Johan de Witt Scholengroep

Oefenen met H6.1 t/m 6.3

Oefenen met hoofdstuk 6
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefenen met hoofdstuk 6

Slide 1 - Slide


Hoe noem je de deeltjes waar een molecuul uit is opgebouwd?
Vraag 1:

Slide 2 - Open question

Vraag 2:
Welke naam hoort bij welk atoom?
Zuurstof
Zink
Koolstof
Zilver
Kwik
Hg
Ag
C
Zn
O

Slide 3 - Drag question

Vraag 3:
Welke naam hoort bij welk atoom?
Cu
H
Ba
N
Pb
Lood
Stikstof
Barium
Waterstof
Koper

Slide 4 - Drag question


Wat is een molecuulformule?
Vraag 4:

Slide 5 - Open question


Hiernaast zie je de tekening van een molecuul. Geef de molecuulformule hiervan.
Vraag 5:

Slide 6 - Open question


Gegeven is
a. Hoeveel moleculen staan hier aangegeven?
b. Hoeveel atomen bevat één molecuul van deze stof
Vraag 6:
  13  C2H4Br2

Slide 7 - Open question


Geef de molecuulformule van
Vraag 7:
zwavel-di-oxide

Slide 8 - Open question


Geef de molecuulformule van
Vraag 8:
koolstof-tetra-chloride

Slide 9 - Open question


Geef de naam van
Vraag 9:
  N2O4

Slide 10 - Open question


Geef de naam van
Vraag 10:
  PBr5

Slide 11 - Open question


Wat is het verschil tussen een ontleedbare stof en een niet-ontleedbare stof?
Vraag 11:

Slide 12 - Open question

Aardgas, aardolie en steenkool zijn voorbeelden van...
A
...fossiele brandstoffen
B
...natuurlijke producten
C
...herbruikbare grondstoffen
D
...metalen

Slide 13 - Quiz

Wat is kraken?

Slide 14 - Open question

Bij het kraken van C16H34,
ontstaat CH4, C2H4 en een restproduct. Geef de reactievergelijking van deze kraakreactie

Slide 15 - Open question

Uit welk element bestaat steenkool voornamelijk?
A
H (waterstof)
B
O (zuurstof)
C
S (zwavel)
D
C (koolstof)

Slide 16 - Quiz

Wat is het reactieschema bij een verbranding van aardgas?
A
aardgas (s)+ zuurstof (g) --> water (l) + koolstofdioxide (g)
B
aardgas (g) --> water (g) + koolstofdioxide (g)
C
aardgas (g)+ zuurstof (g) --> water (l) + koolstofdioxide (l)
D
aardgas (g)+ zuurstof (g) --> water (g) + koolstofdioxide (g)

Slide 17 - Quiz

Aan welk milieueffect draagt CO bij?
2
A
aantasting van de ozonlaag
B
broeikaseffect
C
waterverontreiniging
D
zure regen

Slide 18 - Quiz

Koolstofdioxide is het enige broeikasgas.
A
Niet waar.
B
Waar.

Slide 19 - Quiz


Wat is het verschil tussen scheiden en ontleden?
Vraag 12:

Slide 20 - Open question

Een composiet is een combinatie van verschillende materialen.
A
Daardoor wordt het mooier.
B
Die materialen zijn altijd metalen.
C
Hierdoor krijg je een sterker materiaal.
D
Dan past beter bij elkaar.

Slide 21 - Quiz

Wat is de beste beschrijving
van een composiet?
A
Een combinatie van 2 of meer materialen
B
Een zelfherstellend materiaal
C
Een mengsel wat altijd sterk is
D
Een mengsel van metalen

Slide 22 - Quiz

Bij het destilleren van aardolie maak je gebruik van scheiden op basis van verschil inkookpunt. De stoffen met het hoogste kookpunt komen
A
bovenin de kolom
B
onderin de kolom

Slide 23 - Quiz

Hoe noem je een kunststof die zacht wordt als je het verwarmt?
A
Thermoharder
B
Thermoplast

Slide 24 - Quiz

wat zijn voorbeelden van een thermoplast?
( 2 antwoorden goed)
A
frisdrankflessen
B
koffiebekers
C
stopcontacten
D
broodtrommels

Slide 25 - Quiz