoe het festival zich opstelt naar de filmindustrie. IFFR wil graag filmmakers een plek geven die misschien ergens anders niet met hun film terecht kunnen. Het festival ondersteund passie en de moed om nieuwe en dappere verhalen te vertellen.

Daarnaast is de tijger een knipoog naar de Leeuw van MGM studio's. Dat is die brullende leeuw die je soms ziet voor de start van bepaalde films.

* Verdiepende vraag (hotspot 3):
Waarom is het belangrijk dat filmfestivals bestaan?

Antwoord:
  • Het biedt een podium voor (nieuwe) makers. 

  • Het biedt een podium voor makers van over de hele wereld.

  • Reguliere bioscopen in Nederland vertonen vaak films van grote(re) studio's. Deze films zijn vaak gemaakt in Europa, Groot-Brittannië of Amerika. Tijdens een filmfestival krijg je ook de kans om films uit andere hoeken van de wereld te zien.

  • Ontmoeting en uitwisseling tussen makers & publiek.

  • Bij een filmfestival zijn vaak makers aanwezig. Vaak gaan ze tijdens een Q&A na de film in gesprek met het publiek. Zo krijgt de maker een idee van hoe het publiek de film vindt en kan de kijker vragen stellen aan de regisseur over het proces of de boodschap.
  • netwerk mogelijkheid voor makers en filmindustrie
Makers van over de hele wereld komen naar Rotterdam tijdens IFFR. Het festival helpt makers om de juiste mensen te ontmoeten. Zo kan een filmmaker bijvoorbeeld in contact komen met een producent (helpt de film te maken) of distributeur (verspreid en promoot de film). Ook zijn er bijvoorbeeld mensen van de (internationale) pers aanwezig.

  • De kans om nieuwe dingen te zien en te ervaren.

  • De kans om met elkaar in gesprek te gaan.
Kort, korter, kortst!
In de bioscoop zie je meestal alleen lange (speel)films. Op filmfestivals worden daarnaast ook vaak korte films vertoond. Waarom zou een filmmaker kunnen kiezen voor het maken van een korte film in plaats van een lange film? Welke voordelen kun je bedenken?
En wat zouden nadelen kunnen zijn in vergelijking met een lange film?
De kracht van korte films

Slide 5 - Slide

5 min - filmtheorie: de kracht van korte films
Bespreek met de leerlingen wat de kracht van korte films is. 
Behandel de hotspots (vraagtekens).

Vraag (hotspot 1):
In de bioscoop zie je meestal alleen lange (speel)films. Op filmfestivals worden daarnaast ook vaak korte films vertoond. Waarom zou een filmmaker kunnen kiezen voor het maken van een korte film in plaats van een lange film? Welke voordelen kun je bedenken?

Antwoord:
  • goedkoper om te maken
  • meer autonomie (creatieve vrijheid) voor de maker
  • meer ruimte om te experimenteren
  • minder tijd nodig om te maken
  • korter, dus makkelijker om het publiek 'erbij' te houden
  • als oefening voor een langere film

Vraag (hotspot 2):
En wat zouden nadelen kunnen zijn in vergelijking met een lange film?

Antwoord:
  • minder tijd om het verhaal te vertellen
  • minder tijd voor het publiek om emotioneel betrokken te raken
  • minder tijd voor karakterontwikkeling
  • moeilijker om vertoond te worden in de bioscoop
  • minder geld > minder beschikbare middelen (kan ten kosten gaan van de kwaliteit)
Veerkracht
Waar denk je aan bij het woord 'Veerkracht'?
Waar zouden films met dit thema over kunnen gaan?
Als je veerkracht in een symbool zou moeten vangen, hoe zou je dit symbool er dan uitziet?
Kun je drie dingen noemen die je kunt doen om je veerkracht te vergroten?

Slide 6 - Slide

10 min. - kennismaking met het thema

Als onderdeel van de voorbereiding op het filmprogramma, gaan de leerlingen actief met het thema aan de slag. Hiermee activeren we hun voorkennis en nodigen we hen uit om alvast op verschillende manieren over het onderwerp na te denken.

