Johan de Witt Scholengroep

Code+Deel 1 Hoofdstuk 3 Ja/nee-vragen

Code+Deel 1 Hoofdstuk 3
ja/nee-vragen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Code+Deel 1 Hoofdstuk 3
ja/nee-vragen

Slide 1 - Slide

Leerdoel:
We kunnen ja/nee- vragen maken

Slide 2 - Slide

Wat weten we al?

Slide 3 - Slide

Welke zin is goed?
1  Jullie koffie drinken.
2 Jullie drinken koffie.
3 Koffie drinken jullie.
4 Drinken koffie jullie.

1 Ze vindt pinda's lekker.
2 Lekker pinda's ze vindt.
3 Ze lekker vindt pinda's.
4 Vindt lekker pinda's ze.

Slide 4 - Slide

      1                       2                           3
Subject    persoonsvorm        de rest
Structuur van hoofdzin
Jullie drinken koffie.
Ze vindt pinda's lekker.

Slide 5 - Slide

5W + 1 H

Wat?
Waar?
Wanneer?
Wie?
Waarom?
Hoe?
Ga naar H1 grammatica

Slide 6 - Slide

      1                       2                           3
Subject    persoonsvorm        de rest
Ja/nee-vragen
      1                              2                    3
Persoonsvorm    subject        de rest?
Jullie drinken koffie.
Ze vindt pinda's lekker.
Drinken jullie koffie?         Ja, we drinken koffie.
Vindt ze pinda's lekker?   Nee, ze vindt pinda's niet lekker.

Slide 7 - Slide

Welke ja/nee-vraag is goed?
A
Ze kopen brood bij de bakker?
B
Ze brood kopen bij de bakker?
C
Kopen ze brood bij de bakker?
D
Bij de bakker kopen ze brood?

Slide 8 - Quiz

Welke ja/nee-vraag is goed?
A
Drinkt hij thee?
B
Hij drinkt thee?
C
Thee hij drinkt?
D
Hij thee drinkt?

Slide 9 - Quiz

Maak een ja/nee-vraag
Ze/boodschappen/doen?

Slide 10 - Open question

Jij/drink/koffie zonder suiker?

Slide 11 - Open question

Cola/in het park/ drinken/ u?

Slide 12 - Open question

Vinden/erwtensoep/lekker/hij?

Slide 13 - Open question

Pasta/thuis/vanavond/ze/koken?

Slide 14 - Open question

Vinden/hagelslag/niet/lekker/je vriend?

Slide 15 - Open question

Koken/eieren/onze moeder?

Slide 16 - Open question

Vinden/pizza/heerlijk/je broertje?

Slide 17 - Open question

Graag/eten/salade/bij de lunch/je?

Slide 18 - Open question

Tomatensoep/lusten/u?

Slide 19 - Open question


Hoe maak je een ja/nee-vraag?

Slide 20 - Slide

Goed gedaan! :)

Slide 21 - Slide