What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Johan de Witt Scholengroep
‹
Return to search
leerdoelen basis 3.2
Nettoloon is
A
het loon wat je op je bankrekening krijgt.
B
heel licht loon.
C
iets met een bowlingbaan.
D
Je loon volgens je arbeidsovereenkomst.
1 / 10
next
Slide 1:
Quiz
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
10 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nettoloon is
A
het loon wat je op je bankrekening krijgt.
B
heel licht loon.
C
iets met een bowlingbaan.
D
Je loon volgens je arbeidsovereenkomst.
Slide 1 - Quiz
UWV
A
Het UWV kijkt of je recht hebt op een nieuwe baan.
B
Je kijkt of je recht heb op een UWV-uitkering.
C
Het UWV kijkt of je recht hebt op een WW- uitkering.
D
De UWV helpt je met het zoeken van een nieuwe baan.
Slide 2 - Quiz
Wat is een opzegtermijn
A
proeftijd
B
geschoold werk
C
termijn dat je van te voren door moet geven dat je stopt met werken
D
geregistreerd werk
Slide 3 - Quiz
Wie is werkloos?
A
Monique (50) is huisvrouw en wil niet werken.
B
Sara (14) is op zoek naar een bijbaantje.
C
Tim (28) heeft geen werk en is op zoek naar een baan.
D
Bart (42) werkt in een supermarkt en is op zoek naar een nieuwe baan.
Slide 4 - Quiz
Wat is een CAO?
A
werknemer
B
vacature
C
arbeidsovereenkomst
D
collectieve arbeidsovereenkomst
Slide 5 - Quiz
Wat is een flexibele baan?
A
Een baan waarbij je heel lenig moet zijn
B
Een baan waarbij je veel verschillende taken moet doen
C
Een baan waarbij je alleen werkt wanneer ze jou nodig hebben
D
Een baan waarbij je soms veel en soms weinig uren werkt
Slide 6 - Quiz
Wat is een vaste baan?
A
Een baan voor bepaalde tijd
B
Een baan van 9 uur tot 17 uur
C
Een baan wanneer je werkt op verzoek van de baas
D
Een baan voor onbepaalde tijd
Slide 7 - Quiz
Wat is een proeftijd?
A
Een periode waarin de werkgever meteen kan opzeggen als het werk niet bevalt.
B
Een periode waarin de werknemer kan opzeggen als het werk niet bevalt.
C
Een periode waarin de werknemer en werkgever meteen kunnen opzeggen als het niet bevalt.
D
Een periode waarin eten gratis geproefd mag worden
Slide 8 - Quiz
Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Een groep bedrijven die hetzelfde doen
B
Werk bij een uitzendbureau
C
Een afspraak tussen werkgever en werknemer.
D
Een afspraak tussen klant en verkoper
Slide 9 - Quiz
Wat is een werkgever?
A
Iemand die bij een bedrijf/winkel werkt
B
Een bedrijf/winkel die werknemers in dienst heeft
C
Een leerling
D
Vakkenvuller
Slide 10 - Quiz