Ik kan de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
-Ik weet wat een voedingsmiddel is
-Ik weet wat dierlijke en plantaardige voedingsmiddelen zijn
-Ik weet wat voedingsvezels zijn
-Ik weet wat voedingsstoffen zijn
-Ik kan 4 functies van voedingsstoffen noemen