Johan de Witt Scholengroep

I&S Unit 1 - Week 3: Geldsysteem

Startklaar
       
       Oortjes weg, telefoon in het zakkie
       Jas uit, tas van de tafel
       Map en pen op tafel
       Inloggen op LessonUp op je laptop
      
       
         
timer
2:30
1 / 38
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Startklaar
       
       Oortjes weg, telefoon in het zakkie
       Jas uit, tas van de tafel
       Map en pen op tafel
       Inloggen op LessonUp op je laptop
      
       
         
timer
2:30

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom bij 
Individuals & Societies MYP2
Unit 1: Veranderingen in systemen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Unit 1: Verandering in systemen
Learner Profile: Knowledgeable
ATL: Organization skills: making notes
Related concepts: cause and effect
Key concept: systems
Changes in human and natural resources lead to shifts in systems 
Global context: natural and human resources

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Unit 1: Veranderingen in systemen
Aardrijkskunde: Veranderingen in het systeem aarde

Geschiedenis: Veranderingen in het maatschappelijk systeem

Economie: Verandering in het geld systeem

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Programma
  1. Terugblik vorige les
  2. Aantekeningen maken
  3. Werkbladen maken 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les...
  • kan je in in een paar zinnen uitleggen wat een geldsysteem is.
  • Kan je uitleggen wat geld doet (3 functies) en welke soorten geld er is
  • Kan je uitleggen hoe de mens het geldsysteem beïnvloedt 
  • kan je geld op correcte wijzen noteren en rekenen met percentages 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Geef voorbeelden van systemen

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Welke twee soorten behoeften kennen we?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Een restaurant levert zowel goederen als diensten. Leg dit uit.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Vak: I&S
Onderwerp: Les 3: Geldsysteem 
Studievaardigheid: aantekeningen maken en materiaal organiseren

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

''Een geldsysteem is een manier waarop mensen geld gebruiken om goederen en diensten te kopen en verkopen. Het is een systeem omdat het ons allemaal verbindt: mensen werken, krijgen geld, en gebruiken dat geld om dingen te kopen die ze nodig hebben. Dit systeem bestaat omdat het ons leven gemakkelijker maakt''.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Het geldsysteem verbindt iedereen:
  • Mensen werken> verdienen geld > gebruiken dat geld om producten te kopen.

  • Bedrijven verkopen producten en diensten aan mensen> verdienen geld en betalen onder andere belasting aan de overheid.

  • De overheid gebruikt dit geld om openbare diensten te leveren (bijv. scholen, wegen)."

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Het geldsysteem verbindt iedereen:
Waarom hebben consumenten en producenten elkaar nodig? 
Waarom kan de een niet zonder de ander? 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vak: I&S
Onderwerp: Les 3: Geldsysteem 
Studievaardigheid: aantekeningen maken en materiaal organiseren
Geldsysteem 
Een geldsysteem is de manier waarop geld wordt gemaakt, beheerd en gebruikt in een land of in een groep landen. Het zorgt ervoor dat mensen spullen kunnen kopen, verkopen en sparen.
Schrijf hier ook de vertaling van geld in jouw thuistaal / Engels op  

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Studievaardigheid: aantekeningen maken en materiaal organiseren
Geldsysteem 


Wat is geld? 


Wie maakt het geld?


Hoe wordt geld gebruikt? 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is geld?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

soorten & functies van geld
chartaal geld; munten en biljetten

giraal geld; digitaal geld 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

 functies van geld
ruilen
rekenen
sparen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Europese Centrale Bank 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De ECB
Wat doet de ECB?

  • Inflatie controleren: De ECB zorgt ervoor dat prijzen niet te snel stijgen, zodat de waarde van de euro stabiel blijft.
  • Rente bepalen: De ECB bepaalt hoeveel rente banken moeten vragen bij leningen en sparen.
  • Toezicht op banken: De ECB controleert of grote banken veilig en goed werken.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De ECB
Waarom is de ECB belangrijk?

Economie helpen: De ECB zorgt ervoor dat de economie van Europa goed werkt, vooral in moeilijke tijden.

Koopkracht beschermen: Door inflatie te controleren zorgt de ECB dat je met je geld ongeveer evenveel kunt blijven kopen.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Studievaardigheid: aantekeningen maken en materiaal organiseren
Geldsysteem 

Belangrijkste onderdelen
Wat is geld? Chartaal en giraal geld; munten/biljetten en digitaal geld. 

