What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Johan de Witt Scholengroep
‹
Return to search
3HV: el adverbio = het bijwoord
El adverbio = het bijwoord
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
El adverbio = het bijwoord
Slide 1 - Slide
Welke leerdoelen heb ik al bereikt? Wat kan ik al?
timer
0:45
Ik weet wat een bijwoord is
Ik kan het bijwoord vormen (in het Spaans)
Ik kan het bijwoord gebruiken/toepassen in een zin
Geen van alle
Slide 2 - Poll
¿Qué es un adverbio?
1.
Un adverbio
is een bijwoord
2. Een bijwoord zegt iets over ...
3. Wat is het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord?
Slide 3 - Slide
¿Cómo se forma el adverbio?
1. Zet het bijvoeglijk naamwoord in de vrouwelijke vorm (rápido > rápida)
- woorden die eindigen op een -e of medeklinker blijven hetzelfde, dus norma
l
, eficient
e
)
2. Plak achter de vrouwelijke vorm -mente (rápida + -mente = rápidamente)
3. Je hebt het bijwoord (rápidamente, het accent blijft staan)
* Er zijn wel wat uitzonderingen
Slide 4 - Slide
Las excepciones (de uitzonderingen)
Bueno/buena > bien
Malo/mala > mal
Muy (erg)
Demasiado (veel)
Siempre (altijd)
Nunca (nooit)
Slide 5 - Slide
A practicar
Slide 6 - Slide
Wat is het bijwoord van loco?
A
Locomente
B
Locamente
C
Locemente
D
Loqamente
Slide 7 - Quiz
Wat is het bijwoord van normal?
A
Normalomente
B
Normalamente
C
Normalmente
D
Normalemente
Slide 8 - Quiz
Wat is het bijwoord van fácil?
A
facilmente
B
fácilmente
C
facilemente
D
fácilamente
Slide 9 - Quiz
Wat is het bijwoord van suficiente?
A
suficientamente
B
suficientmente
C
suficientemente
D
suficiéntemente
Slide 10 - Quiz
Verander het bijvoeglijk naamwoord in het bijwoord:
[Probable] llueva en Buenos Aires.
Slide 11 - Open question
Verander het bijvoeglijk naamwoord in het bijwoord:
Voy [directo] a casa.
Slide 12 - Open question
Vertaal: de docent praat heel langzaam (= bijwoord)
Slide 13 - Open question
Laatste vraag
Vertaal: juist (= bijwoord) vandaag heb ik geen internet.
Slide 14 - Open question
¿Hay preguntas?
Slide 15 - Slide
Welke leerdoelen heb ik al bereikt? Wat kan ik al?
timer
0:45
Ik weet wat een bijwoord is
Ik kan het bijwoord vormen (in het Spaans)
Ik kan het bijwoord gebruiken/toepassen in een zin
Geen van alle
Slide 16 - Poll