Johan de Witt Scholengroep

kader 2 H1

eten is een?
A
basisbehoefte
B
overige behoefte
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

eten is een?
A
basisbehoefte
B
overige behoefte

Slide 1 - Quiz

kleding is een?
A
basisbehoefte
B
overige behoefte
C
kan beide zijn

Slide 2 - Quiz

kleding is een?
A
verbruiksgoed
B
gebruiksgoed

Slide 3 - Quiz

een fiets is een?
A
verbruiksgoed
B
dienst
C
goed

Slide 4 - Quiz

een Sony PS5 playstation is een?
A
basisbehoefte
B
overige behoefte

Slide 5 - Quiz

een knipbeurt bij de kapper is een?
A
gebruiksgoed
B
dienst
C
goed

Slide 6 - Quiz

het kopen van goederen of diensten om in je behoeften te voorzien is?
A
zelfvoorziening
B
budget
C
consumeren

Slide 7 - Quiz

Yassine koopt dezelfde schoenen als zijn vriend Abdou, omdat die zegt dat ze heel lekker zitten. dit is?
A
sociale beïnvloeding
B
commerciële beïnvloeding
C
zelfvoorziening

Slide 8 - Quiz

een broodje gezond is een?
A
verbruiksgoed
B
gebruiksgoed

Slide 9 - Quiz

soorten inkomens: werken voor een baas is
A
Loon
B
Winst
C
een uitkering

Slide 10 - Quiz

de consumentenbond test de nieuwste mobiele telefoons. hoe heet zo'n test?
A
deugdelijk product
B
consumenten-organisatie
C
garantie
D
vergelijkend warenonderzoek

Slide 11 - Quiz

uitgaven: de maandelijks te betalen rekening voor gas, water en elektriciteit is
A
vaste lasten
B
huishoudelijke uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 12 - Quiz

je nieuwe laptop doet het na 3 maanden al bijna niet meer. dit is geen.....?
A
deugdelijk product
B
consumenten-organisatie
C
garantie
D
vergelijkend warenonderzoek

Slide 13 - Quiz

soorten inkomens:
van welk inkomen weet je van tevoren niet hoeveel het is?
A
Loon
B
Winst
C
een uitkering
D
salaris

Slide 14 - Quiz

als je € 10 per week wil omrekenen naar een bedrag per maand, welke berekening voer je dan uit?

Slide 15 - Open question

soorten uitgaven:
een nieuwe scooter is?
A
vaste lasten
B
huishoudelijke uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 16 - Quiz

soorten uitgaven:
huur is?
A
vaste lasten
B
huishoudelijke uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 17 - Quiz

hoe noem je het geld waarover je kunt beschikken?
A
begroting
B
budget
C
uitkering
D
loon

Slide 18 - Quiz

soorten uitgaven:
een fitness abonnement is?
A
vaste lasten
B
huishoudelijke uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 19 - Quiz

soorten uitgaven:
kleding is?
A
vaste lasten
B
huishoudelijke uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 20 - Quiz

een begroting is
A
alle vaste lasten bij elkaar
B
een soort inkomen, zoals loon
C
een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven
D
geld opzij zetten voor een grote uitgave

Slide 21 - Quiz

je wil over 6 maanden airpods kopen van € 180. je krijgt € 60 van je tante.
hoeveel moet je per maand reserveren

Slide 22 - Open question

je haalt deze proefwerkweek een 7, een 6,5 (2x), een 5, een 8 (3x)?
wat is je gemiddelde cijfer?

Slide 23 - Open question

je wil een bedrag omrekenen van maand naar week, hoe doe je dat?

Slide 24 - Open question