Beter Lezen les 33 De OV-chipkaart

• ISK
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

De OV-chipkaart - Beter Lezen les 32

Erica stapt in de bus. Ze checkt in met haar OV-chipkaart. Dan gaat ze zitten. In de bus denkt Erica aan haar werk. Na een paar haltes stapt ze uit. Ze denkt nog steeds aan haar werk. Daarom denkt ze niet aan haar OV-chipkaart. Ze vergeet uit te checken. 

Wat doet Erica als ze in de bus stapt?

1. Ze gaat zitten.
2. Ze praat met de chauffeur.
3. Ze check in met de OV-chipkaart.
4. Ze blijft staan.

Waarom vergeet Erica uit te checken?

1. Ze praat te veel.
2. Ze heeft geen OV-chipkaart
3. Ze heeft geen saldo op haar kaart.
4. Ze denkt aan haar werk.

Thuis denkt ze weer aan de kaart. O, wat dom!, denkt ze. Dit heeft me extra geld gekost. De volgende dag stapt Erica weer in de bus. Ze checkt in met haar OV-chipkaart. Dan doet ze de kaart in haar portemonnee. Niet vergeten uit te checken!, denkt Erica. De hele weg denkt ze aan haar kaart.

Wat moet Erica NIET vergeten?

Dan is de bus bijna bij haar huis. Bij de volgende halte moet ze uitstappen. Ze gaat al naar de uitgang van de bus. Ze staat nu naast de paal van de OV-chipkaart. De bus stopt en de deuren gaan open. Erica houdt haar portemonnee voor de paal. De kaart zit in haar portemonnee. Maar er gebeurt niets met de paal. Het is druk in de bus en veel mensen stappen uit. Dan gaan de deuren van de bus weer dicht. Snel roept Erica: 'Stop! Ik moet er nog uit!'   

Uitstappen betekent...

1. Naar de disco gaan
2. Uit de bus gaan
3. Een wandeling maken
4. Uit de les gaan

Waar is de OV-chipkaart van Erica?

1. In haar tas
2. In haar jas
3. In haar portemonnee
4. In haar zak

De chauffeur hoort het. De deuren gaan weer open. De chauffeur wacht tot Erica klaar is. Ze haalt de kaart uit haar portemonnee. Ze houdt de kaart voor de paal. 'Hij doet het niet!', roept Erica.  Alle mensen in de bus kijken naar haar. Een man uit de bus loopt naar haar toe. 'Mevrouw', zegt hij, 'dat is de verkeerde kaart. Dat is uw bankpas, niet uw OV-chipkaart!' 

Waarom is de kaart niet goed?

Erica's hoofd wordt rood. 'O, sorry', zegt ze. Ze pakt snel haar OV-chipkaart. Ze houdt nu de goede kaart voor de paal. Dan geeft de paal een piep.

Erica stapt uit en voelt zich een beetje dom.

Wat een rotkaart!, denkt ze.

Morgen houdt ik mijn OV-chipkaart in mijn hand en ik laat hem de hele weg niet meer los. 

Bij de goede kaart geeft de paal...

1. Een melodie
2. Een geluid
3. Een liedje
4. Een piep

Waarom voelt Erica zich een beetje dom?

1. Ze vergeet haar OV-chipkaart.
2. Ze wil uitchecken met haar bankpas.
3. Ze vergeet uit te stappen.
4. Ze vergeet haar portemonnee in de bus.

Heb jij een OV-chipkaart? Waar gebruik je die?