Je baan kwijtraken, gehandicapt worden. Helaas zijn het dingen die ons allemaal kunnen overkomen. Overkwam zoiets je honderd jaar geleden, dan was dat een grote ramp. Hoe kwam je aan geld, voor de huur, kleding, eten en drinken? Als je geluk had, konden je partner en je kinderen werken. Dan had je toch nog een beetje geld. Vaak was dat niet genoeg. Hulp van de regering hoefde je niet verwachten, want die vond dat iedereen voor zichzelf moest zorgen.
Tegenwoordig is dit anders. Als je niet voor jezelf kunt zorgen, krijg je een uitkering. Daardoor hoef je geen honger te lijden en kun je ook de huur betalen. Nederland is nu een verzorgingsstaat: een staat waarin de overheid voor de inwoners zorgt.
Bij dit onderwerp leren de leerlingen hoe Nederland een verzorgingsstaat is geworden. Ze ontdekken ook welke voordelen, maar ook welke nadelen de verzorgingsstaat heeft.
De behandeling van dit onderwerp kent altijd een risico: de 'rijken' zijn per definitie slecht, en de 'armen' zijn zielig. Ook een mooi fabeltje, dat feitelijk snel de das om kan worden gedaan, is dat de afgelopen eeuw 'de rijken steeds rijker worden, en de armen steeds armer'. Het eerste onderdeel van deze dubieuze stelling is zeker waar. Het tweede onderdeel absoluut niet.