Vertel de leerlingen

We gaan bij IFFR vier films kijken rondom het thema 'Veerkracht'. Ter voorbereiding gaan we dit onderwerp nu verder verkennen. Er zijn hierbij geen goede of foute antwoorden. 

Vraag (hotspot 1)
  • Waar denk je aan bij het woord 'Veerkracht'?
Elk antwoord is goed. Het gaat om de eigen associaties van de leerlingen. 

Vertel hen vervolgens/ Vat samen wat veerkracht is:
  • het proces van aanpassen aan of omgaan met uitdagingen;
  • het vermogen om tegenslag te overwinnen en om te zetten in kansen;
  • het verloop van het herstellen van stress, trauma en overige uitdagingen;
  • een vaardigheid die je kunt trainen. Het is dus niet iets dat je vanaf je geboorte hebt of niet hebt. 
Vraag (hotspot 2)
Kun je drie dingen noemen die je kunt doen om je veerkracht te vergroten?

Er zijn veel verschillende dingen die je kunt doen om je veerkracht te vergroten of te ontwikkelen. Zoals:
  • Goed voor jezelf zorgen (voldoende slapen, gezond eten)
  • Bewegen (sporten, maar ook wandelen of huishoudelijke taken doen)
  • Zorgen voor een sterk sociaal netwerk (vrienden, familie, kennissen waar je mee kunt praten en/of dingen mee kunt ondernemen)
  • Stress regulatie (meditatie, ademhalingsoefeningen, etc.)
  • Denken in oplossingen i.p.v problemen
  • Iets nieuws proberen of leren (door uit je comfort zone te stappen, leer je meebewegen met situaties en nieuwe perspectieven kennen)
  • Wees aardig voor jezelf
  • Omdenken (zoek naar hoe je van een uitdaging een kans of leermoment kunt maken).

Vraag (hotspot 3)
  • Waar zouden films met dit thema over kunnen gaan, denk je?
(Over wat voor soort dingen? Wat zou er in de films kunnen gebeuren? Over wie denk je dat de films gaan? Waar zouden ze zich af spelen?)


*Verdiepende vraag (hotspot 3):*
  • Als je veerkracht in een symbool zou moeten vangen, hoe zou je dit symbool er dan uitziet?
Er zijn geen goede of foute antwoorden. Laat de leerlingen nadenken over hoe ze een concept als veerkracht zouden verbeelden. Je kunt deze opdracht ook uitbreiden door hen de tijd te geven om een symbool te tekenen.

Een moment van veerkracht
  • Maak tweetallen
  • Bedenk een moment in je leven waarop je veerkracht toonde
  • Interview elkaar over het gekozen moment 
    (Wanneer? Wat was er gebeurt? Wie waren er bij betrokken? Wat heb je gedaan om terug te veren van deze uitdaging?)

Slide 7 - Slide

10-15 min. - gespreksopdracht: 

Voor de docent
Tijdens deze opdracht gaan de leerlingen elkaar interviewen over een moment van veerkracht. Dit kunnen kleine of grote momenten zijn, afhankelijk van hoe comfortabel de leerlingen zich bij elkaar voelen. Om de leerlingen op weg te helpen, kun je een aantal voorbeelden noemen. Laat ze bijvoorbeeld denken aan:

verliezen van een sportwedstrijd, een onvoldoende voor een toets, verhuizen naar een nieuwe plek, starten op een nieuwe school, overlijden van een dierbare, liefdesverdriet, omgaan met ziekte, gevoel van eenzaamheid, uitdagingen tijdens de coronacrisis, etc.

De leerlingen kunnen de vragen op het scherm gebruiken voor hun interview:
  • Wanneer vond dit moment plaats?
  • Wat was er gebeurt?
  • Wie waren er bij betrokken?
  • Wat heb je gedaan om terug te veren van deze uitdaging?
Vertel de leerlingen dat ze 3 minuten per interview hebben.

