Hub van DoorneCollege

H&E Kassabediening

KIEM: Kassa
Verkoop en Winkel 

1 / 31
next
Slide 1: Slide
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

KIEM: Kassa
Verkoop en Winkel 

Slide 1 - Slide

Programma
1. Lesson Up doorlopen
2. Werken in het boekje
3. Nabespreken
Nodig: Laptop en Pen

Slide 2 - Slide

De kassamedewerker
"De winkelmedewerker is het visitekaartje van de winkel"

Klantvriendelijk én klantgericht!


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Lengte van het gesprek? 
Bedieningssystemen:
- Zelfbediening (supermarkt)
- Semi-zelfbediening (kledingwinkel)
-Bediening (bakker)

Slide 5 - Slide

Kassameubels
- Check-out
- Open toonbank
- Gesloten toonbank
- Zelfscankassa

Slide 6 - Slide

Soorten kassa's
- Kassa met barcodescanning
- Kassa met handmatige bediening
- Kassa met weegschaal

Slide 7 - Slide

Functies van de kassa
- Registreren
- Rekenen
- Bewaren (afromen)
- Informeren
- Printen

Slide 8 - Slide

Geld verdienen..
Ondernemer = eigenaar van de winkel
Bedrijfsleider = verantwoordelijk voor wat er elke dag in de winkel gebeurt

De ondernemer wil weten of het goed gaat met zijn bedrijf.

Slide 9 - Slide

Belangrijke kassa-informatie
- Omzet
- Kosten
- Winst
- Btw

Slide 10 - Slide

Wat is omzet?

Slide 11 - Open question

Wat is winst?

Slide 12 - Open question

Wat is BTW?

Slide 13 - Open question

Winst?
Omzet = totaal aan geld dat er in de winkel binnenkomt met het verkopen van producten 
Kosten = alle dingen die de winkel moet betalen om producten te kunnen verkopen
Winst = wat er overblijft als de alle kosten van de omzet zijn afgehaald.
Omzet - Kosten = Winst


Slide 14 - Slide

Btw
Btw= "belasting over toegevoegde waarde"

9% = levensmiddelen
21% = alle andere artikelen

Slide 15 - Slide

Afrekenen bij de kassa
5 Stappen
1. Begroeten van de klant
2.Helpen van de klant
3. Bedienen van de kassa
4. Afrekenen 
5. Afronden en afscheid nemen

Slide 16 - Slide

Welke stappen doorloop je bij het afrekenen aan de kassa?
(als kassamedewerker)

Slide 17 - Mind map

1. Begroeten
"Goedemiddag"
"Heeft u alles kunnen vinden"

Slide 18 - Slide

2. Helpen van de klant
"Heeft u nog vragen over het product?"
"Heeft u een klantenkaart?"
"Is het een cadeau?"
Bijverkoop

Slide 19 - Slide

3. Bedienen van de kassa
- Alle producenten invoeren (logische volgorde) 
- Check de prijs
- Legt de klant alle producten bij de kassa?

Slide 20 - Slide

4. Afrekenen
- Contant
- Pinnen met bankpas
- Contactloos pinnen met bankpas
- Betalen via app

Slide 21 - Slide

5. Afronden en afscheid
"Wilt u spaarzegels?"
"De kassabon is uw garantiebewijs"
"Veel plezier met uw aankoop en een fijne dag!"

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Video

Betaalmiddelen
- Contant geld = chartaal geld
- Pinnen
- Contactloos

Slide 25 - Slide

Wisselgeld teruggeven
-Doortelmethode = je telt van het bedrag dat de klant moet betalen naar het bedrag dat de klant heeft gegeven
17,95 --> 20,00
0,05 (=18,00) + 2,00 (=20,00) 
-Leg het briefgeld niet meteen in de kassa


Slide 26 - Slide

Afronden
- Je kijkt naar het laatste getal van het totaal geldbedrag
- Wanneer je contant iets gaat afrekenen wordt het totaalbedrag afgerond op 0 of 5.
- 1, 2, 8 en 9 worden afgerond op 0.
- 3, 4, 6 en 7 worden afgerond op 5
- 1 flesje cola van 0,99 cent = 1,00 euro
- 4 flesjes cola van 0,99 cent? = ??

Slide 27 - Slide

Omruilen / retourneren
-Ruilen = ander product
-Retourneren = geld terug
-Regels?

Slide 28 - Slide

Wat is garantie?

Slide 29 - Open question

Garantie
Garantie betekent dat de verkoper belooft dat het product goed werkt én goed blijft (als het goed gebruikt wordt...). Als het toch stuk gaat wordt het gerepareerd of krijg je een nieuwe.

Kassabon  = (vaak) garantiebewijs

Slide 30 - Slide

Echt of vals geld?
Echtheidskenmerken
- Voelbare inkt
- Watermerk
- Kantelen
- UV-lamp

Slide 31 - Slide