This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Leven van de natuur
Proefwerk
Slide 1 - Slide
Wat wordt bedoeld met de landbouwrevolutie?
Slide 2 - Open question
Welke taken hadden de mannen en de vrouwen in de steentijd voor de landbouwrevolutie?
Slide 3 - Open question
Leg uit waarom de jager-verzamelaars na een jaar vaak weer op dezelfde plaats terugkwamen.
Slide 4 - Open question
Een nomade had een vaste verblijfplaats
A
Goed
B
Fout
Slide 5 - Quiz
We weten welke taal de mensen in de prehistorie spraken.
A
Goed
B
Fout
Slide 6 - Quiz
Het maken van vuur was een grote verandering.
A
Goed
B
Fout
Slide 7 - Quiz
Een pijlpunt is een geschreven bron
A
Goed
B
Fout
Slide 8 - Quiz
Een hut kon in de prehistorie van botten zijn gemaakt
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quiz
Stammen die (ook tegenwoordig) in de Sahara wonen, noemen we vaak nomadische stammen. ⇒Waarom zijn de stammen in de Sahara net als de jager-verzamelaars nomaden?
Slide 10 - Open question
Wat zijn nomaden?
Slide 11 - Open question
Leg de volgende zin uit met twee duidelijke voorbeelden: ⇒Om de dingen van vroeger uit te leggen, maakt een archeoloog gebruik van dingen van tegenwoordig.
Slide 12 - Open question
Toen de mensen het schrift ontdekten, betekende dit het einde van de ...
A
Historie
B
Geschiedenis
C
Prehistorie
D
Steentijd
Slide 13 - Quiz
Deze afbeelding is een rotstekening die gevonden is in een grot in Frankrijk. De handen zijn erop gespoten door verf in de mond te nemen en dan over de hand te sproeien. ⇒Waarvoor zijn deze rotstekeningen gemaakt?
Gebruik de bron
Slide 14 - Open question
⇒Waarom weten wij niet precies waarvoor Stonehenge werd gebruikt?
Gebruik de bron
Slide 15 - Open question
Let op: Deze vraag bestaat uit 3 delen!
a. Welke middelen van bestaan hadden de mensen in de steentijd voor de landbouwrevolutie? b. Welke middelen van bestaan hadden de mensen in de steentijd tijdens de landbouwrevolutie? c. Welke middelen van bestaan hadden de mensen in de steentijd na de landbouwrevolutie?
Slide 16 - Open question
⇒Het tegenovergestelde van de prehistorie is de historie. Welke bronnen kom je tegen in de historie?
A
Alleen ongeschreven bronnen
B
Alleen geschreven bronnen
C
Beide soorten bronnen
D
Geen bronnen
Slide 17 - Quiz
⇒Wat klopt er niet aan de volgende stelling? De prehistorie eindigt voor elk volk op hetzelfde moment.
Gebruik in je antwoord het begrip schrijven.
Slide 18 - Open question
⇒Op welke 2 verschillende manieren kan een archeoloog achterhalen hoe oud een voorwerp is?
Slide 19 - Open question
Een archeoloog doet onderzoek naar resten van vroeger die in de bodem zitten. ⇒Voorwerpen van welk materiaal zijn het meest gemakkelijk terug te vinden? Leg uit.
Slide 20 - Open question
⇒Waarom proberen archeologen dingen van vroeger na te bouwen?
Slide 21 - Open question
⇒Welke woorden horen bij het woord 'nomade'?
A
vaste plek
rondtrekken
veel spullen
B
hut of grot
boerderij
weinig spullen
C
rondtrekken
veel spullen
hut of grot
D
rondtrekken
hut of grot
weinig spullen
Slide 22 - Quiz
⇒Wat is de landbouwrevolutie?
A
Een lange verandering die ervoor zorgde dat de mensen beter hun land konden bewerken.
B
Een korte verandering die ervoor zorgde dat de mensen boer werden.
C
Een lange verandering die ervoor zorgde dat de mensen boer werden.
D
Een korte verandering die ervoor zorgde dat mensen van steen gereedschappen konden maken
Slide 23 - Quiz
⇒Bedenk één reden waarom Neanderthalers schoenen gingen dragen. (Let vooral op de periode waarin de Neanderthalers begonnen met het dragen van schoenen!)