Zet een timer en vertel de studenten na 3 minuten om te wisselen van rol.

Bespreek de opdracht klassikaal na:
  • Wat was er lastig aan de opdracht
  • Wat was het meest interessant?
  • Hebben de leerlingen iets nieuws geleerd over elkaar?
  • Over hoe om te gaan met een moeilijke situatie? 
*Verdieping*: Geef de leerlingen de opdracht om zelf ook nog 2 vragen te verzinnen. Laat hen deze opschrijven en vraag na het gesprek of een aantal leerlingen hun zelfbedachte vragen kunnen delen met de klas.

De opdracht
  • Maak tweetallen
  • Bedenk een moment in je leven waarop je veerkracht toonde
  • Interview elkaar over het gekozen moment.
Veerkracht: een korte film
Werk het verhaal van je interview uit tot een korte film. Bedenk:
  • Wanneer begint je verhaal. Wat is de eerste scene die het publiek zou zien? Waarom dit moment en niet een ander?
  • Hoe eindigt je film? Waarom dit moment en niet een ander?
  • Welk genre heeft je film? coming-of-age, drama, komedie, thriller, drama, actie, etc.

Slide 8 - Slide

* 10 min - verdiepingsopdracht*

Voor de docent
Tijdens deze verdiepingsopdracht worden de leerlingen uitgedaagd om te denken als een filmmaker en verhalenverteller.

Het interview van slide 7 is hiervoor de basis. Vertel de leerlingen dat de film niet letterlijk over hun leven hoeft te gaan. Ze kunnen de gebeurtenis ook in een fictionele wereld laten plaatsvinden en een nieuwe invulling geven.

De opdracht kan in tweetallen gedaan worden, waarbij de leerlingen 1 van de verhalen kiezen, of individueel. De opdracht kan in gespreksvorm plaatsvinden, of je kunt hen vragen hun ideeën op te schrijven.

De opdracht (hotspot 1):

Werk het verhaal van je interview uit tot een korte film. Bedenk:
  • Wanneer begint je verhaal. Wat is de eerste scene die het publiek zou zien? Waarom dit moment en niet een ander?
  • Hoe eindigt je film? Waarom eindigt het op dit moment en niet een ander?
  • Welk genre heeft je film? coming-of-age, drama, komedie, thriller, drama, actie, etc.
Presenteren
Vraag een aantal van de leerlingen om hun verhaal idee te delen. Je kunt de vragen van de opdracht gebruiken om het gesprek te starten. 

Aanvullende vragen:
  • welke acteur zouden ze casten voor de hoofdrol?
  • heeft het verhaal een open of gesloten einde?
  • voor welke leeftijd is hun film geschikt?
  • wat voor soort muziek zou er bij de film passen die ze bedacht hebben?
1. Miisufy
2. Warrior heart
3. Girl Away From Home
4. Afterlives

Slide 9 - Slide

10 min. - Voorbereiding filmprogramma

Vertel de leerlingen
Binnenkort brengen jullie een bezoek aan IFFR. In de filmzaal gaan jullie 4 korte films bekijken.

vraag de leerlingen
Op basis van de afbeeldingen hier op het scherm: welke film denk je dat je het meest aan zal spreken? Waar denk je dat de film over gaat? Wie heeft er een ander idee?

2. Warrior Heart (plaatje 2) 
Vraag de leerlingen: Wat voor soort film is dit? Documentaire, fictie of experimenteel? Waarom denk je dat?

Vertel: Dit is een fictiefilm. De film gaat over Vilja. Haar grote hobby is worstelen, ondanks dat ze elke wedstrijd verliest en dat ze bang is om zich pijn te doen. Wanneer haar ouders uit elkaar gaan, komt ze met zichzelf in de knoop. Ze worstelt met haar gevoelens en weet zich niet goed te uiten. Dan blijkt Thea, de dochter van haar moeder’s nieuwe vriend, ook nog eens bij haar in de sportklas te komen. Thea is meteen de ster van de groep. Kan Vilja zich door de emotionele en fysieke pijn heen bijten en haar innerlijke strijd overwinnen?

