This lesson contains 9 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Introduction
Van hoofdpersonen tot bijfiguren: personages brengen verhalen tot leven! Door goed te kijken en te luisteren naar een scène uit een korte film leren je leerlingen in één oogopslag verschillende personages onderscheiden. Ze herschrijven op maximaal een half A4 dezelfde scène vanuit een ander hoofdpersonage. Ze beschrijven zo duidelijk en objectief mogelijk hoe het nieuwe hoofdpersonage zich gedraagt, wat het personage zegt, doet en waarneemt. Ze ervaren dat de sfeer van een verhaal verandert wanneer je het vanuit een ander personage beleeft. Met deze les versterken leerlingen hun observatievermogen, inlevingsvermogen, creatief denken en schrijven.
Dit is een les uit de lessenserie Film & Literatuur.
Instructions
Werkvorm:
· Dit is een les met klassikale en individuele opdrachten.
· Laptop en beamer om de (korte) film te bekijken.
· Informatie over de opdracht voor de leerlingen uitgeprint.
· Pen en papier voor leerlingen om hun scène te herschrijven.
Film & Nederlands
Dit is een specifieke variant van de les 'Maak een ander personage tot hoofdpersoon' met daarin de film Kippenkracht verwerkt. Ook zijn er specifieke lessen voor bij de volgende films: Gratis, Boy 7, Het Internet, Pizza Maffia en Love, Simon.
Je kunt deze les toepassen op elke film naar keuze door de algemene les te gebruiken.
Instructions
Worksheets
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Inleiding
Van hoofdpersonen tot bijfiguren: personages brengen verhalen tot leven!
Door goed te kijken en te luisteren naar een scène uit een korte film leren je leerlingen in één oogopslag verschillende personages onderscheiden.
Ze herschrijven op maximaal een half A4 dezelfde scène vanuit een ander hoofdpersonage.
Ze beschrijven zo duidelijk en objectief mogelijk hoe het nieuwe hoofdpersonage zich gedraagt, wat het personage zegt, doet en waarneemt.
Ze ervaren dat de sfeer van een verhaal verandert wanneer je het vanuit een ander personage beleeft.
Met deze les versterken leerlingen hun observatievermogen, inlevingsvermogen, creatief denken en schrijven.
Leerdoelen
Aan het einde van de les kunnen leerlingen aandachtig kijken en luisteren naar een scène uit een korte film.
Leerdoelen
Aan het einde van de les...
...kun je verschillende soorten personages in een scène van een film herkennen en benoemen.
...kun je je inlevingsvermogen versterken door je verbeeldingskracht te gebruiken.
...kun je je inleven in een ander personage dan de oorspronkelijke hoofdpersoon.
...kun je zo duidelijk en objectief mogelijk beschrijven hoe een personage zich gedraagt en wat een (hoofd-)personage zegt, doet en waarneemt.
...kun je uitleggen hoe de beleving van een scène verandert wanneer het verhaal vanuit een ander personage wordt beschreven.
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Vertel tegen je leerlingen wat ze gaan leren deze les. In deze les gaan ze...
...kijken en luisteren aandachtig naar een scène uit een korte film.
... verschillende soorten personages in een scène van een korte film herkennen en benoemen: de hoofdpersoon of protagonist, de tegenstander of de antagonist en bijfiguren.
...hun inlevingsvermogen versterken door hun verbeelding te gebruiken en zich te verplaatsen in een ander personage dan de oorspronkelijke hoofdpersoon in de scène.
...zo duidelijk en objectief mogelijk beschrijven hoe een personage zich gedraagt en wat een (hoofd-)personage zegt, doet en waarneemt.
...reflecteren op wat er verandert aan de beleving van een scène wanneer het verhaal vanuit een ander personage wordt beschreven.
Wat weet je nog van vertelperspectieven in films en boeken?
Slide 3 - Slide
Voorkennis ophalen
Haal op wat leerlingen al weten over het vertelperspectief en van personages door klassikaal de volgende vraag te stellen: Wat weet je al over vertelperspectieven en verschillende soorten personages in een film? en leg uit wat de verschillende soorten perspectieven en soorten personages zijn:
ik-figuur: in boeken is vanuit de ik-vorm geschreven. In films wordt het ik-perspectief bijvoorbeeld met een point-of-view-shot gefilmd.
hij/zij-figuur, de personele verteller: in boeken is in de derde persoon geschreven. In films kijk je met een over-the-shoulder shot mee met een personage.
hij/zij-figuur, de alwetende: in boeken die de lezer aan de hand meeneemt en direct aanspreekt. In films spreekt de kijker met een voice-over direct aan en staat buiten de verhaalwereld van de personages.
meerdere vertellers: zowel in boeken als in films wordt er gewisseld tussen meerdere hij/zij-perspectieven.
hoofdpersoon: het belangrijkste personage in de film
bijfiguren: personages die de hoofdpersonages ondersteunen en bijdragen aan het verhaal.
antagonist: het personage dat de tegenstand biedt aan de hoofdpersoon en vaak de bron is van conflict in het verhaal.
NB: Dit zijn slechts voorbeelden ter illustratie; er zijn heel veel uitzonderingen.
Bekijk de openingsscène.
