Paso Adelante 1 - Het werkwoord zijn: ser, estar & hay
1 / 16
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat betekenen de werkwoorden 'ser' en 'estar' en wat zijn de verschillen?
Slide 7 - Open question
Wat betekent 'hay' in het Spaans?
Slide 8 - Open question
Is de volgende zin correct? Zo niet, leg uit waarom.
'¿Cómo estás?'
'¿Cómo estás?'
Slide 9 - Open question
Is de volgende zin correct? Zo niet, leg uit waarom.
'El supermercado es enfrente del banco.'
'El supermercado es enfrente del banco.'
Slide 10 - Open question
Selecteer het juiste antwoord:
'Ben jij Marokkaans?'
'Ben jij Marokkaans?'
A
¿Estás marroquí?
B
¿Estamos marroquíes?
C
¿Eres Marruecos?
D
¿Eres marroquí?
Slide 11 - Quiz
Selecteer het juiste antwoord:
'Soy de Medellín'
'Soy de Medellín'
A
Ik ben in Medellín.
B
Ik kom uit Medellín.
C
Ik ben geboren in Medellín.
D
Ik bevind mij in Medellín.
Slide 12 - Quiz
Selecteer het juiste antwoord:
'Wij zijn in Córdoba.'
'Wij zijn in Córdoba.'
A
Estamos en Córdoba.
B
Somos de Córdoba.
C
Estamos de Córdoba.
D
Somos en Córdoba
Slide 13 - Quiz
Verzin zelf een zin met het werkwoord ser, estar of hay. Gebruik het huiswerk ter inspiratie.