3. Girl Away From Home (plaatje 3)
Vraag de leerlingen: Wat voor soort film is dit? Documentaire, fictie of experimenteel? Waarom denk je dat?

Vertel: Dit is een documentaire. De film gaat over Nastia. Ze traint met haar team voor een belangrijke wedstrijd in Oekraïne. Dan breekt de oorlog uit en staat haar wereld volledig op z’n kop. Nastia moet met haar oma naar Duitsland, ver weg van haar ouders en vrienden. Op deze nieuwe plek moet ze opnieuw beginnen en een manier vinden om met de onzekerheid van de situatie om te gaan. 

4. Afterlives (plaatje 4)
Vraag de leerlingen: Wat voor soort film is dit? Documentaire, fictie of experimenteel? Waarom denk je dat?

Vertel: Afterlives is een experimentele film. De film onderzoekt het tweede leven van plastic voorwerpen nadat ze zijn weggegooid. Eens waren deze objecten heel belangrijk in ons dagelijks leven, maar hoe beïnvloeden deze voorwerpen onze samenleving nadat ze zijn weggegooid?

1. Miisufy (plaatje 1)
Vertel: We gaan nu de trailer van de enige animatie uit het programma kijken. De film heet Miisufy. (Bekijk de trailer op de volgende slide).
Bekijk de trailer
  • Waar denken je dat de film over gaat?

Slide 10 - Slide

10 min. - voorbereiding filmbezoek (vervolg)

Bekijk de trailer.
Vertel de leerlingen daarna:

Miisufy gaat over Miisu, een virtuele huisdierkat, die moe wordt van haar eigenaar en zich begint te verzetten. De door Tamagotchi geïnspireerde film laat gebruikers de wereld zien door de ogen van digitale dieren.
Wat neem je mee uit de les van vandaag?
Waar zou je graag meer over willen leren?
Afronding
Wat vond je het meest interessant om te doen/ leren deze les?

Slide 11 - Slide

5 min. - Reflecteren en afronden

Vertel de leerlingen
Vandaag hebben we onderzocht wat een korte film is en wat de voordelen en nadelen zijn voor een filmmaker om juist een korte film te maken.

Ook hebben we het thema 'Veerkracht' onderzocht. We hebben nagedacht over wat veerkracht is, waar films met dit thema over zouden kunnen gaan, hoe je het concept veerkracht zou kunnen symboliseren en wat je kunt doen om je veerkracht te vergroten.

Daarnaast zijn we op zoek gegaan naar een moment in ons leven waarbij we veerkracht toonden (en hebben we een oefening gedaan voor het vertalen van die situatie naar een korte film).

Vraag de leerlingen

vraag (hotspot 1)
Wat neem je mee uit de les vandaag?

vraag (hotspot 2):
Wat was het meest interessant voor jou om te doen of leren in deze les?

vraag 3 (hotspot 3)
Waar wil je graag meer over weten?

De films in de zaal gaan allemaal over veerkracht, maar in verschillende vormen. Van de menselijke veekracht, tot die van de natuur. 

Film is meer dan alleen het verhaal. Let daarom niet alleen op de inhoud van de films, maar ook op de manier waarop het verhaal in beeld gebracht is.  Wat laat de filmmaker precies zien? Denk hierbij ook aan het gebruik van kleuren, locaties en het acteerwerk.

Hoe beïnvloedt dat hoe je de film ervaart?

In de les na het filmbezoek zoomen we in op één zo'n aspect van filmmaken, namelijk kadrering.

------------------------

Bespreek eventuele overige vragen van de leerlingen. 
Veel plezier bij de filmvertoning!

Slide 12 - Slide

Dit is de laatste slide van de LessonUp voorafgaand aan het filmbezoek. 

Je vindt de LessonUp voor na het filmbezoek op de website

Veel plezier met het kijken van het filmprogramma!

Voor vragen over dit programma of over je bezoek  aan het festival kun je terecht bij het educatie team van IFFR via education@iffr.com.