Hub van DoorneCollege

B1.3 Ontwikkeling

Thema 1



Planten en dieren
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 1



Planten en dieren

Slide 1 - Slide

Terugblik
Natuurgetrouw/schematisch
buitenaanzicht/lengtedoorsnede/dwarsdoorsnede
Tekenregels

Slide 2 - Slide

Basisstof 3
groei en ontwikkeling

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

Een zaad
  • Een bruine boon is een zaad
  • Uit een zaad groeit een nieuwe plant


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

De bouw van een zaad
  1. Zaadhuid = Een stevige bruine vlies ter bescherming van het zaad.
  2.  Hartvormig bultje
  3.  Navel = Plaats waarbij het zaad heeft vastgezeten.
  4.  Poortje = Gaatje in de zaadhuid, waarmee zaad water kan opnemen.

Slide 7 - Slide


- Kieming begint als het zaad water opneemt
- Uit het zaad groeit een kiemplantje
- Eerste blaadjes boven de grond zijn de zaadlobben

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

levenscyclus
Elk organisme ontstaat (wordt geboren), groeit, kan zich voortplanten en gaat dood.

1. Zaad                         5. Bloemen
2. Kieming                 6. Vruchten/zaden
3. Kiemplant             7. Afsterven. 
4. Volwassen plant



Slide 10 - Slide

Groei is het groter en zwaarder worden van een organisme 

Ontwikkeling is het optreden van veranderingen in de bouw van een organisme.  

Ontwikkeling kiemplantje
Wortel vertakt, aan de stengel komen bladeren, soms knoppen, bloemen en vruchten: dit zijn nieuwe organen

Slide 11 - Slide


A
3 = navel
B
3 = poortje
C
3 = zaadhuid
D
3 = hartvormig bultje

Slide 12 - Quiz

Hoe heet nummer 1?
A
navel
B
hartvormig bultje
C
poortje
D
zaadhuid

Slide 13 - Quiz

Veranderingen in de bouw van een organisme noem je:
A
kieming
B
ontwikkeling
C
aanpassing
D
wijziging

Slide 14 - Quiz

Wat is de kieming?
A
Een zaadje
B
Het begin van een nieuwe plant
C
Wanneer een plant bloemen krijgt
D
Wanneer een dier geboren wordt.

Slide 15 - Quiz