Johan de Witt Scholengroep

PA 2 H4 Escuchar A + Gramatica D

Woorden leren
Werkboek deel B, bdz. 42: 4.1  en 4.2

en in Quizlet:
[ https://quizlet.com/_9oqrds?x=1jqt&i=25f9e9 ] 

1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woorden leren
Werkboek deel B, bdz. 42: 4.1  en 4.2

en in Quizlet:
[ https://quizlet.com/_9oqrds?x=1jqt&i=25f9e9 ] 

Slide 1 - Slide

Als je klaar bent met woordjes leren, schrijf 3 ZN, 3 WW, 3 BN hier

Slide 2 - Open question

Kijk goed naar de woorden...
....denk aan een goede zin en deel de zin in de volgende dia

Slide 3 - Slide

Maak een zin met de 3 tot 5 woorden van bron 4.1 en 4.2

Slide 4 - Open question

Oefeningen in het werkboek
10 a, b, c / 11 a, b, c, 

Slide 5 - Slide

SER & ESTAR = ZIJN
Tekstboek: bdz. 40, Gramatica D

Slide 6 - Slide

Paso Adelante 2 - H 4
LEER C - Los Animales de Peru (bdz. 39) : Gedeelte La Alpaca


SER
WIE of WAT iets is (Que of Quien)
  Yo soy Rosa / El es un chico / Esto es un auto

WANNEER iets gebeurt (Cuando)
  Cuando es la fiesta? /  Cuando es el examen?

HOE iets is (COMO)
 Como es ella? / Como es tu amigo?

Slide 7 - Slide

ESTAR
WAAR iets/iemand is (donde)
Donde esta mi Chromebook?

HOE iets/iemand is, maar het kan veranderen (como)
Estoy enferma (ziek)/ El profesor esta cansado (moe)

Slide 8 - Slide

Je gebruik ESTAR voor:
A
Locatie (waar is het?)
B
Iets dat kan veranderen
C
Permanente eigenschappen (hoe)
D
Wanneer iets gebeurt

Slide 9 - Quiz

Je gebruik SER voor:
A
Te beantwoorden hoe iets/iemand is
B
Als je praat over een gebeurtenis (Wanneer)
C
Als je praat over wie of wat iets is
D
Als je praat over tijdelijke eigenschappen

Slide 10 - Quiz

SER & ESTAR = ZIJN
Werkboek Deel B: Oefeningen 12, 13a, 13b, 14a, 14b, 14c, 15d, 15e
bdz. 15 t/m 19, Gramatica D

Slide 11 - Slide

Oefening 15 E (bdz. 18, WB B)
Deel 3 zinnen!

Slide 12 - Open question