Woordenboekles 2

• Studielessen
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Woordenboek les 2

Studievaardigheden

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

...weet je wat een woordenboekvorm is.

...weet je hoe je de woordenboekvorm van een woord kan opzoeken.

Woordenboekvorm

Niet alle woorden die we lezen staan in het woordenboek. Van elk woord zijn er verschillende vormen. De woorden die bij elkaar horen staan bij één woordenboekvorm.

De woordenboekvorm is eigenlijk de meest simpele vorm van het woord. 

Woordenboekvorm

Dus de woordenboekvorm is de meest simpele vorm van het woord.

Bijv. 

Huis - huizen > meervoud staat bij de woordenboekvorm huis.

Hond - hondje > verkleinvorm staat bij woordenboekvorm hond.

Warm - warmer - warmst > vergrotende trap staat bij de vorm warm.

Aardig - onaardig > tegenstellingen staan bij de -on woorden.

Laat leerlingen na dit stuk een aantal letters snel opzoeken in het woordenboek.

Welke woordenboekvorm?

'verst'

1. verste
2. verst
3. verser
4. vers

Welke woordenboekvorm?

'fijner'

1. fijnst
2. fijn
3. fijnen
4. fijner

Welke woordenboekvorm?

'cafés'

1. café
2. cafén
3. cafést
4. caféën

Welke woordenboekvorm?

'oninteressant'

1. oninteressant
2. interessantst
3. interessanter
4. interessant

Welke woordenboekvorm?

'bomen'

1. boom
2. boomer
3. bommen
4. boomst

Welke woordenboekvorm?

'kopen'

1. koper
2. koppen
3. koop
4. koopst

Welke woordenboekvorm?

'onduidelijk'

1. duidelijk
2. duidelijker
3. duidelijkst
4. onduidelijk

Welke woordenboekvorm?

'lokaaltje'

1. lokaalst
2. lokaal
3. lokalen
4. lokale

Welke woordenboekvorm?

'agenda's'

1. onagenda
2. agendast
3. agenderen
4. agenda

Welke woordenboekvorm?

'grootst'

1. groter
2. grootst
3. groot
4. grootte

Welke woordenboekvorm?

'kwader'

1. kwaad
2. kwadst
3. kwaden
4. kwalen

Welke woordenboekvorm?

'ongezellig'

1. ongezellig
2. gezelliger
3. gezellig
4. gezelligst

Welke woordenboekvorm?

'lepeltjes'

1. lepelen
2. lepel
3. lepelst
4. lepeltjes

Welke woordenboekvorm?

'verst'

1. verste
2. verst
3. verser
4. vers

Werkwoorden

In het woordenboek staan veel werkwoorden. Deze zijn heel belangrijk omdat je die in elke zin gebruikt. 

In het Nederlands kan de vorm van het werkwoord veranderen. Dus de manier waarop het woord gebruikt wordt veranderd.

Werkwoorden

Bijv.

Ik kook - hij kookt - wij koken > koken is hier de woordenboekvorm, want koken is het werkwoord.

Ik speel - jij speelt - wij spelen > spelen is het de woordenboekvorm, want spelen is het werkwoord.

Welke woordenboek vorm hoort bij het werkwoord?
'rijdt'

1. rijden
2. rijder
3. rij
4. rijst

Welke woordenboek vorm hoort bij het werkwoord?
'gewild'

1. wilde
2. wildst
3. wilder
4. willen

Welke woordenboek vorm hoort bij het werkwoord?
'gedaan'

1. doe
2. doet
3. doen
4. doenen

Welke woordenboek vorm hoort bij het werkwoord?
'drinkt'

1. drink
2. drinker
3. drinken
4. dronken

Welke woordenboek vorm hoort bij het werkwoord?
'rende'

1. ren
2. rennen
3. renst
4. rent

Welke woordenboek vorm hoort bij het werkwoord?
'maakt'

1. maak
2. maker
3. maakst
4. maken

Welke woordenboek vorm hoort bij het werkwoord?
'gekrabbeld'

1. gekrabbel
2. krabbelen
3. gekrabbelt
4. krab

Welke woordenboek vorm hoort bij het werkwoord?
'kortwiekte'

1. kortwiek
2. gekortwiekt
3. kortwieken
4. kort wieken

Welke woordenboek vorm hoort bij het werkwoord?
'vereerd'

1. eer
2. eren
3. vereren
4. vereerd

Welke woordenboek vorm hoort bij het werkwoord?
'voorspelden'

1. voorspel
2. voorspelt
3. voorspelde
4. voorspellen

Waarom is het handig om een woordenboek te gebruiken?

Welke letter komt na de...

a

1. b
2. c
3. d
4. z

Welke letter komt na de...

q

1. p
2. r
3. o
4. s

Welke letter komt na de...

h

1. f
2. g
3. j
4. i

Welke letter komt na de...

l

1. m
2. n
3. o
4. z

Je wilt het woord 'kikker' opzoeken. Bij welke letter begin je?

1. bij de a
2. bij de f
3. bij de k
4. bij de r

Je wilt het woord 'rok' opzoeken. Bij welke letter begin je?

1. bij de a
2. bij de o
3. bij de z
4. bij de r

Je wilt het woord 'bomen' opzoeken. Bij welke letter begin je?

1. bij de a
2. bij de b
3. bij de c
4. bij de e

Wat is de goede alfabetische volgorde?

1. wisselgeld - beton - armband
2. armband - wisselgeld - beton
3. beton - wisselgeld - armband
4. armband - beton - wisselgeld

Wat is de goede alfabetische volgorde?

1. lokaal - duidelijk - groot
2. groot - lokaal - duidelijk
3. duidelijk - groot - lokaal
4. groot - duidelijk - lokaal

Wat is de goede alfabetische volgorde?

1. agenda - computer - pen
2. pen - agenda - computer
3. computer - agenda - pen
4. computer - pen - agenda

Als je een woord wilt opzoeken begin je altijd bij ...

1. de laatste letter
2. de eerste letter
3. de tweede letter
4. welke letter?