Budgetshoppen voor een schoolfeest

• Economie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Budgetshoppen voor een schoolfeest

Je gaat een schoolfeest organiseren. Je krijgt een bedrag (budget) om boodschappen te gaan doen. Hoe doe je dat?

Waar let je op?

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je een boodschappenlijst maken voor een schoolfeest met een budget van 150 euro.

Wat weet je al over boodschappen doen voor een schoolfeest?

Boodschappenlijst samenstellen

Limonadesiroop, chips, appelsap, koekjes, brood, kaas, snoep, croissantjes, bekers, servetten

Budget van 150 euro

Hoeveel denk je dat elk product kost?

Prijsvergelijking

Zoek online naar de prijzen van de boodschappen en noteer deze prijzen.

Totaalberekening

Bereken de totale kosten van de boodschappen.

Budgetoverschrijding

Is het totale bedrag hoger dan het budget van 150 euro?

Aanpassingen maken

Als het totale bedrag hoger is dan het budget, welke boodschappen kunnen dan worden aangepast of weggelaten?

Boodschappenlijst optimaliseren

Pas de boodschappenlijst aan om binnen het budget te blijven.

Winkelkeuze

Waar kun je de boodschappen het beste kopen voor de laagste prijzen?

Winkelen met het budget

Ga naar verschillende winkels en koop de boodschappen binnen het budget.

Prijscontrole

Controleer of de daadwerkelijke prijzen overeenkomen met de online prijzen.

Totaalkosten

Bereken opnieuw de totale kosten van de boodschappen met de daadwerkelijke prijzen.

Budgetanalyse

Vergelijk de totale kosten met het budget en analyseer het verschil.

Boodschappen afleveren

Breng de boodschappen naar de locatie van het schoolfeest.

Feestvoorbereiding

Help bij het klaarzetten van de boodschappen en andere benodigdheden voor het schoolfeest.

Evaluatie

Wat vond je van deze les? Wat heb je geleerd?

Reflectie

Schrijf een reflectie over je ervaring met budgetshoppen voor een schoolfeest.

Vragen?

Zijn er nog vragen over budgetshoppen voor een schoolfeest?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.