Geschiedenisleraar.nl
Dé link tussen verleden en heden

Historische Context Duitsland in Europa: 1933-1945


Historische Context
Duitsland in Europa


Deel 3: 1919-1945
1 / 105
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 105 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Historische Context
Duitsland in Europa


Deel 3: 1919-1945

Slide 1 - Slide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Slide

Kenmerkende aspecten

  • 37: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
  • 38: Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
  • 40: Het voeren van twee wereldoorlogen
  • 41: Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden

Slide 3 - Slide


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Na de verkiezingen van november 1932, waarbij de NSDAP de grootste werd, wordt het land vrijwel onbestuurbaar
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: 
  • hij wordt kanselier (minister-president). 

Slide 4 - Slide


Rijksdagbrand
27 februari 1933



  • Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd. 

  • Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...

Slide 5 - Slide


Machtingswet
24 maart 1933


  • ...de brand komt Hitler namelijk wel érg goed uit: hij kan de noodtoestand in Duitsland uitroepen (Rijksdagbrandverordening, februari 1933)
  • Een maand later neemt het Duitse parlement een noodwet aan, de Machtigingswet.
  • Deze wet geeft Hitler onbeperkte macht: Duitsland is een dictatuur.

Slide 6 - Slide


Rijksdagbrandverordening 
en Machtingswet




  • De Grondwet kan door Hitler worden aangepast en opgeschort, zonder goedkeuring van het Duitse parlement.
  • Alle partijen, behalve de NSDAP, worden verboden.
  • Sommige burgerrechten worden opgeschort (o.a. briefgeheim)
  • Gelijkschakeling: iedereen moet zich houden aan de ideologie van de Nazi's

Slide 7 - Slide


Reichskulturkammer

  • In september 1933 ingesteld door propaganda-minister Joseph Goebbels.
  • Iedere schrijver of kunstenaar die geen lid werd van de Reichskulturkammer kon zijn werk niet in openbaarheid uitvoeren.  
  • Ook in de kunst: de nazi's bepaalden wat Duitse kunst was. 
  • Alles wat niet in die definitie paste werd als Entartete Kunst bestempeld.
  • Entartete Kunst werd in het openbaar vernietigd.

Slide 8 - Slide

Niet alleen Joodse kunst werd als Entarterte Kunst ("Ontaarde kunst") gezien. Ook abstracte en moderne kunst, zoals Bauhaus (1919-1933) werd vanaf 1933 verboden. De kunst werd als 'niet-Duits' gezien.

Slide 9 - Slide


Nacht van de Lange Messen
juni 1934




  • Hitler kan door de Machtigingswet zijn tegenstanders uitschakelen.
  • Dit zijn in het begin mensen binnen Hitlers eigen partij, waaronder de SA. 
  • Sommigen worden zonder proces vermoord door de SS, anderen komen in concentratiekampen, zoals Dachau

Slide 10 - Slide


Führer
1934




  • Als president Hindenburg in 1934 overlijdt, komt er geen nieuwe president:
  • Hitler is vanaf dat moment Führer, Leider, van Duitsland

  • Aan hem is onvoorwaardelijke trouw verschuldigd (Führerbeginsel)

Slide 11 - Slide


Trouw aan de Führer
vanaf 1934




  • Hitlerjugend: jongens werden voorbereid op een leven als soldaat die zonder nadenken de bevelen van de Führer opvolgde.
  • Bund Deutscher Mädel: meisjes leerden er hoe zij een goede huisvrouw konden zijn en dat de ideale Duitse vrouw veel kinderen baarde.


Slide 12 - Slide


Triumph des Willens
1935




  • Hitler maakt graag gebruik van moderne technieken, zoals film.
  • De belangrijkste Nazi-propagandafilm is Triumph de Willens, van Leni Riefenstahl, waarin Hitler zich laat neerzetten als de leider die Duitsland weer groot zal maken.


Slide 13 - Slide


Hitler's populariteit stijgt
vanaf 1934




  • Hitler is rond 1934 mateloos populair. Het gaat goed in Duitsland. 
  • Zolang je niet tot een minderheid hoort, pluk je de vruchten van zijn beleid.
  • Door grootschalige werkverschaffingsprojecten daalt de werkloosheid snel,  en krijgen Duitsers weer zelfvertrouwen én nationalistische gevoelens.

Slide 14 - Slide


Neurenberger Rassenwetten
1935




  • Deze wetten moeten de rechten voor Joden sterk beperken, met als doel dat ze 'vrijwillig' uit Duitsland zouden vertrekken.

  • Zo mogen Joden geen Duitser meer zijn, of trouwen met een Duitse burger

Slide 15 - Slide


Duitse troepen in het Rijnland
1936




  • In het Verdrag van Versailles stond dat er geen Duitse soldaten in het Rijnland mochten zijn (gedemilitariseerd).
  • Hitler houdt zich hier niet aan, maar Engeland en Frankrijk zijn terughoudend in hun reactie: zij zitten niet te wachten op een nieuwe oorlog 

Slide 16 - Slide


Der Anschluß
maart 1938




  • Hitler wil alle Duitsers in één Groot Duits Rijk (Heim ins Reich). 
  • Hij maakt handig misbruik van de politieke chaos in Oostenrijk en speelt in op de gevoelens van het Oostenrijkse volk. 
  • Hij annexeert Oostenrijk en maak het een deel van het Duitse Rijk (Ostmark).

Slide 17 - Slide





Het stembiljet waarmee de Oostenrijkers mogen aangeven of ze bij Duitsland willen horen...

Slide 18 - Slide


Conferentie van München
september 1938



  • Frankrijk en Engeland zijn geschrokken van de Anschluß, maar willen geen oorlog (Appeasement
  • Hitler belooft dat er geen oorlog komt als hij Sudetenland, Tsjecho-Slowakije, krijgt. 
  • Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië komen tot een akkoord.

Slide 19 - Slide

Net als Oostenrijk, valt Sudetenland onder de Heim ins Reich-politiek, waarbij alle gebieden met Duitsers weer bij Duitsland moeten horen. Sudetenland was na de Eerste Wereldoorlog deel van de nieuwe staat Tsjecho-Slowakije geworden.

Slide 20 - Slide


Kristallnacht
9 november 1938




  • In Parijs vermoordt een jonge Jood, Herschel Grynszpan, een Nazi. 
  • Na een vlammende radiotoespraak van Joseph Goebbels, trekken Duitsers massaal de straat op om eigendommen van Joden te vernielen.
  • De politie en SS kregen de opdracht om niet in te grijpen.

Slide 21 - Slide


Hitler bezet Tsjecho-Slowakije
maart 1939




Hoewel Hitler in München had gezegd genoegen te nemen met Sudetenland, bezet hij geheel Tsjecho-Slowakije een half jaar later. 

Engeland en Frankrijk veroordelen de bezetting, maar doen niets.

Slide 22 - Slide


Molotov-Ribbentrop Pact
augustus 1939




  • Hitler en Stalin zijn elkaars politieke vijanden, maar Hitler wil er zeker van zijn dat de Sovjet-Unie geen oorlog tegen hem gaat beginnen, als Duitsland Polen aanvalt.
  • Ze sluiten een niet-aanvalsverdrag.

Slide 23 - Slide

Video
Histoclips: Duitsland onder Hitler

Slide 24 - Slide

0

Slide 25 - Video



De Tweede Wereldoorlog


Een beknopte weergave van het verloop

Slide 26 - Slide


Duitsland valt Polen aan
1 september 1939




"Vanaf 5:45 uur wordt teruggeschoten!"
  • Hitler geeft aan dat hij wel móet reageren op een Poolse aanval op een Duits radiostation. 
  • De Duitsers hebben deze aanval in scène gezet.

Slide 27 - Slide


Begin Tweede Wereldoorlog
3 september 1939




  • Na de Duitse aanval op Polen, kunnen Engeland en Frankrijk maar één ding doen: 
  • Duitsland de oorlog verklaren...

Slide 28 - Slide


De eerste maanden
eind 1939 - begin 1940



  • De eerste fase van de oorlog speelt zich vooral af in Oost-Europa:
  • volgens de afspraken in het Molotov-Ribbentrop-verdrag valt half september de Sovjet-Unie vanaf het oosten Polen ook binnen. 
  • Finland wordt in november door de Sovjet-Unie binnengevallen, net als Estland, Letland en Litouwen. 

