25 min. - kennismaking met het thema en creatieve opdracht
Vraag de leerlingen
- Welke manieren van begroetingen bestaan er allemaal?
Mogelijke antwoorden: Een hand geven, boks, high five, hallo zeggen, handen tegen elkaar aan voor je lichaam en een buiging maken (Azië), tong uitsteken (Tibet).
Opdracht 1
Vertel de leerlingen:
Kies een begroeting uit die bestaat, maar vertel het aan niemand.
Jullie mogen nu rustig door de klas wandelen en als ik stop zeg, kies je iemand uit in je buurt, dan kijken jullie elkaar aan en dan begroet je elkaar om de beurt. Dit doen we 5 keer en je doet steeds dezelfde begroeting.
Vraag de leerlingen:
- Hoe was deze opdracht voor je? Vertel eens.
- Hoe voelde het dat iemand anders jou anders begroet als jij? Waardoor kwam dat?
- Hoe voelt het als iemand jou hetzelfde begroet als jij? Waardoor kwam dat?
- Is het begrijpen van elkaar bij een begroeting denk je belangrijk? Waardoor denk je dat?
Opdracht 2
Vertel de leerlingen:
Jullie gaan het straks nog een keer doen, maar dan mag je nu twee begroetingen achter elkaar doen.
Jullie mogen nu rustig door de klas wandelen en als ik stop zeg, dan kies je iemand uit in je buurt, dan kijken jullie elkaar aan en dan begroet je elkaar om de beurt. Dit doen we weer 5 keer.
Vraag de leerlingen:
- Was deze opdracht anders voor je? Waardoor kwam dat?
- Is het belangrijk dan we allemaal dezelfde begroeting leren? Waardoor denk je dat?
- Denk je dat je in de toekomst iemand beter kan begrijpen als die een andere begroeting heeft dan die van jou?
- Denk je dat je er anders op zou reageren als de allereerste begroeting in deze opdracht?
Opdracht 3
Vertel de leerlingen:
Een begroeting is een afspraak tussen mensen. In verschillende landen zijn er verschillende begroetingen. Bedenk nu zelf een eigen begroeting en vertel deze aan niemand.
Jullie mogen nu nog 1 keer rustig door de klas wandelen en als ik stop zeg, dan kies je iemand uit in je buurt, dan kijken jullie elkaar aan en dan begroet je elkaar op je eigen manier om de beurt. Dit doen we weer 5 keer.
Vraag de leerlingen:
- Wat heb je ervaren bij deze opdracht?
- Wat was er leuk aan?
Opdracht 4
Bedenk nu met z'n allen een klassenbegroeting. Als je elkaar tegen komt op school, of bijvoorbeeld op straat, dan kunnen jullie deze begroeting samen doen.