Johan de Witt Scholengroep

15.4

15.4 DNA en RNA
Belangrijke begrippen:
Nucleïnezuren, nucleotide, DNA, RNA, genetische code, mRNA, eiwitsynthese, Ribosoom, tRNA en mutatie.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

15.4 DNA en RNA
Belangrijke begrippen:
Nucleïnezuren, nucleotide, DNA, RNA, genetische code, mRNA, eiwitsynthese, Ribosoom, tRNA en mutatie.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Jij kent de algemene structuren van DNA en RNA
Jij kan de vorming van eiwitten aan de hand van DNA toelichten met behulp van translatie en transcriptie en kan hierbij de gevolgen van DNA mutaties aangeven

Slide 2 - Slide

Watson en Crick

Slide 3 - Slide

Bouw van DNA
Je lichaam heeft veel nieuwe 
eiwitten nodig. De productie van 
eiwitten wordt aangestuurd vanuit
de celkern, de chromosomen.
Deze chromosomen bevatten heel 
veel genen die coderen voor de 
eiwitten. 

Slide 4 - Slide

DNA en RNA
De stoffen in de genen die de hoofdrol spelen in de codering voor eiwitten zijn nucleïnezuren.
Hier zitten 2 soorten stoffen bij: DNA (deoxyribonucleic acid) en RNA (ribonucleic acid).
De backbone wordt gevormd door de polyester van het fosforzuur en het koolhydraat deoxyribose.

Slide 5 - Slide

Dubbele helix

Slide 6 - Slide

DNA vs RNA
Voor de eiwitsynthese is niet alleen 
DNA nodig maar ook RNA. De bouw
van RNA is alleen een klein beetje 
anders dan DNA. -->
Ook zijn er verschillende soorten RNA,
mRNA en tRNA met beide hun eigen
functie.

Slide 7 - Slide

Eiwitsynthese
DNA bevat dus de info nodig om eiwitten te maken. Dat ligt in de volgorde van de base die vertaald wordt bij de eiwitsynthese. 
Het idee is dat telkens 3 opeenvolgende nucleïne afgelezen worden voor 1 van de 20 aminozuren. 
binas tabel 71G

Slide 8 - Slide

Stap 1 transcriptie
De dubbele DNA helix wordt open gebroken en het DNA wordt afgelezen en overgeschreven. Dit is mRNA

Slide 9 - Slide

Stap 2.1 Translatie
In de translatie wordt in een ribosoom het mRNA omgezet naar eiwitten d.m.v. translatie. De ribosomen matchen een stukje tRNA met het mRNA en bouwen zo het eiwit op. 

Slide 10 - Slide

Mutaties
foutje bedankt. 
Het kan gebeuren dat er een verandering in het DNA plaatsvind. Een nucleïne wordt verandert, een A wordt een T. In veel gevallen is dit geen drama. Grote stukken DNA coderen nergens voor en andere mutaties geven nog steeds dezelfde aminozuren. 
Maar soms kan het voor een eiwit nare gevolgen hebben. 

Slide 11 - Slide

Leerdoelen:
Jij kent de algemene structuren van DNA en RNA
Jij kan de vorming van eiwitten aan de hand van DNA toelichten met behulp van translatie en transcriptie en kan hierbij de gevolgen van DNA mutaties aangeven

Slide 12 - Slide