What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Hub van DoorneCollege
Visit the website
‹
Return to search
Thema 4 Samenvatting
Hoeveel botten heeft een skelet?
A
50
B
100
C
150
D
200
1 / 25
next
Slide 1:
Quiz
Biologie / Verzorging
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoeveel botten heeft een skelet?
A
50
B
100
C
150
D
200
Slide 1 - Quiz
Een ander woord voor skelet is
A
bot
B
knie
C
geraamte
D
torso
Slide 2 - Quiz
Ledematen zijn:
A
armen
B
benen
C
hoofd
D
rib
Slide 3 - Quiz
De functies van het skelet:
Slide 4 - Open question
Noem een bot in je arm:
A
spaakbeen
B
knie
C
rib
D
kaak
Slide 5 - Quiz
Noem een bot in je been:
A
scheenbeen
B
bekken
C
kaak
D
ellepijp
Slide 6 - Quiz
Botten zijn stevig door:
A
kalk
B
lijmstof
C
cement
D
melk
Slide 7 - Quiz
Waar zit kraakbeen?
Slide 8 - Open question
Waarom breken oudere mensen sneller een bot?
A
meer lijmstof
B
meer kalk
C
meer rimpels
D
slechte ogen
Slide 9 - Quiz
Waar zitten gewrichten?
A
in je oog
B
in je haar
C
in je kaak
D
onder je voet
Slide 10 - Quiz
Is dit een onderdeel van een gewricht?
A
oorsmeer
B
oogappel
C
knie
D
kapselband
Slide 11 - Quiz
Hoe kan je lichaam bewegen?
Slide 12 - Open question
Spieren zitten vast aan je botten met:
A
pezen
B
elastiek
Slide 13 - Quiz
Hoeveel spieren heb je nodig om een bot te bewegen?
A
4
B
1
C
0
D
2
Slide 14 - Quiz
Een andere naam voor armbuigspier is
A
fontanel
B
torso
C
biceps
D
aorta
Slide 15 - Quiz
Wat is een proefgroep?
A
een groep die niks proeft
B
een groep die het onderzoek doet
Slide 16 - Quiz
Door een verkeerde lichaamshouding kun je:
A
groei je niet
B
pijn krijgen
C
beter leren
D
niet naar school
Slide 17 - Quiz
10 regels voor goed tillen
Slide 18 - Mind map
Hoe krijg je een goede conditie?
A
veel gamen
B
slapen
C
bankhangen
D
sporten
Slide 19 - Quiz
Waar worden spieren meer getraind?
Slide 20 - Open question
Wat gebeurt er met de conditie van een astronaut in de ruimte?
A
gaat achteruit
B
blijft hetzelfde
C
wordt beter
Slide 21 - Quiz
Hoe heet het als de plaats van een blessure dik wordt?
A
kneus
B
zwelling
C
uit de kom
D
operatie
Slide 22 - Quiz
Hoe zie je een botbreuk?
A
door een bril
B
zie je niet
C
door een röntgenfoto
D
spierpijn
Slide 23 - Quiz
Hoe heet de ruimte in de schedel bij een baby?
Slide 24 - Open question
Met een gewricht is beweging mogelijk
A
nee
B
ja
Slide 25 - Quiz