Week 1

• Burgerschap
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Startklaar:

-JdW map

-Telefoon in zakkie

-Pen

-Laptop nog dicht

Programma

1. Opstart
2. Uitleg tweede periode
3. Opdracht: Recept maken
4. Opdracht: Biologische boeren
5. Jeugdjournaal
6. Opdracht: Voedselverspilling
7. Uitleg: eetdagboek
   

Leerdoelen

Aan het einde van deze les:

1. Weet je wat we deze periode gaan doen
2. Weet je waar een gezonde maaltijd uit bestaat
3. Weet je wat biologische landbouw is

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Periode 2: Voedsel, gezondheid en leefstijl

We gaan het deze periode hebben over:

Voedsel:

Wat eet je allemaal en waar komt het vandaan?

Gezondheid:

Wat is goed voor jou en voor de wereld?

Leefstijl:

Wat is goed leven voor je lichaam en geest?

Periode 2: Voedsel, gezondheid en leefstijl

Dit gaan we in de lessen doen:

Opdrachten maken:

In een boekje (krijg je zo), maar ook bijvoorbeeld debatteren

Jeugdjournaal kijken:

Elke week kijken we het jeugdjournaal en zoek je iets over het thema.

Periode 2: Voedsel, gezondheid en leefstijl

Dit heb je aan het eind van de periode gedaan:

Opdrachten in het boekje:

Deze lever je allemaal in

Één boek gelezen:

Hier starten we volgende week mee.

Het Thema boekje

• Doe het boekje in je map en neem dit boekje elke les mee.
• Elke week maak je de opdrachten in je boekje.
• Aan het eind lever je alle opdrachten in

Opdracht 1: 

Het lekker en gezond kookboek

Voor deze opdracht moet je weten:

-het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Opdracht 1: 

Het lekker en gezond kookboek

Voedingsmiddelen: Alles wat je eet of drinkt

We hebben plantaardige en dierlijke producten

Opdracht 1: 

Het lekker en gezond kookboek

Voedingsstoffen: gebruikt je lichaam om in leven te blijven

1. Koolhydraten
2. Eiwitten
3. Vetten
4. Vitaminen en mineralen

Geven je energie
Helpen om cellen te bouwen
Geven je o.a. energie
Houden je lichaam gezond

Opdracht 1: 

Het lekker en gezond kookboek

Een gezonde maaltijd:

-Heeft alle voedingsstoffen

-Is gevariëerd 

Opdracht 1: 

Het lekker en gezond kookboek

Maak opdracht 1 in je werkboek (pagina 7):

• Je hebt 15 minuten
• Je mag overleggen met je buur
• Als je een vraag hebt steek je je hand op

Opdracht 2: boeren voor het milieu

Kijk naar de twee plaatjes: wat valt je op:

Opdracht 2: boeren voor het milieu

Hoe maakt Nederland zo veel eten?

Nederland gebruikt intensieve landbouw

-Veel kunstmest en chemicaliën

-Broeikassen

-'slimme zaadjes'

Opdracht 2: boeren voor het milieu

Wat zijn de nadelen in intensieve landbouw?

-kunstmest is slecht voor de omgeving

-Broeikassen kosten energie

-Veel dieren op één plek kan ziektes opleven

Opdracht 2: boeren voor het milieu

Maak opdracht 2 in je werkboek (pagina 9):

Je hebt 10 minuten

Je mag overleggen met je buur

Als je een vraag hebt steek je je hand op

Jeugdjournaal

• We kijken elke week een aflevering van het jeugdjournaal
• Kijk op pagina zes van het werkboek
• Vul elke week de hokjes in in je boekje

Opdracht 3:

Voedselverspilling

Maak opdracht 3 in je werkboek (pagina 7):

• Je hebt 10 minuten
• Je mag overleggen met je buur
• Als je een vraag hebt steek je je hand op

Opdracht 4:

Kookdagboek

Ga naar pagina 11 van je werkboek:

• Opdracht vier is een langere opdracht
• Elke dag vul je één ingrediënt in dat je die dag hebt gegeten
•  Daarna vul je in waar dit ingrediënt vandaan komt en zet je dat op de kaart

Leerdoelen

Aan het einde van deze les:

1. Weet je wat we deze periode gaan doen
2. Weet je waar een gezonde maaltijd uit bestaat
3. Weet je wat biologische landbouw is

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Tot volgende week!

• Doe je boekje in je map
• Schrijf in je plenner dat je je boekje meeneemt
• Schrijf in je plenner of je nog opdrachten af moet maken 

Leerdoelen

1. R
2. T1
3. T2
4. I

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Leerdoelen

1. R
2. T1
3. T2
4. I

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Instructie 

Instructie

Controlevraag

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

Aan de slag

Nabespreking

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen