Les 2: Herhalen El complemento inderecto

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Bienvenidos a clase de español

Leg op tafel:

Laptop

Schrift en pen

Tekstboek en werkboek

 Clase: zv4.sptl1                                                                                                       Fecha: hoy es 1  de septiembre de 2022

¿Qué vamos a hacer?

A. Opstart: les en absentie

B. Doornemen: VOC D

C. Herhalen: C. indirecto (meewerkend voorwerp)

D. Lezen: Dos tipos de looks

E. Afsluiting

 

Después de esta clase:

1. Ken je de woorden van Vocabulario D.

2. Weet je wat het meewerkend voorwerp is 

3. Ken je de vorm van het meewerkend voorwerp in het Spaans

4. Ken je waar  het meewerkend voorwerp staat in een zin.

Los deberes para la semana para la próxima clase:

• Leren: Vocabulario B,C en D pagina 52
• Maken: Opdracht 14 c op pagina 18
• Doornemen: pagina 16 en 17 (complemento directo y completo directo)

 

Doornemen 

VOC D

Complemento indirecto

Meewerkend voorwerp

Wat in deze zin is C. indirecto?

El cartero ha traído una carta para ti

1. para ti
2. una carta
3. el cartero

Wat in deze zin is C. indirecto?

Han puesto una trampa a los ratones

1. a los ratones
2. una trampa

Wat in deze zin is C. indirecto?

Llegaron muchas quejas al presidente.

1. muchas quejas
2. al presidente
3. llegaron

Wat in deze zin is C. indirecto?

Estoy preparando una cama para ti.

1. una cama
2. estoy preparando
3. para ti

Wat in deze zin is C. indirecto?

Deja una rosa a tu madre para mañana.

1. a tu madre
2. para manana
3. una rosa
4. deja

Wat in deze zin is C. indirecto?

Deja una rosa a tu madre para mañana.

1. a tu madre
2. para manana
3. una rosa
4. deja

Texto

 

Lezen: Dos tipos de looks pagina 12

Maken: Vragen over de tekst

 

Het meewerkend voorwerp

El complemento indirecto

Het meewerkend voorwerp

El complemento indirecto

• Wat is een meewerkend voorwerp?
• Vorm in het Spaans
• Plaats in de zin

Wat is een meewerkend voorwerp/ complemento indirecto?

Degene die iets ontvangt/verneemt. 

Ejemplos/ voorbeelden:   

Maria geeft een auto aan haar vader.

Pedro kocht een ketting voor zijn vriendin.

Ik vroeg (aan) haar of ze nog naar het feest gaat.

Vraag:  aan/ voor wie + wwg + onderwerp (+lv)

De vorm

Yo	me
Tú	te
Él/ella/usted	le
nosotros	nos
vosotros	os
ellos/ellas/ustedes	les

mij

jou

hem/haar/u

ons

jullie

hun/u mv

Onderwerp

Meewerkend voorwerp

José compra un coche para su madre

Jose le compra un coche

Jose koopt een auto voor zijn moeder.

Jose koopt een auto voor haar

Plaats in de zin

Het meewerkend voornaamwoord (C. indirecto) staat direct voor de persoonsvorm.

Juliana me prepara un té (Juliana maakt een kopje thee voor me )

Manuel le llevó rosas (Manuel nam bloemen voor haar mee)

Os doy una camista (Ik geef(aan) jullie een T-shirt)

El complemento directo

1. Weet je wat het meewerkend voorwerp is ?

2. Wat is de vorm van het meewerkend voorwerp in het Spaans?

3. Waar staat het meewerkend voorwerp in het Spaans?

¡Hasta la próxima clase!