Johan de Witt Scholengroep

Les 5: Het Strafrecht

1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide


WERK & MEDIA



Les X: Titel les
Maatschappijleer
HB3B
Les 5: Het Strafrecht

Maatschappijkunde Kader 4
2024-2025
CRIMINALITEIT

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  1.  Je kunt de uitgangspunten het strafrecht opnoemen en uitleggen (I)
  2. Je kent de rechten van de verdachte (R)
  3. Je kunt uitleggen wat er gebeurt met minderjarige verdachten (T)

Slide 4 - Slide

Uitgangspunten van het strafrecht
Het strafrecht omvat alle regels en wetten over het straffen van mensen die de wet hebben overtreden. In het strafrecht zijn de taken en bevoegdheden van de officier van justitie, de politie en de rechter vastgelegd, maar ook de rechten en plichten van verdachten. 
  • Je kunt alleen gestraft worden voor iets dat volgens de wet strafbaar is
  • Er wordt rekening gehouden met de zwaarte van het delict
  • De rechter kijkt naar de situatie waarin het delict plaatsvond (noodweer, overmacht)
  • De rechter moet rekening houden met de achtergrond en persoonlijke eigenschappen van de dader (bijvoorbeeld als deze ontoerekeningsvatbaar is) 
  • De rechter houdt rekening met de leeftijd van de verdachte. Voor jongeren geldt jeugdstrafrecht

Slide 5 - Slide

Noodweer

Je handelt 
Overmacht
Noodweer                                       Overmacht                           Ontoerekeningsvatbaar
Je handelt uit zelfverdediging

Je geeft bijvoorbeeld een flinke klap aan iemand die jou aanvalt.

Let op: als je te ver gaat,
is het geen zelfverdediging meer
Je hebt geen andere mogelijkheid

Er zit bijvoorbeeld een zwaargewond persoon in de auto, dus je moet door rood rijden om snel bij het ziekenhuis te komen
Je weet niet (meer) wat je doet

Bijvoorbeeld iemand met psychische (mentale) problemen

Let op: dronken mensen worden nog steeds beschouwd als toerekeningsvatbaar!

Slide 6 - Slide

De rechten van de verdachte
  • De verdachte is pas schuldig als de rechter dat heeft vastgesteld
  • De verdachte heeft het recht te weten waarvan hij/zij wordt verdacht
  • De verdachte heeft recht op rechtsbijstand (hulp van een advocaat)
  • De verdachte heeft recht om te zwijgen tijdens het verhoor (je moet wel je identiteitsbewijs laten zien en meewerken aan DNA-afname en vingerafdrukken
  • De verdachte mag maar een bepaald aantal uur worden vastgehouden
  • De verdachte mag in hoger beroep gaan
  • Misdrijven en overtredingen kunnen verjaren. Dan kan iemand niet meer worden vervolgd (geldt niet bij misdrijven zoals moord en verkrachting)

Slide 7 - Slide

Jeugdstrafrecht
Het Nederlandse strafrecht maakt onderscheid tussen volwassen en jeugdige verdachten. Kinderen tot 12 jaar kunnen helemaal niet gestraft worden. Voor jongeren tussen de 12 en 18 geldt het jeugdstrafrecht. Hierin gelden andere regels dan in het volwassenenstrafrecht:
  • Er is een speciale kinderrechter
  • Er mogen geen andere mensen aanwezig zijn bij de rechtszitting
Ook zijn de straffen en maatregelen anders dan bij volwassenen: 
  • Jeugddetentie (tot 16 jaar max. 1 jaar, vanaf 16 jaar max. 2 jaar)
  • PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen)
  • Ondertoezichtstelling (gezinsvoogd komt thuis langs) 
  • Leerstraf of Halt-straf (wordt beschouwd als preventief: geen rechtszaak, geen strafblad)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Lezen
Examenkatern Criminaliteit (Essener) 
blz. 54-57

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken


Examenkatern Criminaliteit (Essener)
Opdr. 10 t/m 16
blz. 58-61
timer
15:00

Slide 11 - Slide



Bespreken opdrachten blz. 58-61

Slide 12 - Slide

Huiswerk voor volgende keer
Invullen: begrippen en samenvatting H5 (p. 62-63)

Slide 13 - Slide

Begrippen H5
Strafrecht = 
Wetboek van Strafrecht = 
Noodweer = 
Overmacht = 
Toerekeningsvatbaar = 
Jeugdstrafrecht = 
Ondertoezichtstelling = 
PIJ-maatregel = 
Wetboek van Strafvordening = 
Verdachte = 
Vrijspraak = 
In hoger beroep gaan = 
Verjaren = 
Inverzekeringstelling = 
Voorlopige hechtenis = 
Huis van bewaring = 

Slide 14 - Slide