Slide 29 - Slide


Blitzkrieg in West-Europa
april-juli 1940




  • De oorlog lijkt ver weg...
  • Dat verandert in het voorjaar van 1940 als de Duitsers met een enorme snelheid en grote overmacht, Europa letterlijk 'oprollen'.
  • Deze manier van oorlogsvoering wordt ook wel Blitzkrieg genoemd.

Slide 30 - Slide


Nederland capituleert
15 mei 1940




  • Hoewel er op sommige plekken door het Nederlandse leger meer tegenstand wordt geboden dan de Duitsers hadden verwacht, kan de Nederlandse regering, na het bombardement op Rotterdam, niets anders doen zich over te geven aan de Duitsers.

Slide 31 - Slide


Frankrijk capituleert
22 juni 1940





  • Een deel van Frankrijk, Vichy, wordt niet bezet, maar collaboreert met Duitsland.

Slide 32 - Slide


Battle of Britain
juli - oktober 1940




  • De Duitse aanval op Groot-Brittannië
  • Mede dankzij de uitvinding van de radar weet Groot-Brittannië zich te weren tegen Duitsland.
  • Het betekent niet dat de Britten van Duitse bombardementen af zijn...

Slide 33 - Slide





...gedurende de hele oorlog zal Engeland, met name London, zwaar worden gebombardeerd. Eerst door bommenwerpers, maar later ook door de V1- en V2-raketten.

Slide 34 - Slide





De bevolking van London schuilt in de Underground bij een Duitse luchtaanval. Daarnaast had de Britse regering evacuatieplan: 'Pied Piper', waarbij voornamelijk kinderen, moeders en zwangere vrouwen naar het veilige platteland zouden worden gestuurd.
Ervaar zelf hoe het was om tijdens de Blitz op Londen te schuilen in de Undergrond. Pak je smartphone of tablet en klik op deze link.

Slide 35 - Slide
















Deze poster werd gemaakt in opdracht van de Britse regering om de bevolking vertrouwen te laten houden in de overwinning.

Slide 36 - Slide


Operatie Barbarossa
juni - december 1941






  • Ondanks het niet-aanvalsverdrag van 1939, valt Duitsland de Sovjet-Unie aan:
  • Hitler heeft de 'Lebensraum' en de grondstoffen nodig voor zijn volk.

Slide 37 - Slide


Japanse aanval op Pearl Harbor
7 december 1941




  • As-mogendheid Japan wil in Azië een machtig land zijn. 
  • Om dit doel te bereiken vallen ze de Amerikaanse marinebasis op Hawaï (Pearl Harbor), volkomen bij verrassing, aan. 
  • Door de verwoeste Amerikaanse vloot, heeft Japan vrij spel in Azië

Slide 38 - Slide


Verenigde Staten in oorlog
8 december 1941





  • Eén dag na de aanval verklaren de Verenigde Staten de oorlog aan Japan.


Slide 39 - Slide











Volgens de afspraken van het bondgenootschap van de As-mogendheden, verklaren Duitsland en Italië op 11 december de oorlog aan de Verenigde Staten.

Slide 40 - Slide







Strijdende partijen na 11 december 1941

Slide 41 - Slide


Battle of Midway
juni 1942




  • Bij de Midway-eilanden lukken het de Verenigde Staten om de Japanse vloot te verslaan.
  • Het wordt een keerpunt in de oorlog: 
  • het Japanse overwicht in de Stille Oceaan is weg

Slide 42 - Slide


Slag bij el-Alamein
juli - oktober 1942




  • De Britse generaal Montgomery verslaat de Duitse maarschalk Rommel bij el-Alamein in Afrika. 
  • Het wordt een keerpunt in de oorlog: 
  • De Duits-Italiaanse opmars was gestopt, de legers worden teruggedrongen

Slide 43 - Slide


Slag bij Stalingrad
augustus 1942 - februari 1943



  • Door de ijzige kou en slechte bevoorrading wordt het Duitse leger verpletterend verslagen. Hitler moet opgeven: Stalingrad blijkt niet te veroveren.
  • Het wordt een keerpunt in de oorlog: 
  • de Sovjet-Unie begint met het terugdringen van het Duitse leger.

Slide 44 - Slide


D-Day
6 juni 1944




  • Met de landing in Normandië kwam er eindelijk een front in het Westen, iets waar Stalin lang om had verzocht.
  • De D in D-Day staat voor Decision (beslissing)

Slide 45 - Slide


Slag om Arnhem
september 1944




  • De Geallieerden willen doorstoten tot het noordelijk deel van Nederland, om daar vandaan Duitsland binnen te vallen, maar ze vergissen zich in kracht van de Duitsers. 
  • Operatie Market Garden is mislukt bij Arnhem ('Brug te ver').

Slide 46 - Slide


Battle of the Bulge
december 1944 - januari 1945




  • Het Ardennenoffensief. De Duitsers proberen, via de Ardennen, Antwerpen in te nemen: aanvoerweg van de geallieerden blokkeren.
  • Dit mislukt, hoewel Hitler de ondergang van zijn Rijk met 6 weken heeft kunnen uitstellen...

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide


Conferentie van Jalta
februari 1945





  • De Geallieerden komen in Jalta (Sovjet-Unie) bij elkaar om te bespreken wat er moet gebeuren met Duitsland en Europa na de oorlog.
  • De Grote Drie zijn: Churchill (GB), Roosevelt (VS) en Stalin (SU). 

Slide 49 - Slide




Franklin Delano Roosevelt
President van de Verenigde Staten
Jozef Stalin
Leider van de Sovjet-Unie
Winston Churchill
Minister-President van Groot-Brittannië

Slide 50 - Slide


Hitler wordt verslagen
april 1945



  • In april valt het Rode Leger van Stalin Berlijn aan. 
  • Het is de genadeklap voor Hitler: hij pleegt zelfmoord.

Slide 51 - Slide


De Bevrijding
5 mei 1945






Slide 52 - Slide


Capitulatie van Duitsland
8 mei 1945






Slide 53 - Slide


Conferentie van Potsdam
juli 1945



  • De Geallieerden komen opnieuw (en voor het laatst) bij elkaar in Potsdam, (bij Berlijn). 
  • De spelers zijn anders: Roosevelt is overleden en Churchill is verslagen bij verkiezingen. Ze zijn vervangen door Truman en Attlee
  • De sfeer tussen Truman en Stalin is slecht, en ze komen er niet uit....

Slide 54 - Slide



De Jodenvervolging

Slide 55 - Slide


Antisemitisme


  • Hoewel het, officieel, haat richting alle Semitisch sprekende volken betekent, wordt het eigenlijk alleen gebruikt als ander woord voor Jodenhaat
  • Antisemitisme bestaat al duizenden jaren...

Slide 56 - Slide


Neurenberger Rassenwetten
1935




  • Deze wetten moeten de rechten voor Joden sterk beperken, met als doel dat ze 'vrijwillig' uit Duitsland zouden vertrekken.
  • Zo mogen Joden geen Duitser meer zijn, of trouwen met een Duitse burger.
  • Ook zijn deze wetten bedoeld om het Arische ras, 'zuiver te houden'

Slide 57 - Slide










Slide 58 - Slide

Fase 1
Pesten en vernederen

Slide 59 - Slide


Kristallnacht
9 november 1938






Slide 60 - Slide

Slide 61 - Slide







Slide 62 - Slide

Fase 2
Uitsluiten

Slide 63 - Slide

Door propaganda, zoals in de afschuwelijke film De Eeuwige Jood of via hun eigen krant Der Stürmer...
...slagen de Nazi's erin, het Duitse volk te hersenspoelen: Joden moet je uitsluiten!

Slide 64 - Slide





  • In de ghetto's was het leven zwaar: 
  • er was te weinig woonruimte voor de duizenden joden die er moesten leven.

Slide 65 - Slide






Slide 66 - Slide

Slide 67 - Slide



  • Binnen de ghetto's zag je zelden Duitse soldaten: de meeste taken (bijv. distributie van voedsel) waren in handen van de Joodse Raad.
  • Maar als er wél Duitse soldaten kwamen, dan wist je dat het mis was...

Slide 68 - Slide



  • ...zoals het neerslaan van een opstand in het ghetto van Warschau
  • Of als delen van het ghetto moeten worden ontruimd, omdat Joden naar concentratiekampen moeten.

Slide 69 - Slide



...zoals het neerslaan van een opstand in het ghetto van Warschau

Of omdat delen van het ghetto moeten worden ontruimd,
omdat Joden naar concentratiekampen moeten.

Slide 70 - Slide




  • Voor de Duitsers zijn concentratiekampen veel 'overzichtelijker' en 'effectiever' om het 'Joodse probleem' op te lossen.
  • Waar in ghetto's nog manieren worden gevonden om te verstoppen voor de Duitsers, is dat in de kampen vrijwel onmogelijk.

Slide 71 - Slide

Waarschuwing!
De beelden in dit deel van deze les,
kunnen als schokkend worden ervaren.

Slide 72 - Slide



  • Het vermoorden van Joden begint al vroeg in de oorlog, al gaat dit in eerste instantie nog niet systematisch.
  • Veel executies gebeuren door de SS-Einsatzgruppen.

Slide 73 - Slide

Slide 74 - Slide

Fase 4b
Systematische uitroeiing van de Joden:
Endlösung (=eindoplossing)

Slide 75 - Slide

De Wannseeconferentie werd op 20 januari 1942 gehouden bijeenkomst aan de Wannsee bij Berlijn. Zij kwamen bijeen om te spreken over een 'definitieve oplossing' voor het 'Jodenvraagstuk' (Endlösung der Judenfrage). De bijeenkomst begon om 12.00 uur en duurde minder dan twee uur.

Dit document werd tijdens de bijeenkomst gebruikt. Het is een lijst met daarop het aantal Joden per land. 

Slide 76 - Slide






Een in het geheim door het verzet gemaakte foto van 
vrouwen die naar een gaskamer lopen

Let op: 
nieuwe naam/nieuw begrip/jaartal voor dit schooljaar! 
Dit betekent vrijwel zeker dat hierover een vraag komt in het eindexamen!
!

Slide 77 - Slide


Zyklon B


  • Het was oorspronkelijk een bestrijdingsmiddel tegen ongedierte en bestond al vóór de oorlog.
  • Zyklon B bestaat uit korrels die verdampen (blauwzuur) als ze in contact komen met lucht.

Slide 78 - Slide

Slide 79 - Slide

Slide 80 - Slide





Al het bewijsmateriaal moeten worden vernietigd:
kleding, foto's...lichamen.

Slide 81 - Slide

Slide 82 - Slide

Slide 83 - Slide

Slide 84 - Slide

Slide 85 - Slide

Leven in de kampen

Slide 86 - Slide

Slide 87 - Slide

Slide 88 - Slide

Slide 89 - Slide

Slide 90 - Slide

Video
Auschwitz (drone-video)

Slide 91 - Slide

Slide 92 - Slide




Onder andere de gevreesde arts Joseph Mengele gebruikt
Joden voor de meest bizarre en vreselijke experimenten...

Slide 93 - Slide



Bijvoorbeeld experimenten die 'nuttig'
waren voor het Duitse leger... 

Slide 94 - Slide



...of om te kijken of het menselijk lichaam
een ziekte als tuberculose zelf kan bestrijden:
door de ziekte rechtstreeks in het bloed en de longen 
te spuiten...

Slide 95 - Slide





...of om te kijken of iemand 
alleen van zout water kan leven.

Slide 96 - Slide





Na de oorlog waren slachtoffers van deze
experimenten, belangrijke getuigen tegen
de oorlogsmisdadigers.

Slide 97 - Slide










Als de oorlog op zijn einde loopt, moeten de Duitsers al het bewijsmateriaal voor hun misdaden laten verdwijnen: elk lichaam moet weer worden opgegraven en verbrand.

Slide 98 - Slide








De Amerikaanse generaal Eisenhower bekijkt de verkoolde lichamen van mensen,
die waarschijnlijk op het laatste moment nog door de Duitsers zijn vebrand.

Slide 99 - Slide











Inwoners van dorpjes vlakbij de vernietigings-kampen worden gedwongen om te kijken naar de oorlogsmisdaden:  "Dit hebben jullie gedaan!"

Slide 100 - Slide

Video
Band of Brothers:
Why We Fight 
(fragment)

Slide 101 - Slide

0

Slide 102 - Video


6.000.000...



6 jaar oorlog
=
1 miljoen joden per jaar
=
83.000 joden per maand
=
>2700 joden per dag

Let op: het systematisch uitroeien begon pas in 1942

Slide 103 - Slide



Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 104 - Open question



Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 105 - Open question