Hub van DoorneCollege

Nederlands lj 1 basis H4 herhaling hele hoofdstuk

Hoofdstuk 4
Herhaling heel hoofdstuk 4
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4
Herhaling heel hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

Deze les:
- Lesdoel bespreken
- Uitleg
- Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Lesdoel:
Herhaling van H4.

Slide 3 - Slide

Lezen
Inleiding: meestal 1 alinea,  kennismaking met het onderwerp (door grapje of leuk verhaaltje).
Middenstuk: grootste stuk van de tekst, meeste informatie, meer alinea's.
Slot: laatste alinea is het slot, belangrijkste wordt kort herhaald.

LET OP!! Nieuwsbericht heeft géén slot.

Slide 4 - Slide

Woordenschat
Woorden die elkaars tegenovergestelden zijn = tegenstellingen.
boven <> onder, links <> rechts, groot <> klein, enz.

In de tekst kun je achter de betekenis komen door naar tegenstellingen te zoeken.
Let op signaalwoorden als: maar, echter, daarentegen, toch.

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm in de t.t.

Slide 6 - Slide

Jan ....... (fietsen) naar school.
A
fiets
B
fietst
C
fietsen

Slide 7 - Quiz

....... (zingen) jij wel eens onder de douche?
A
zing
B
zingt
C
zingen

Slide 8 - Quiz

Tess ....... (worden) volgende week 13 jaar.
A
word
B
wordt
C
worden

Slide 9 - Quiz

.......... (worden) jij nog groter dan 1,65m?
A
word
B
wordt
C
worden

Slide 10 - Quiz

......... (redden) je broer een kind uit de vijver?
A
red
B
redt
C
redden

Slide 11 - Quiz

Meervouden op -en
De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en.

Hoe maak je die? En wat zijn de afspraken.

Slide 12 - Slide

Meervouden op -en
Je zet -en achter het woord, maar soms moet je:
- Korte klank? Laatste letter verdubbelen:       
zus > zussen
- Lange klank? Een a, e, o of u weghalen:         
bioscoop > bioscopen
- een -s veranderen in een -z:      muis > muizen
- een -f veranderen in een -v:       dief > dieven

Slide 13 - Slide

Meervoud van:
raam

Slide 14 - Open question

Meervoud van:
laars

Slide 15 - Open question

Meervoud van:
wasrek

Slide 16 - Open question

Meervoud van:
neef

Slide 17 - Open question

Verwijswoorden

Slide 18 - Slide

Let op!
Soms kan het verwijswoord dat ook naar een zin terugverwijzen.


Er rent een losgebroken schaap door de straat. Dat is erg grappig.

Slide 19 - Slide

Opdrachten maken:
- Oefentoets maken.
Klaar? 
- Alle onderdelen bij trainen verder maken.

Slide 20 - Slide