Johan de Witt Scholengroep

Ster in Lezen Alfa A les 2.2 en 2.3

1 / 57
next
Slide 1: Slide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

This lesson contains 57 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma van vandaag:
- Afmaken oefening 10 in Les 2, tekst 2 Rada wil fit zijn
- Starten met Les 2, tekst 3 Vrije tijd


Slide 2 - Slide

Maak een zin met: maandag

Slide 3 - Open question

Maak een zin met: woensdag

Slide 4 - Open question

Maak een zin met: zaterdag

Slide 5 - Open question

Maak een zin met: zondag

Slide 6 - Open question

Maak een zin met: fit

Slide 7 - Open question

Maak een zin met: de wijk

Slide 8 - Open question

Maak een zin met: dans

Slide 9 - Open question

Maak een zin met: fiets-les

Slide 10 - Open question

Maak een zin met: voetbal

Slide 11 - Open question

Maak een zin met: hoe duur?

Slide 12 - Open question

Maak een zin met: het is

Slide 13 - Open question

Maak een zin met: ik koop

Slide 14 - Open question

Maak een zin met: de euro

Slide 15 - Open question

Vrije tijd

Slide 16 - Mind map

Kijk naar de tekst, wat weet je al?

Slide 17 - Open question

Lees de tekst nu goed en praat samen. Wat weet je nu?

Slide 18 - Open question

Welke dag is het vandaag?
A
woensdag
B
zondag
C
maandag
D
vrijdag

Slide 19 - Quiz

Hoeveel uur ga je naar school?
A
10 uur
B
56 uur
C
20 uur
D
30 uur

Slide 20 - Quiz

Hoeveel uur reis je?
A
10 uur
B
30 uur
C
20 uur
D
32 uur

Slide 21 - Quiz

Wat doe je het meest?
A
Naar school gaan
B
Eten
C
Slapen
D
Werken

Slide 22 - Quiz

Maken:
- oefening 5 + 6

Slide 23 - Slide

Hoeveel dagen zijn er in een week?
A
7
B
5

Slide 24 - Quiz

Hoeveel tijd is er vrij?
A
20
B
32

Slide 25 - Quiz

Hoeveel uur lig je in bed?
A
56
B
30

Slide 26 - Quiz

Wat doe je heel vaak?
A
Naar de TV kijken
B
Een boek lezen

Slide 27 - Quiz

Wat is goed?
A
Milka leest een boek. Het boek gaat over school. Hoe vaak ga je naar school?
B
Milka leest een boek. Het boek gaat over vrije tijd. Wat doen we in die tijd?

Slide 28 - Quiz

Samen maken:

- oefening 7A, samen hardop lezen
- oefening 7B, hoeveel woorden in de zin?
- oefening 7C, welke woorden ken je met die klank?

Slide 29 - Slide

Lees hardop:
10 - tien
20 - twintig
30 - dertig 
40 - veertig
50 - vijftig

Slide 30 - Slide

Hoeveel woorden in de zin?
Je gaat dertig uur naar school
Je reist twintig uur
Je bent vrij
Dit doen mensen vaak
4
3
6
7
4
5

Slide 31 - Drag question

EI

Slide 32 - Mind map

IJ

Slide 33 - Mind map

IE

Slide 34 - Mind map

I

Slide 35 - Mind map

Zelf maken:

Oefening 8 + 9 + 10 (huiswerk?)

Slide 36 - Slide

Programma van vandaag:

* Afmaken Ster in Lezen 2.3 Vrije tijd
* Starten in 2.4 Ik ben vrij
* Herhalen strategie bij lezen

Slide 37 - Slide

Wat doe jij?
Ik kijk TV
Doe ik niet
Doe ik soms
Doe ik vaak

Slide 38 - Poll

Wat doe jij?
Ik kijk op mijn mobiel
Doe ik niet
Doe ik soms
Doe ik vaak

Slide 39 - Poll

Wat doe jij?
Ik ben met een vriend
Doe ik niet
Doe ik soms
Doe ik vaak

Slide 40 - Poll

Wat doe jij?
Ik zet muziek aan
Doe ik niet
Doe ik soms
Doe ik vaak

Slide 41 - Poll

Wat doe jij?
Ik lees een boek
Doe ik niet
Doe ik soms
Doe ik vaak

Slide 42 - Poll

Programma van vandaag:
1e uur:
* Wat is vrije tijd?
* Afmaken Les 2: Vrije tijd, Tekst 3, oefening 10
* Beginnen Les 2: Vrije tijd, Tekst 4.
2e uur:
* Verder in Les 2: Vrije tijd, Tekst 4.

Slide 43 - Slide

VRIJE TIJD

Slide 44 - Mind map

Maak een zin met:
"de week"

Slide 45 - Open question

Maak een zin met:
"de dagen"

Slide 46 - Open question

Maak een zin met:
"het uur"

Slide 47 - Open question

Maak een zin met:
"de tijd"

Slide 48 - Open question

Maak een zin met:
"je ligt"

Slide 49 - Open question

Maak een zin met:
"je eet"

Slide 50 - Open question

Maak een zin met:
"je reist"

Slide 51 - Open question

Maak een zin met:
"je werkt"

Slide 52 - Open question

Maak een zin met:
"de mobiel"

Slide 53 - Open question

Maak een zin met:
"de vriend"

Slide 54 - Open question

Maak een zin met:
"de muziek"

Slide 55 - Open question

Maak een zin met:
"de bank"

Slide 56 - Open question

Maak een zin met:
"de winkel"

Slide 57 - Open question