Hub van DoorneCollege

Oefentoets hoofdstuk 3

Oefentoets hoofdstuk 3
Succes!
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefentoets hoofdstuk 3
Succes!

Slide 1 - Slide

Wat is geen oorzaak van WOI? (1p)
A
Militairisme
B
Nationalisme
C
Kolonialisme
D
Bondgenootschappen

Slide 2 - Quiz

De moord op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije wordt niet gezien als oorzaak voor WOI. Leg uit waarom niet (2p)

Slide 3 - Open question

Geallieerden
Centralen
Welk land hoort bij wie? (4p)
(Per fout -1)
V.S.
V.K.
Du
Fr
O-H
Ru

Slide 4 - Drag question

Bekijk de afbeelding en beantwoord de vraag op de volgende slide.

Slide 5 - Slide

Welk begrip past het beste bij de vorige bron? (2p)

Slide 6 - Open question

Bekijk de afbeelding en beantwoord de vraag op de volgende slide. Vertaling: 'Wie doet er niet mee? Ben jij dat?'

Slide 7 - Slide

De vorige bron is een voorbeeld van propaganda. Leg uit dat dit propaganda is. Gebruik de bron in je antwoord. (2p)

Slide 8 - Open question

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Nederland neutraal. Noem drie nadelen van de Nederlandse neutraliteit. (3p)

Slide 9 - Open question

Bij welk land past deze uitspraak het beste? 'We waren neutraal maar toch hebben we in de oorlog hard gevochten.' (1p)
A
Nederland
B
Verenigde Staten
C
België
D
India

Slide 10 - Quiz

Na de Eerste Wereldoorlog nam de consumptie toe. Leg het begrip consumptie uit. (1p)

Slide 11 - Open question

Ook minder rijke mensen konden na de Eerste Wereldoorlog veel geld uitgeven. Leg uit hoe dat mogelijk was. (1p)

Slide 12 - Open question

Door de Nederlanders werden de jaren '20 gezien als een ... (1p)
A
Goede tijd
B
Slechte tijd

Slide 13 - Quiz

Na de Eerste Wereldoorlog moest Duitsland het Verdrag van Versailles ondertekenen. Noem drie afspraken uit dat verdrag. (2p) (Per fout -1)

Slide 14 - Open question

Het Verdrag van Versailles was negatief voor Duitsland. Toch besloot Du om dit verdrag te ondertekenen. Leg uit waarom. (1p)

Slide 15 - Open question

Wat is een ideologie? Geef ook 1 voorbeeld. (2p)

Slide 16 - Open question

Wat is geen kenmerk van fascisme? (1p)
A
Tegen democratie
B
Voor geweld
C
Nationalistisch
D
Racistisch

Slide 17 - Quiz

In 1929 stortte de economie in Nederland in en ontstond er veel werkloosheid. Welke 2 oplossingen bood de overheid? (2p)

Slide 18 - Open question

Hoe heette de ideologie van Hitler? (1p)

Slide 19 - Open question

Fascisme en nationaalsocialisme lijken veel op elkaar. Welk verschil in ideologie zit er tussen deze twee? (1p)

Slide 20 - Open question

Verbind het juiste woord (3p) (Per fout -1)
Regen
Verdamping
Rivier
Grondwater
Gletsjer

Slide 21 - Drag question

Wanneer veranderd een gletsjerrivier in een gemengde rivier? (1p)
A
Wanneer er sedimentatie bijkomt.
B
Wanneer er regen bijkomt.
C
Wanneer er verweringsmateriaal bijkomt.
D
Wanneer er een andere rivier bijkomt.

Slide 22 - Quiz

Wat is oppervlaktewater? (1p)

Slide 23 - Open question

Wat is sedimentatie? Noem ook één voorbeeld. (2p)

Slide 24 - Open question

Stelling: Wanneer het water heel erg laag staat is er sprake van piekafvoer. Juist of onjuist? (1p)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Is er bij waterstress sprake van een positieve of negatieve waterbalans? Leg je antwoord uit. (2p)

Slide 26 - Open question

Stuwdammen kunnen zorgen voor spanningen tussen buurlanden. Leg dit uit. (1p)

Slide 27 - Open question

Het ontzilten van water is niet altijd een optie. Leg uit waarom het ontzilten van water niet altijd de effectiefste optie is. (1p)

Slide 28 - Open question

Ik heb een kamerplant in een vaas. Ik zet deze plant buiten voor water. Is dit irrigatie? (1p)
A
Ja, want regen is een vorm van irrigatie.
B
Nee, want door regen wordt de plant niet door mensen gevoed.
C
Ja, want mensen besluiten de plant buiten te zetten.
D
Nee, want alleen regen is niet genoeg. Mensen zullen dit ook nog extra moeten besproeien.

Slide 29 - Quiz

Heel veel succes met leren!
Puntentelling: aantal punten / 41 x 9 + 1

Succes!

Slide 30 - Slide