Groter of kleiner?
Geef leerlingen steeds een duo van dieren. Dit kan individueel of in groepjes. Laat ze het kleinste dier links leggen.
Extra (bijv voor verkorte instructive)
Geef ook nog “kan allebei” als optie en leg de dieren dan onder elkaar. Bijvoorbeeld: is een kat kleiner dan een hond?
NB: Er zijn katten die groter zijn dan sommige honden.
Een dierenrij
Kunnen de leerlingen nu samenwerken om de dieren van klein naar groot te leggen?
Als alternatief (voor wat jongere leerlingen) kun je het ook indelen op:
- kleiner dan een kat, groter dan een kat maar kleiner dan jijzelf, groter dan jijzelf
- of zelfs: kleine en groter dan jijzelf