Kijk en luister goed naar de scène en beantwoord voor jezelf(of klassikaal) de volgende vragen:
wie is het hoofdpersonage?
waarom denk je dat?
waar zie en hoor je dat aan?
welke andere personages (bijfiguren of tegenstanders) kun je aanwijzen?
waarom denk je dat?
waar zie en hoor je dat aan?
welk vertelperspectief is toegepast?
1 Bekijk scène
Slide 4 - Slide
Bekijk de openingsscène van de film
Laat leerlingen de personages (hoofdpersoon, bijfiguren en/of tegenstanders) aanwijzen en beschrijven. Bepaal of ze dit individueel doen in hun schrift of klassikaal:
Wie is het hoofdpersonage?
Waarom denk je dat?
Waaraan zie en hoor je dat?
Welke andere personages (bijfiguren of tegenstanders) kun je aanwijzen?
Waarom denk je dat?
Waaraan zie en hoor je dat?
Welk vertelperspectief is toegepast?
Slide 5 - Video
Openingsscène kijken
Samen met de klas ga je kijken naar een openingsscène. Kijk en luister aandachtig.
Laat leerlingen de personages aanwijzen en beschrijven. Bepaal of ze dit individueel doen in hun schrift of klassikaal:
Wie is het hoofdpersonage?
Waarom denk je dat?
Waaraan zie en hoor je dat?
Welke andere personages (bijfiguren of tegenstanders) kun je aanwijzen?
Waarom denk je dat?
Waaraan zie en hoor je dat?
Welk vertelperspectief is toegepast?
2 Herschrijf de scène
Maak een ander personage tot hoofdpersoon.
Gebruik hetzelfde vertelperspectief en verhaalgegeven.
Herschrijf je scène op maximaal een half A4.
speelt deze scène zich ook af op andere plekken dan in het oorspronkelijke verhaal?
komt je hoofdpersoon ook andere personages tegen?
wat ziet en hoort je nieuwe hoofdpersoon?
wat doet en zegt je nieuwe hoofdpersoon? Wat ziet en hoort de kijker allemaal?
Beantwoord voor jezelf de volgende vragen:
Slide 6 - Slide
Scène herschrijven opdracht
Vertel je leerlingen dat ze op maximaal een half A4 de scène gaan herschrijven.
Hierbij maken ze een ander personage tot hoofdpersoon (dat kan ook een dier of object zijn).
Kortom: een ander personage in de scène (dat kan een bijfiguur of een tegenstander/antagonist zijn) wordt nu dus de hoofdpersoon!
Het vertelperspectief en verhaalgegeven veranderen niet. Alleen het hoofdpersonage verandert.
Laat ze hierbij de volgende vragen beantwoorden:
Speelt deze scène zich ook af op andere plekken dan in het oorspronkelijke verhaal?
Komt je hoofdpersoon ook andere personages tegen?
Wat ziet en hoort je nieuwe hoofdpersoon?
Wat doet en zegt je nieuwe hoofdpersoon? Wat ziet en hoort de kijker allemaal?
Voorbeeld: In de openingsscène van de korte film Gratis is de vrouw in de auto het hoofdpersonage en wordt zij beschreven vanuit een hij/zij-perspectief.
In deze opdracht kun je er dus voor kiezen om het verhaal te vertellen vanuit het hij/zij-perspectief van de echtgenoot die op de auto afloopt met de mededeling dat hij een minuut gratis winkelen heeft gewonnen. Hoe zou je de scène dan herschrijven?
Kortom: je leerlingen beschrijven zo duidelijk en objectief mogelijk wat dit personage beleeft, zegt, ziet en hoort en hoe het zich gedraagt in deze herschreven scène.
Leerlingen reflecteren op de verandering in beleving van een scène wanneer het verhaal vanuit een ander personage wordt beschreven
3 Deel je scène met je klasgenoten
Luister aandachtig naar de verhalen van je klasgenoten en beantwoord voor jezelf de volgende vragen:
welk personage verrast je het meest en waarom?
verandert de scène door de verschillende personages? Op welke manier?
Slide 7 - Slide
Deel de scène
Leerlingen lezen hun herschreven scène klassikaal voor.
Vraag aan je leerlingen of zij duidelijk voor zich zien hoe de scène vanuit een ander personage beleefd wordt.
Verandert de scène?
Op welke manier?
Vergelijk de verschillende herschreven scènes met elkaar.
Welk personage verraste het meest?
Het reflecteren op het effect van perspectiefwisseling
Leerlingen kunnen hun inlevingsvermogen versterken door zich te verplaatsen in een ander personage dan de oorspronkelijke hoofdpersoon
4 Kijk het vervolg van de film
Denk aan het volgende tijdens het kijken van de rest van de film:
zie je jouw beschreven personage terug in de rest van de film?
zo ja, op welke manier?
Slide 8 - Slide
Vervolg kijken en reflecteren
Wanneer er tijd over is, kan je met de klas het vervolg van de korte film terugkijken en daarop reflecteren.
Zagen je leerlingen hun beschreven personage terug in de rest van de film?
En op welke manier?
Je vind de volledige film op
Ga voor meer filmlessen bij het vak Nederlands naar: