Johan de Witt Scholengroep

Les 3: Opgepakt... en dan?


WERK & MEDIA



Les X: Titel les
Maatschappijleer
HB3B
Les 3: Opgepakt... en dan? 
Maatschappijkunde HB3
2023-2024
CRIMINALITEIT
1 / 8
next
Slide 1: Slide
MaskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 8 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


WERK & MEDIA



Les X: Titel les
Maatschappijleer
HB3B
Les 3: Opgepakt... en dan? 
Maatschappijkunde HB3
2023-2024
CRIMINALITEIT

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1.  Leerdoel 1

  2.  Leerdoel 2

Slide 2 - Slide

De verdachte
Verdachte: iemand van wie de politie denkt dat hij of zij iets strafbaars heeft gedaan

Wanneer je verdachte bent, mag de politie:
  • je fouilleren
  • je arresteren
  • je huis doorzoeken

Slide 3 - Slide

Proces verbaal
Na afloop van een onderzoek maakt de politie een proces-verbaal op. 

Proces verbaal = een politieverslag waarin alle informatie staat over het misdrijf en de verdachte

Slide 4 - Slide

Preventief fouilleren
Soms mag je gefouilleerd worden zonder dat je verdachte bent. Dat noem je preventief fouilleren. 

Slide 5 - Slide

Naar Halt
Jongeren tussen de 12 en 18 jaar die een licht misdrijf plegen kunnen naar Halt (= "Het Alternatief") worden gestuurd

Je krijgt vaak een speciale straf die met het misdrijf te maken heeft.

Door een Halt-straf krijg je geen strafblad

Slide 6 - Slide

Officier van justitie
Na het onderzoek van de politie bepaalt de officier van justitie wat er verder gebeurt:

  • Er wordt niks met de zaak gedaan (bijvoorbeeld als er onvoldoende bewijs is)
  • De verdachte krijgt een lichte straf (boete of taakstraf)
  • Als de zaak ernstig genoeg is moet je voor de rechter verschijnen

Slide 7 - Slide

Begrippen 7.3

  • Verdachte = als politie denkt dat je iets strafbaars hebt gedaan
     
  • Fouilleren = politie onderzoekt je kleding en lichaam
     
  • Arresteren = politie neemt je mee naar het bureau en mag je vasthouden
     
  • Proces-verbaal = politieverslag met alle informatie over het misdrijf en de verdachte   
     
  • Officier van justitie = hij/zij beslist wat er met de verdachte gebeurt
      
  • Halt = zie p. 188 

Slide 8 - Slide