What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Johan de Witt Scholengroep
‹
Return to search
SO Politiek (H1-H4)
Periode 2: Politiek
Maatschappijkunde HB4
SO Politiek (H1 t/m H4)
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Mask
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Periode 2: Politiek
Maatschappijkunde HB4
SO Politiek (H1 t/m H4)
Slide 1 - Slide
Welke is GEEN politieke
bestuurslaag in Nederland?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Landelijk
D
Waddeneilanden
Slide 2 - Quiz
In een rechtsstaat hebben burgers grondrechten, die zijn opgenomen in de grondwet.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Wie heeft de macht in een dictatuur?
A
1 persoon of klein groepje
B
De verkozen volksvertegenwoordigers
C
Het volk zelf
D
De media en journalisten
Slide 4 - Quiz
Persvrijheid betekent...
A
Klanten mogen zelf jus d'orange persen in de Albert Heijn
B
Media mogen berichten plaatsen zonder controle vooraf
C
Er is censuur op de media, hun berichten worden gecontroleerd
D
De president bepaalt wat er in het nieuws komt
Slide 5 - Quiz
Een plicht is...
A
Iets wat je mag doen
B
Iets wat je moet doen
Slide 6 - Quiz
Vrijheid van meningsuiting is een...
A
Recht
B
Plicht
Slide 7 - Quiz
De Eerste en Tweede Kamer
samen noemen we...
A
de regering
B
de ministerraad
C
het Parlement
D
de rechterlijke macht
Slide 8 - Quiz
Verkiezingen voor de Tweede Kamer vinden plaats om de...
A
2 jaar
B
3 jaar
C
4 jaar
D
5 jaar
Slide 9 - Quiz
De wetgevende macht
(het maken van wetten)
ligt bij...
A
het Parlement
B
de Koning
C
Mark Rutte
D
de Provincies maken hun eigen wetten
Slide 10 - Quiz
Passief kiesrecht betekent...
A
Anderen mogen op jou stemmen
B
Je mag zelf gaan stemmen
C
Je mag alleen stemmen wanneer je ergens een passie voor hebt
D
Een operatie waarbij de tandarts je kiezen recht zet
Slide 11 - Quiz
Welk standpunt hoor je
meestal van rechtse partijen?
A
De overheid moet mensen helpen
B
Mensen moeten elkaar helpen
C
Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid
D
De kerk moet mensen helpen
Slide 12 - Quiz
Progressieve partijen willen
A
Dingen houden zoals ze zijn
B
Dingen verbeteren en veranderen
Slide 13 - Quiz
Welke politieke partijen hebben vaker een progressief standpunt?
A
Linkse partijen
B
Christendemocratische partijen
Slide 14 - Quiz
Gelijkheid en opkomen voor de zwakkeren in de samenleving
zijn belangrijke waarden voor...
A
Linkse partijen
B
Rechtse partijen
Slide 15 - Quiz
Wat zijn de drie christelijke partijen
in Nederland?
A
CDA, ChristenUnie, SGP
B
CDA, ChristenUnie, DENK
C
ChristenUnie, SGP, 50Plus
D
GroenLinks, D66, PvdA
Slide 16 - Quiz