Johan de Witt Scholengroep

§ 1.3 Het atoommodel

Wat weet je nog uit de 3e klas
Uitleg paragraaf 1.3
Even checken 
Wat gaan we doen vandaag?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat weet je nog uit de 3e klas
Uitleg paragraaf 1.3
Even checken 
Wat gaan we doen vandaag?

Slide 1 - Slide

Na deze les over § 1.3 kun je:

    • de bouw van een atoom beschrijven.  
    • het massagetal herleiden naar de som van de protonen en neutronen van een atoom.   
    • het aantal protonen of neutronen berekenen aan de hand van het massagetal.  

    Wat weet je na deze les

    Slide 2 - Slide

    Kern met daaromheen de elektronen
    Een atoom:

    Slide 3 - Slide

    Het aantal protonen in de kern bepaalt welke atoomsoort het is.

    Dit is het ATOOMNUMMER.

    Dus: 
    atoomnummer = aantal protonen

    BINAS 34 
    In de kern

    Slide 4 - Slide

    Proton:            1+ lading (Positief)
    Neutron:         0 lading (Neutraal)

    Kern POSITIEF geladen
    Atoom in geheel heeft GEEN lading
    In de kern

    Slide 5 - Slide

    Het element met atoomnummer 11 is natrium
    A
    ja
    B
    nee

    Slide 6 - Quiz

    Proton:          1+ lading (Positief)
    Neutron:        0 (Neutraal)
    Elektron:        1- lading

    Kern POSITIEF geladen
    Elektronen NEGATIEF geladen
    Atoom in geheel heeft GEEN lading
    Kern met daaromheen de elektronen

    Slide 7 - Slide

    Kern met daaromheen de elektronen
    Alle deeltjes in de kern wegen evenveel 

    Dus:
    1 proton weegt: 1u 
    1 neutron weegt: 1u

    u staat voor atomaire eenheid

    Het aantal deeltjes in de kern is het MASSAGETAL.

    BINAS 34 of gegeven in de som!

    Slide 8 - Slide

    Een atoom heeft 3 protonen. Hoeveel elektronen heeft het?
    A
    2
    B
    3
    C
    4
    D
    5

    Slide 9 - Quiz

    Hoeveel neutronen heeft Broom?
    A
    35
    B
    45
    C
    55

    Slide 10 - Quiz

    Een proton heeft een lading 1+
    A
    ja
    B
    nee
    C
    soms

    Slide 11 - Quiz

    Elk atoom bestaat uit 3 elementaire deeltjes
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 12 - Quiz

    bij een atoom geldt: het aantal elektronen geeft het atoomnummer aan
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 13 - Quiz

    protonen + neutronen = massagetal
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 14 - Quiz

    Leerdoel
    Opgave
    Je kunt de bouw van een atoom beschrijven.
    43
    Je kunt het massagetal herleiden naar de som van de protonen en neutronen van een atoom.
    47, 48, 49
    Je kunt het aantal protonen of neutronen berekenen aan de hand van het massagetal.
    44, 45, 46
    Extra uitdagende opgaves als je de stof goed begrijpt
    50, 51, 52
    +
    53, 54, 55
    Huiswerk
    Maak de opgaves per leerdoel tot je de stof beheerst. 
    Als je merkt dat je de stof beheerst kun je naar de volgende leerdoelen gaan. Anders....blijven oefenen!

    Slide 15 - Slide

    Slide 16 - Slide