Wie maakt het geld? Centrale banken, in EU is dat de Europese Centrale Bank. Zij drukken het geld en zorgen ervoor dat er niet te veel geld in omloop is.  

Hoe wordt geld gebruikt? 3 functies van geld; rekenen / ruilen / sparen 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Studievaardigheid: aantekeningen maken en materiaal organiseren
Soorten geld:



Functies van geld
Chartaal: munten en biljetten >tastbaar geld
Giraal: digitaal geld> niet tastbaar geld 

Ruilmiddel: Je koopt en verkoopt met geld.
Rekenmiddel: Je vergelijkt de waarde van dingen.
Spaarmiddel: Je bewaart geld voor later.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Hoe hebben wij invloed op het geldsysteem?
Bedenk dat in 2030 al het contant geld verdwijnt in Nederland en dat we volledig overgaan op een digitaal geld systeem. Bedenk met je buurman voor- en nadelen. 
Groen post-it = voordeel. 
Oranje post-it =nadeel 

plak je post it op het bord

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hoe hebben wij invloed op het geldsysteem?
"Waarom gebruiken we steeds minder contant geld, en wat hebben bedrijven en de overheid hiermee te maken?"

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Hoe hebben wij invloed op het geldsysteem?
"Hoe beïnvloeden wij als consumenten het geldsysteem, en waarom kiezen steeds meer mensen voor digitaal betalen in plaats van contant geld?"

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Vijfhonderdzevenenzestig euro en negenentachtig cent
A
€567.89
B
€567.89,00
C
€567,89
D
567.89€

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

1. Vier euro vijfenzeventig
2. Twaalf euro vijftig
3. Negenennegentig cent
4. Vijfendertig euro twintig
5. Honderd euro
6. Duizend tweehonderdvijftig euro en dertig cent
7. Vijfhonderdzevenenzestig euro en negenentachtig cent
Negenduizend negenhonderdnegenennegentig euro en negenennegentig cent
Tweeduizend zevenhonderdvijftig euro
Achtenzeventig euro vijfenveertig

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Behoeften en hulpbronnen
Kernpunten:

  • Behoeften zoals voedsel, onderdak en water.
  • Natuurlijke hulpbronnen en arbeid 
  • Bedrijven gebruiken hulpbronnen om producten te maken
  • De overheid zorgt voor de regels zodat alles goed verloopt

Slide 30 - Slide

Doel: Leerlingen begrijpen dat iedereen basisbehoeften heeft en dat hulpbronnen nodig zijn om deze behoeften te vervullen.

Uitleg: Iedereen heeft basisbehoeften zoals voedsel, onderdak en water. Deze behoeften kunnen we vervullen door gebruik te maken van hulpbronnen:
Natuurlijke hulpbronnen: zoals water, grondstoffen en energie.
Menselijke hulpbronnen: zoals de arbeid van een boer die voedsel produceert of een leraar die lesgeeft.


  • Je kan van procenten naar een getal rekenen
  • Je kan van getal naar procenten rekenen
  • Je kan een verschil in procenten uitrekenen.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

hoeveel is 5% van €36.000

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Met procenten een getal berekenen 
Formule:  Te berekenen getal= percentage : 100 x totaal 

Stap 1. 
Maak van de vraag een som

Stap 2. 
Maak van het percentage een decimaal getal. Getal met % delen door 100. 

Stap 3. 
Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Van de 120 examenleerlingen doet 65% economie. Hoeveel leerlingen zijn dat?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Reken de volgende sommen uit:
45% van 250
67% van €1.500
33% van 795

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Studievaardigheid: aantekeningen maken en materiaal organiseren
Natuurlijke hulpbronnnen

Produceren

 
Grondstoffen die aanwezig zijn op aarde die mensen/bedrijven kunnen gebruiken om te produceren.

Het maken van goederen en het leveren van diensten 


Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Van grondstof tot eindproduct 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Pak een stuk kladpapier 

Probeer in maximaal 5 zinnen een samenvatting te schrijven over de stof van het geldsysteem
Gebruik in je samenvatting de volgende woorden:
  • systeem
  • geld; soorten geld 
  • functies van geld
  • Centrale banken 
  • Producenten 
  • Consumenten 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions